Er waart een spook door de Westerse maatschappij, het spook van de haat jegens de andersdenkende. In Vlaanderen loopt het in de publieke ruimte nog niet de spuigaten uit – wat zijn we toch beleefd, behalve in de beschuttingszone van de sociale media –, vergeleken met Duitsland waar de verbale én fysieke agressie tegenover mensen met ‘ongewenste’ meningen almaar toeneemt. Een voorproefje daarvan konden professor Bernd Lucke en oud-minister Thomas de Maizière de afgelopen dagen meemaken.
Rechtse ‘erfzonde’
Tientallen extreemlinkse demonstranten verhinderden bij het begin van het academisch jaar aan de universiteit Hamburg dat hoogleraar Lucke zijn college over macro-economie kon geven (zie filmpje). Ze scholden hem uit voor Nazischwein, bekogelden hem met papierproppen en gaven hem geregeld een duw. Lucke bleef anderhalf uur ‘op post’ terwijl hij de verwensingen over zich heen liet gaan. De reden van de verstoring: Lucke was in 2013 een van de medeoprichters van de Alternative für Deutschland (AfD) als eurokritische partij. In 2015 stapte hij uit de partij omdat ze een rechts-nationalistische koers insloeg. Maar dat mag niet baten: in de ogen van extreemlinks is Lucke als oprichter van die partij nu eenmaal ‘besmet’. Die ‘erfzonde’ zal hij moeten blijven torsen.
De leiding van de universiteit reageerde met de verklaring dat ‘universiteiten als oorden van de wetenschap de discursieve confrontatie ook over controversiële maatschappelijke aangelegenheden en posities moeten voeren en uithouden — in het bijzonder tegen de achtergrond van de Duitse geschiedenis’.
Als ‘veroordeling’ van de herrieschoppers kon dat tellen. Ook de indirecte verwijzing naar de bruine bladzijden uit het verleden van Duitsland wekt de indruk dat Lucke er als stichter van de AfD zelf om gevraagd heeft. Afgelopen week werd zijn Vorlesung (hoorcollege) voor een tweede keer verstoord toen enkele leden van de Antifaschistische Aktion (Antifa) de ‘security’ verschalkten en luid schreeuwend de collegezaal binnenvielen.
Linkse klappen & vrije woord
Oud-minister Thomas de Maizière was vorige week uitgenodigd om op de Göttinger Literaturherbst in de traditierijke universiteitsstad Göttingen te komen voorlezen uit zijn boek Regieren en achteraf te discussiëren met de toehoorders. Meer dan honderd leden van Basisdemokratische Linke blokkeerden de toegang tot het oude Rathaus (stadhuis). Naar aanleiding van de Turkse militaire operatie in Syrië protesteerden ze omdat de christendemocraat de Maizière als oud-minister van Binnenlandse Zaken onder Merkel III in 2016 medeverantwoordelijk was voor het afsluiten van het vluchtelingenakkoord met Turkije. De Maizière kon niets anders dan afhaken, de driehonderd aangemelde toehoorders bleven in de kou staan. De organisator van de Literaturherbst (‘Literaire Herfst’) deelde zelfs in de klappen.
Lucke en de Maizière zijn niet de eersten die onder vuur van extreemlinkse heethoofden komen te liggen. Al jaren wordt Jörg Baberowski, professor geschiedenis aan de Wilhelm-von-Humboldt-Universität, gestalkt en bedreigd, onder meer omdat hij kritiek uitte op de Willkommenskultur, het migratiebeleid van bondskanselier Angela Merkel (CDU). Hij verwijt de ‘linkse elites’ dat ze in West-Europa erover ‘beslissen wat mag gezegd worden’ en dat ze de burgers proberen diets te maken, ‘sie müssten die Verunsicherung, die durch die Globalisierung, durch Masseneinwanderung und Kriminalität entsteht, als Preis für eine offene Gesellschaft begreifen‘ (‘dat ze de onzekerheid die door de globalisering, massa-immigratie en criminaliteit ontstaat, als prijs voor een open samenleving zouden moeten zien’).
