De EU heeft overeenstemming bereikt over een richtlijn die bedoeld is om vrouwen beter te beschermen tegen geweld, ook op internet. Beeldgeweld zal in de toekomst expliciet worden bestraft. Maar de EU is er niet in geslaagd een wet tegen verkrachting aan te nemen.
Evin Incir is boos, je hoort het aan haar stem. De Zweedse sociaaldemocraat had gehoopt dat ze in 2024 verder zou zijn dan de generaties vrouwen vóór haar, zegt ze. Maar nee: op de avondpersconferentie in Straatsburg moet ze deels een nederlaag bekendmaken. Gisteren, dinsdag, zijn de EU-instellingen het eens geworden over een richtlijn ter bestrijding van geweld tegen vrouwen . Maar geen uniforme straf voor verkrachting.
Ook de Ierse christen-democraat Frances Fitzgerald uitte haar ongenoegen: “We waren niet in staat een op consensus gebaseerde definitie van verkrachting in de richtlijn op te nemen. Dit is een grote teleurstelling.”
Met de richtlijn wil de EU een leemte opvullen: tot op heden bestaat er in Europa geen wet die op uniforme wijze regelt hoe om te gaan met gendergerelateerd geweld. Het gaat hierbij zowel om digitaal geweld, zoals stalking, als om fysiek geweld.
Het Parlement, de Raad en de Commissie hebben hierover tot het laatste moment onderhandeld. Tot voor kort was er discussie over de vraag of de wet ook de EU-brede regulering van verkrachting zou omvatten. Uiteindelijk werkte het niet; de EU-instellingen konden niet tot overeenstemming komen. Bovenal stond de Raad, dat wil zeggen de vertegenwoordiging van de lidstaten, in de weg. “De schuld ligt vooral bij Frankrijk en Duitsland”, klaagt Fitzgerald. We berichtten al in december over het probleem .
Wet tegen beeldgeweld
Tijdens deze trialoogonderhandelingen bestond er bijvoorbeeld onenigheid over de vraag of het beginsel ‘nee betekent nee’ of ‘ja betekent ja’ van toepassing zou moeten zijn op verkrachting. Bij het principe ‘Nee betekent nee’ wordt pas van een gewelddaad uitgegaan als een slachtoffer zijn of haar afwijzing heeft geuit. Het principe “Ja betekent ja” gaat verder en vereist de uitdrukkelijke toestemming van de betrokkenen. Er was ook onenigheid over de vraag of de EU verkrachting überhaupt zou mogen reguleren, aangezien natiestaten feitelijk verantwoordelijk zijn voor sommige misdaden.
EP-lid Alexandra Geese (Groenen) bekritiseerde ook de gemiste regelgeving: “Een uniforme definitie van verkrachting in de EU is te laat. “Het mag niet de bittere realiteit blijven in veertien EU-landen dat vrouwen kneuzingen of wurgingssporen moeten vertonen voordat verkrachting als misdaad wordt beschouwd.”
De wet biedt onder meer meer bescherming voor vormen van digitaal geweld: bijvoorbeeld wanneer huidige of voormalige partners technische middelen gebruiken om hun slachtoffers te bespioneren en te achtervolgen, te bedreigen of te chanteren. Ook het zonder wederzijds goedvinden verspreiden van seksuele opnames wordt straks expliciet strafbaar gesteld. In de volksmond heet dit wraakporno, maar veel slachtoffers en experts spreken liever van beeldgeweld. In Duitsland hebben de getroffenen tot nu toe te maken gehad met een deken van regelgeving ; de nieuwe EU-wet zou meer duidelijkheid moeten brengen.
De parlementsleden op de persconferentie in Straatsburg waren opnieuw positief over deze en soortgelijke prestaties. “Van nu af aan beschikt de EU over een van de beste krachten ter wereld om meisjes en vrouwen te beschermen”, zegt de Poolse sociaal-democraat Robert Biedroń. “Het is een begin, geen einde”, zegt Fitzgerald.
Laatste grote hindernis
Josephine Ballon van de non-profitorganisatie HateAid schrijft: “Met de nieuwe richtlijn als minimumnorm voor toekomstige wetgeving in Europa erkent de EU dat aanvallen op vrouwen onze samenleving als geheel bedreigen.” Voor Duitsland bijvoorbeeld geldt de nieuwe richtlijn betekent dat nieuwe wetten tegen op afbeeldingen gebaseerd digitaal geweld noodzakelijk zijn.
Voor politicus Ganzen van de Groene Partij gaan de regels niet ver genoeg: “Oproepen tot geweld tegen vrouwen zou strafbaar moeten zijn, maar lidstaten hebben alleen de mogelijkheid om op te treden als de openbare orde wordt verstoord”, schrijft ze. “Het publiceren van naaktfoto’s of gemanipuleerde afbeeldingen op internet of in chats tegen de wil van de afgebeelde persoon mag alleen worden bestraft als er ernstige schade te verwachten is.” Hetzelfde geldt voor stalking en spyware-surveillance.
Het akkoord in de trialoog is doorgaans het laatste, grote obstakel bij het tot stand komen van een nieuwe wet in de EU. Vervolgens moeten de Raad en het Parlement stemmen over de definitieve tekst van de wet, wat doorgaans als een formaliteit wordt beschouwd.
