Het werk van Mabel Wisse Smit wordt in de Nederlandse media omschreven als ‘liefdadigheid’. Dat is onzin: haar werkgever, het Open Society Institute, is een politieke organisatie bij uitstek, en heeft dat nooit verborgen. Het OSI bestaat om het liberaal-conservatieve gedachtengoed van de filosoof Karl Popper uit te dragen – volgens de interpretatie van mega-speculant George Soros. De sociale filosofie van Karl Popper laat zich makkelijk samenvatten: ‘open society’ betekent in wezen ‘vrije markt’. Voor een internationale wisselkoers speculant is zijn liberalisme een aantrekkelijke filosofie.
In elk geval is Mabel sinds 1994 politiek actief, en dan wel met een rechtse agenda. In 1993 liep zij stage bij de VN: dat is niet iets die je zomaar regelt via de stage-coördinator, daarvoor moet je de juiste mensen kennen, en de juiste achtergrond hebben. Het is natuurlijk een ingang tot de wereld van de internationale politiek, en Mabel Wisse Smit is verder gegaan in die richting. Centraal in haar activiteiten, en het werk van het OSI, staan de westerse militaire interventie, en het opdringen van een vrije-markt economie, desnoods door oorlog. George Soros en zijn stichtingen propageren een ultra-liberale ideologie: het gaat uit van de absolute morele superioriteit van de liberale samenleving, de plicht om deze over de hele wereld te verspreiden, en het recht om landen te veroveren en vervolgens liberaliseren. Het OSI streeft naar een Atlantisch-geörienteerd Europa van de nationale staten, onder leiding van de Verenigde Staten – het model waarop de NAVO is gebaseerd. Zoals vele gevluchte oost-Europeanen, combineerde Soros nationalisme met anti-communisme. De verwachting van deze ballingen was, dat na het opbreken van de multi-etnische staten zoals Joegoslavië en de Sovjet-Unie, de nieuwe nationale staten de vrije markt zouden invoeren, en de leiding van de VS aanvaarden. In de meeste gevallen is dat uitgekomen. Het verklaart de strategie van het OSI, om het liberalisme te bevorderen, door etnische tegenstellingen en afscheidingen aan te moedigen. Deze essay in het blad van een Amerikaanse defensie-academie helpt om de toekomstvisie van het OSI te begrijpen. Het bepleit een strategie waarbij de VS ‘onnatuurlijke’ multi-etnische staten opbreekt, en vervangt door ‘natuurlijke’ etnische staten:
http://carlisle-www.army.mil/usawc/Parameters/99autumn/peters.htm“We destroyed or helped destroy 11 empires in this 250-year epoch, while the remaining few – Portuguese, Dutch, Belgian – died of decay. The fundamental difficulty remaining, apart from mankind’s innate tendencies, is that those empires twisted the world into unnatural shapes. Although the empires are gone, the treacherous boundaries they established remain. Empires drew borders based not upon popular preference or human affinities, but as a result of conflicts, competition, and compromise with other empires…. Instead of using our might in vain attempts to force those who hate one another to live together – our “no-divorce” approach to foreign policy – we should lead the way in developing mechanisms to amend borders peacefully – or as peacefully as possible….
A fundamental change is occurring in the forms, shapes, and sizes of statehood, reflecting national downsizing in the aftermath of empire and the simultaneous development of transnational modes of cooperation. Although horrified diplomats and professors declare the impossibility of changing borders, they are wrong. Borders are already changing, from Colombia’s internal borders to the inevitable independence of Kosovo, from Central Africa to Indonesia. Our current position is at best naïve. Because we do not support the legitimate aspirations of other human beings to live peaceably among those for whom they feel a natural affinity, we find ourselves time and again on the wrong side of history. It is time to come to our senses and lead the way to freedom once again.”
Mabel Wisse Smit is ook aanhanger van de Soros-ideologie, anders was zij nooit in een topfunctie bij het OSI beland. Dat lijkt mij belangrijker dan een verhouding met Klaas Bruinsma. Zij is directeur van het Brusselse kantoor van het OSI, dat direct onder het hoofdkantoor in New York valt. Samen met het kantoor in Boedapest, regelt OSI-Brussel de geldstroom naar de nationale Soros-stichtingen in diverse Oosteuropese landen. Het coördineert vooral de samenwerking met westerse overheden en internationale organisaties – en dus ook met de EU. Soros-activiteiten worden vaak mede gefinancieerd door andere instanties, in Oost-Europa vooral door de EU. Het Brusselse kantoor houdt ook toezicht op het beleid van de nieuwe leden van de EU – en gebruikt de EU om de ‘normen en waarden’ van het OSI op te dringen. Dat kan inhouden, bijvoorbeeld, dat de nieuwe lidstaten het liberalisme op de kleuterscholen moeten onderwijzen, of dat de universiteiten Engelstalig worden.