Al jaren levert deze bekende historicus een slopende strijd ter vrijwaring van zijn academische eer en fysieke integriteit, zonder dat er ooit naar aanleiding van deze casus een meer algemeen maatschappelijk debat gevoerd werd over de vrije meningsuiting en de gevaren die haar bedreigen.
Vergiftigd denkklimaat
De gevallen Lucke en de Maizière hebben nu zo veel opzien gebaard dat daarin misschien verandering komt. In ieder geval hebben diverse bekende politici van verschillende gezindheid, zoals bondspresident Frank-Walter Steinmeier, hun bezorgdheid uitgesproken over het vergiftigde denkklimaat en wijden heel wat media er commentaren aan. Anja Karliczek, federaal minister voor Vorming en Wetenschappelijk Onderzoek, vindt het niet kunnen dat studentengroepen of activisten zich gedragen als ‘Meinungszensoren‘ (personen die meningscensuur toepassen). Teveel mensen zitten ‘auf dem moralischen Thron‘ (op de morele troon), zegt ze, en ‘alleen maar omdat iemand zich misschien niet helemaal gendercorrect uitdrukt of niet omvattend politiek correct formuleert, mag hij niet onmiddellijk neergesabeld worden’.
Wolfgang Kubicki, de liberale vicevoorzitter van de Bondsdag (het federale parlement), stelt in een opiniestuk in Die Welt dat een democratie het bestaan van tegenovergestelde meningen moet kunnen aanvaarden. Hij verwijst naar het NPD-Urteil uit 2017 van het Bundesverfassungsgericht (het Grondwettelijk Hof), waarin de hoogste rechters van het land hun weigering om de extreemrechtse NPD te verbieden, motiveerden met de volgende woorden:
‘Das Grundgesetz geht davon aus, dass nur die ständige geistige Auseinandersetzung zwischen den einander begegnenden sozialen Kräften und Interessen, den politischen Ideen und damit auch den sie vertretenden Parteien der richtige Weg zur Bildung des Staatswillens ist.’
(‘De grondwet gaat ervan uit dat enkel het voortdurende geestelijke debat tussen op elkaar botsende sociale krachten en belangen, de politieke ideeën en daarmede ook de hen vertegenwoordigende partijen de juiste weg is naar de vorming van de staatswil’).
Geen democratie voor rechts?
Kubicki merkt op dat je als democraat vaak in de onaangename situatie verzeild geraakt ‘de democratische rechten van rechtspopulisten te moeten verdedigen’. Dat is nu eenmaal zo in een maatschappij waar ‘politieke concurrenten’ niet geven om inbreuken op de regels ‘wenn es geht gegen “rechts”‘ (‘als het gaat om de strijd tegen ‘rechts’). Overigens is ‘rechts’ in Duitsland tot synoniem van ‘extreemrechts’ verworden, wat maakt dat centrumrechts zich veiligheidshalve liever bürgerlich noemt. De strijd tegen alles wat niet-links is – dus ‘rechts’ en bijgevolg ‘extreemrechts’ – wordt zodoende gelegitimeerd vanuit een humanistisch-superieure moraal (ook al vallen de gebruikte methoden en middelen niet bepaald humaan te noemen).
Als democraat kan Kubicki die zienswijze ‘Moral schlägt Recht‘ (moraal verdringt het recht) niet aanvaarden. Een democraat respecteert de democratische regels en instellingen en verdedigt ze tegenover iedereen, zegt Kubicki, de vrije uiting van meningen bijvoorbeeld, ook wanneer deze tegen de borst stoten, zolang ze zich maar binnen het kader van de wetten bewegen.
De rechtsstaat zou de vrije meningsuiting moeten waarborgen én de waardigheid van de mens (zoals het heet in artikel 1 van het Grundgesetz, de Duitse grondwet). Om het even wat Rosa Luxemburg met de volgende uitspraak moge bedoeld hebben, de letterlijke boodschap ervan blijft geldig: ‘Freiheit ist immer die Freiheit der Andersdenkenden‘. Maar als de Duitsers niet op hun tellen letten, dreigt hun democratie opgevreten te worden door ‘Meinungstyrannen‘ (denktirannen). Het land van de Denker und Dichter zou dan wel eens kunnen ontaarden in een land van chagrijnige moralisten en ‘schreeuwlelijkaards’ die de inzet van geweld niet schuwen.