Den Haag is ‘geschokt’ onthullingen over islamitische weekendscholen en VVD en CU zijn ‘geschrokken’ van de onderzoeksresultaten. Dat is 50 jaar na Janmaat, 40 jaar na Ego, 25 jaar na Bolkestein, 20 jaar na Fortuyn en 15 jaar na Wilders. Nieuwsuur en NRC deden onderzoek naar een vijftigtal van zulke radicaal-islamitische moskeescholen in ons land. Daar krijgen kinderen bijvoorbeeld te horen dat niet-moslims de doodstraf verdienen, melden het actualiteitenprogramma en de krant. Zo’n duizend kinderen zouden er na schooltijd en in het weekend bijlessen volgen.
Het is eigenlijk koddig dat het politieke bedrijf pas een halve eeuw na de eerste signalen wakker wordt van dit thema. Deze scholen overigens, vertellen de kinderen eigenlijk heel nauwkeurig de precieze inhoud van de islamitische leer. Uit lesmateriaal voor verschillende leeftijdsgroepen blijkt dat moslimdocenten door het hele land de islamitische wetgeving voorstaan. Nederland is een ’ongelovig land’ en mensen als homo’s, afvalligen en ’tovenaars’ verdienen volgens het salafistische onderwijsmateriaal de doodstraf. De leerlingen vullen hier zelfs meerkeuzevragen over in waarbij ze kunnen kiezen tussen de juiste straf: zweepslagen, stenigen of doden met een zwaard. Voor moslims is dat volstrekt niet bijzonder, maar voor de tere zieltjes in de politiek betekenen deze ‘onthullingen kennelijk een ‘schok’. De schaal van Richter zal waarschijnlijk niet onder de indruk zijn van deze politiek verklaarde ‘schokken’.
Alle moslims wordt iedere vrijdag in de moskeeën geleerd dat Nederland een ongelovige rotzooi is, waar al honderden jaren lang teveel homo’s, afvalligen en tovenaars rondlopen. Volgens de islamitische leermeesters is het dan ook tijd dat hier wordt ingegrepen om deze heidense gebruiken met grof geweld aan te pakken. Dat is – volgens hen althans – beter voor Nederland, beter voor de Nederlanders en Allah wil dat nu eenmaal zo. Dat zal ook wel weer een ‘schok’ voor de politiek zijn, maar dat zijn feiten wel vaker. Een beroepsmoslim in België verwoordde het al in 1994 zo:
“Wij bevinden ons in een land van ongelovigen en het is onze heilige plicht het enige echte Geloof te doen triomferen, zoals het werd geopenbaard door onze Profeet – moge Zijn Naam geëerd worden tot het einde der tijden. Onze overwinning is nakend en de moslims zullen binnenkort het talrijkst zijn in dit land. Op dat ogenblik zullen wij de sharia opleggen en zal België deel uit maken van de Umma, De overwinning is binnen ons bereik. Vandaag misprijzen de Belgen ons nog, zij geven kritiek, schelden ons voor van alles en nog wat uit, zij beledigen ons. Zij zullen zich dat voor eeuwig berouwen zodra België ons behoort. Dan zullen zij ons dienen”. [1]
Gewone moslims mogen en kunnen niet anders dan dit denken. Denken zij wat anders of lijkt het erop dat zij de instructies vanuit de moskee in de wind slaan, dan worden zij als het ware uit hun gemeenschappen verstoten en niet zelden te pas en te onpas mishandeld, vernederd, of soms zelfs vermoord. Het is het tribale verschijnsel dat wie de ‘groep’ verlaat, als het ware verraad pleegt aan die groep. Op die manier, met verwijzing naar opdrachten van Allah en de profeet, oefent de vakvereniging van beroepsmoslims macht uit over de ‘gelovigen’ en slaagt zij erin invloed te verwerven in het politieke en bestuurlijke bedrijf van de ongelovigen. Dat een sjeik, imam en islamdocent de salafistische lessen ‘afschuwelijk’ vinden, is slechts voor de Bühne. In werkelijkheid kunnen zij in hun nopjes zijn dat duizenden (!) kinderen worden opgeleid in het islamitische gedachtegoed, simpelweg omdat het hun kansen op macht en aanzien vergroot.
Macht, respect, waardering en aanzien; er zijn maar weinig mensen die vinden dat ze daar teveel van krijgen. Voor moslims in het Westen zijn dat zelfs zaken die hier vrijwel onbereikbaar voor hen zijn, althans op een ‘westerse’ manier. Een gebrekkige opleiding en de effectieve manier waarop de streng-islamitische industrie dergelijk succes verhinderd met vermeende instructies van Allah en profeet, houden dat individuele succes ver van moslims weg. Lukt het wel, dan blijkt dat moslims zich ineens een stuk minder aantrekken van islamitische voorschriften en voelen ze zich meer en meer thuis in de voor hen ‘nieuwe gemeenschap’. Maar voor veel anderen is dat onmogelijk. Een baard laten staan, een tijdje vasten of een jurk aantrekken is dan eenvoudiger en levert respect en aanzien op binnen de eigen groepering. En natuurlijk sturen ze dan hun kinderen naar zo’n weekendschool. Dat geeft nog méér aanzien en respect!
‘Geschokte’ politici begrijpen dat al jaren niet en faciliteren het zelfs. Is er één moskee in ons land die niet op een of andere manier met hulp van de Nederlandse overheden tot stand is gekomen? Wijs eens aan dan…
[1] Imam van het Brusselse Molenbeek, geciteerd in het weekblad Télémoustique van 6 oktober 1994. Uit: ‘De dans om het gouden kalf’, C. van Nispen tot Sevenaer, Amsterdam 2002, pag. 266.