De Europese Commissie kwam in maart 2022 al met een voorstel om vrouwen beter te beschermen. Dinsdag werd het na veel obstakels grotendeels goedgekeurd. De tekst omvat een verbod op gedwongen huwelijken, genitale verminking, online stalking en gedwongen sterilisatie. De lidstaten moeten werk maken van de preventie van die misdaden en voorzien in hulp en bescherming van de slachtoffers. Maar de Commissie wou ook één Europese definitie voor verkrachting – zijnde seks zonder toestemming – in de richtlijn, en daar knelde het schoentje.
Het Europees Parlement en landen als België, Spanje, Zweden en Italië zitten op dezelfde lijn. Zij wilden de wet nog tijdens het Belgische EU-voorzitterschap laten aannemen, voor Hongarije in juli de fakkel overneemt en het onderwerp naar de achtergrond dreigde te verdwijnen. Maar een aantal lidstaten, zoals Hongarije en Tsjechië, lag dwars. Ook zwaargewichten Frankrijk, Duitsland en Nederland zagen een Europese definitie van verkrachting niet zitten.
Hoewel hij vrouwenrechten tot een prioriteit van zijn presidentschap had verheven, hield de Franse president Emmanuel Macron het been stijf. Zo’n Europese definitie, waarin verkrachting gedefinieerd wordt als het ontbreken van wederzijdse toestemming, vindt hij onzin. Niet omdat hij er een ouderwetse visie op nahoudt – wat hem in de nasleep van de Depardieu-rel wel verweten werd – maar vanwege een juridisch probleem. Lidstaten moeten zelf besluiten wat strafbaar is, dat valt buiten de Europese bevoegdheden, klinkt het.
Toestemming
In de nationale wetgeving van België en vijftien andere EU-lidstaten is het concept toestemming nu al opgenomen in de definitie van verkrachting. Ook tegenstanders Nederland en Duitsland zitten in die groep. In de andere landen is dat niet het geval. In Frankrijk moet er sprake zijn van “dreiging, dwang, verrassing of geweld”. Daar heeft Europa niets over te zeggen, vindt Parijs.
De voormalige Franse minister voor Gelijkheid tussen Vrouwen en Mannen, Bérangère Couillard, zei in oktober dat het begrip toestemming opnemen “slachtoffers juist minder zou beschermen”. Dat argument wordt gedeeld door een aantal feministen. Ernestine Ronai van het Observatoire départemental des violences envers les femmes vreest dat in de Europese definitie “de bewijslast bij het slachtoffer” komt te liggen, “omdat zij zal moeten bewijzen dat ze geen toestemming heeft gegeven”, in plaats van bij de dader.
Critici vinden de Franse definitie te beperkt en halen aan dat in Frankrijk 74 procent van de klachten over verkrachting wordt afgewezen. Parijs kan het begrip toestemming maar beter opnemen in de wetgeving, vinden zij.
Volgens een recent rapport van de Hoge Raad voor Gelijkheid denkt een kwart van de Franse jongeren tussen 18 en 25 jaar dat een vrouw ja bedoelt wanneer ze nee zegt en dat een vrouw plezier beleeft als ze gedwongen wordt. Maar de regering-Macron benadrukt dat Frankrijk strengere straffen oplegt aan verkrachters dan veel andere Europese landen.
Euro-crime
Verkrachting definiëren als ‘Euro-crime’ (zoals seksuele uitbuiting, corruptie en terrorisme) houdt risico’s in, benadrukte de Franse minister van Justitie Éric Dupond-Moretti vorige week. Landen als Hongarije zouden het artikel over verkrachting kunnen aangrijpen om de hele tekst te laten annuleren door het Hof van Justitie van de Europese Unie, omdat de EU niet bevoegd is in de materie. Dat zou zonde zijn, aldus Dupond-Moretti, “want de Europese tekst bevat belangrijke vooruitgang die niet verloren mag gaan. Vrouwen hebben bescherming nodig van de wet.”
De weigering van Parijs wekte de voorbije maanden frustratie bij linkse én rechtse Franse Europarlementsleden. Ook in Macrons eigen liberale Renew-fractie. “Terwijl een op de twintig vrouwen in Europa slachtoffer wordt van verkrachting, wekken die juridische argumenten een gevoel van totale vervreemding op tegenover het lijden van de slachtoffers”, schreven Europarlementariërs uit Macrons partij in de Franse krant Le Monde. Onder hen Stéphane Séjourné, toen nog fractievoorzitter en sinds kort minister van Europa en Buitenlandse Zaken, die maandenlang probeerde om Parijs alsnog mee te krijgen.
De enige Franse partij die in het Europese halfrond niet te vinden was voor de Europese definitie van verkrachting, was Rassemblement National. Ook dat was een reden voor Parijs om niet toe te geven. Macron gunt Marine Le Pen en haar partij zo vlak voor de Europese verkiezingen geen extra pijlen. Europa dat een bevoegdheid van de lidstaten in handen neemt, zou koren op de molen zijn van nationalistische partijen die menen dat Europa de lidstaten van hun soevereiniteit berooft.