De Belastingdienst wil geen afstand doen van de schulden die gedupeerden in de toeslagenaffaire hebben. Bewindvoerders stappen daarom uit het overleg om een compensatieregeling.
De 30.000 euro compensatie die gedupeerde ouders van de toeslagenaffaire krijgen wordt voor een groot deel direct weer opgeëist door de Belastingdienst. De fiscus is niet bereid zijn positie als eerste schuldeiser op te geven, zo stelt de Beroepsvereniging Bewindvoerders Wsnp (BBW). Wsnp staat voor Wet schuldsanering natuurlijke personen, doorgaans de schuldsanering genoemd. De vereniging stapt daarom uit het overleg met de Belastingdienst over een compensatieregeling, omdat ouders hiermee onvoldoende worden geholpen.
Sinds november voert de BBW gesprekken met de Belastingdienst over een compensatieregeling voor ouders. De Belastingdienst wil convenanten sluiten met grote schuldeisers, zodat zij afzien van vorderingen op ouders. Tegelijkertijd is de fiscus niet bereid zijn eigen vorderingen op te geven. Sterker nog, omdat de Belastingdienst wettelijk gezien altijd als eerste aan de beurt is in het geval van schuldsanering, gaan die vorderingen voor op andere schuldeisers.
In een brandbrief aan de dienst stelt de vereniging dat de Belastingdienst vasthoudt aan een regeling waardoor ouders alsnog met schulden zullen achterblijven. “BBW heeft in de werkgroep meermaals haar bezwaren kenbaar gemaakt en heeft de Belastingdienst, de overheid en andere commissieleden willen behoeden voor de huidige desastreuze plannen, maar krijgt geen enkel gehoor. BBW steunt de voorgestelde regeling niet.”
Vestzak-broekzakregeling voor de fiscus
De bewindvoerders roepen in herinnering dat de voltallige Tweede Kamer in november een motie aannam die de regering opriep “ervoor te zorgen dat na de compensatie de financiële problemen in zijn geheel zijn opgelost en de ouders financiële ruimte overhouden om een nieuwe start te maken”. Het huidige voorstel is juridisch onhoudbaar en laat de risico’s op vergoeding van de gehele schade vooral bij de ouders liggen. Bovendien is de voorgestelde regeling “een kwestie van vestzak-broekzak voor de Belastingdienst, omdat een groot deel van het schadebedrag terugvloeit naar dezelfde Belastingdienst en naar Toeslagen”, schrijft de BBW.
De BBW eist dat de Belastingdienst ‘een stap terug doet’. “Een dergelijke regeling begint ermee dat de Belastingdienst haar preferente positie als schuldeiser moet loslaten en Toeslagen moet alle vorderingen op de ouders laten vallen. Dit om te voorkomen dat de regeling een vestzak-broekzakregeling voor de Belastingdienst zelf wordt.”
Om te voorkomen dat ouders de volledige 30.000 euro aan compensatie opgeëist zien worden door schuldeisers, stelt de Belastingdienst voor om 10.000 euro hiervan uit te zonderen en altijd beschikbaar te stellen aan de ouders. Dat is juridisch onhoudbaar, stelt de BBW, die verwacht dat schuldeisers bij de rechter kunnen afdwingen dat zij dat geld alsnog kunnen opeisen om schulden te laten afbetalen.
Ouders moeten schade maar bewijzen
De BBW protesteert bovendien tegen het ‘opknippen’ van de compensatieregeling, waardoor ouders die meer schade hebben geleden dan 30.000 euro zich bij een aparte Commissie Werkelijke Schade moeten melden. Bij die commissie moeten gedupeerden zelf aantonen dat zij recht hebben op aanvullende compensatie. De BBW voorziet grote problemen voor gedupeerden om hun gelijk aan te tonen, zeker gezien de beperkte capaciteit van de commissie. De slechts zes leden zullen naar verwachting duizenden zaken moeten behandelen. “Sinds het instellen van de commissie is nog geen enkele zaak afgehandeld en er liggen nog vele zaken te wachten”, schrijft de BBW in zijn brief aan de Belastingdienst.
Om recht te doen aan ouders is het noodzakelijk dat de overheid formeel aansprakelijkheid erkent voor de geleden schade, en de verantwoordelijkheid om die te herstellen. De overheid zou bovendien moeten afzien van de normale juridische verweermogelijkheden tegen ouders. “Zet daarom deze zaak buiten het reguliere aansprakelijkheidsrecht en tref, onafhankelijk daarvan, een goede schaderegeling voor de gedupeerden”, aldus de bewindvoerders.
Daarnaast zou een herstelregeling niet alleen moeten terugkijken, en schade uit het verleden vergoeden, maar ook vooruit, aldus de BBW. Naast het oplossen van de schulden gaat het dan om “bijvoorbeeld benodigd budget voor bij- en nascholing, psychologische bijstand en andere activiteiten, ondersteuning of zaken waaraan – na vele jaren van onzekerheid en stress – behoefte bestaat om het leven weer op de rails te zetten. Het gaat erom niet terug, maar vóóruit te kijken zodat mensen hun leven weer kunnen oppakken en inrichten.”
De Belastingdienst laat in een reactie weten de brief van de bewindvoerders te gaan ‘lezen en bestuderen’. De dienst zegt te werken ‘aan soepele regelingen voor mensen met schulden’. “Daarnaast zijn we voor de gedupeerde ouders al bezig om ook naar hun schulden te kijken waarbij we het grootste deel kwijt willen schelden, ook voor belastingen, zodat mensen goed een nieuwe start kunnen maken. Het belangrijkste voor ons is en blijft het herstellen van het leed dat ouders is aangedaan.”
BRON: trouw.nl