Mabel Wisse Smit is direct betrokken geweest bij drie organisaties. Eerst was er de European Action Council for Peace in the Balkans – niet te verwarren met de Amerikaanse ‘Action Council for Peace in the Balkans’. De EACPB werd in 1994 opgericht, Mabel had toen een verhouding met de Bosnische vertegenwoordiger bij de VN, Mohammed Sacirbey, dat duurde volgens Sacirbey zelf tot 1998. Vanuit deze EACPB hebben Mabel Wisse Smit en Willemijn Verloop in 1995 War Child Nederland opgericht, het was de Nederlandse tak van de eerder opgerichte Britse War Child. De EACPB behield de controle over de nieuwe organisatie: Verloop was in dienst als ‘Programme Director’ bij de EACPB, regelde de organisatie van war Child, en was ook bestuurslid daarvan. Na twee jaar werd ze directeur, en is dat nog steeds. War Child Nederland is dus opgericht door een politieke lobby, om dienstbaar te zijn aan een politieke zaak – de zaak van de Bosnische onafhankelijkheid en de westerse interventie. Mabel Wisse Smit bleef vier jaren in het bestuur van War Child zitten, tot 1999, terwijl ze ook bij de EACPB werkte. De twee organisaties deelde een kantoor op drie opeenvolgende adressen: War Child betaalde de huur van Lauriergracht 126 en Singel 118. Dat laatste adres en een fax delen ze nog altijd, al zou Mabel volgens War Child bezig zijn, de zetel van de stichting EACPB over te plaatsen naar België.
Het is onduidelijk wat de EACPB heeft gedaan in al die jaren, er zitten wel klinkende namen in een Comité van Aanbeveling, maar de organisatie heeft niet eens een website. Het is ook onduidelijk wie het betaalde, en waarvan Mabel leefde in de jaren tussen stage en eerste vaste baan. Sinds 1997 staat Mabel op de loonlijst van het Open Society Institute. Op de website van het OSI Education Support Unit noemt zij zich tevens ‘Executive Director’ van de EACPB, blijkbaar had het OSI geen probleem ermee. Mabel Wisse Smit heeft altijd moeite gehad om haar politieke werkzaamheden van de humanitaire fondsenwerving te scheiden – maar dat geldt voor War Child in het algemeen, die in de jaren ’90 nauw verweven was met de pro-interventie lobby. Evenals Wisse Smit zat de Amsterdamse advocaat Phon van den Biesen in het bestuur van zowel de EACPB als War Child. Van den Biesen was ook geen onafhankelijke figuur: hij was zelfs advocaat van de staat Bosnië. Hij heeft samen met Mohammed Sacirbey het woord gevoerd bij het Internationaal Gerechtshof, toen Bosnië Joegoslavië aanklaagde wegens genocide.
Voor onpartijdige hulpverlening moet je niet dus bij War Child wezen. War Child Nederland wordt dan ook mede betaald door het Ministerie van Buitenlandse Zaken – € 3,7 miljoen voor de jaren 2003-2006. Ook de Britse War Child werd opgericht met geld van het Britse Foreign Office, specifiek de ODA onder leiding van Thatcher’s voormalige chef-staf Andy Bearpark.
Mabel Wisse Smit maakte deel uit van de Bosnië lobby: dat had tot oktober 2003 weinig aandacht getrokken in de media. In het algemeen zijn de media en de publieke opinie de sfeer van die jaren vergeten. Het is moeilijk voor te stellen wat voor pro-Bosnische en anti-Servische hysterië heerste in die tijd. De Sovjet-Unie was net ten onder gegaan, en er was een grote heropleving van het nationalisme. De oorlog in Bosnië werd afgeschilderd als de nieuwe Holocaust, en tegenstanders van de interventie als fascisten. Vooral de Servische aanval op Sarajevo werd mythisch opgeblazen – tot een strijd tussen goed en kwaad, een aanval op de cultuur, de tolerantie, op de mensheid, op de kunst, op de literatuur, en op de stad. Het woord ‘urbicide’ (stadsmoord) werd verzonnen om het te beschrijven. De publieke opinie werd bewerkt met gruwelverhalen, bijvoorbeeld over de Servische ‘verkrachtingskampen’ – nooit gevonden. Dit alles diende de zaak van het Bosnisch nationalisme (in meerdere varianten), en ook het Kroatisch nationalisme, het Sloveens nationalisme, het Macedonisch nationalisme, en later ook nog het Albanees nationalisme in Kosovo. Mabel Wisse Smit heeft zich ingezet voor het oprichten van gesloten nationale staten op de Balkan. Het is aan mensen zoals haar te danken, dat je door 5 extra grenzen heen moet, op weg van Salzburg naar Athene.
Na de oorlog in Bosnië – vanaf 1996 – werd de aandacht gericht op Servië zelf, en het toen nog Servische Kosovo. Een groot deel van de oude Bosnië-lobby heeft simpelweg de campagne voortgezet, nu met de Kosovaren in het slachtofferrol van de Bosnische Moslems. Een westerse interventie was wederom het doel, maar ook het omverwerpen van Milosevic en de liberalisering van Servië. Uiteindelijk heeft een luchtoorlog Milosevic gedwongen tot een terugtocht uit Kosovo. Hij werd daarna afgezet door een pro-westerse oppositie-beweging, gesteund door een deel van het leger. Misschien moet dat andersom: er wordt ook gezegd dat de machtswisseling in wezen een staatsgreep was, met demonstraties als decor. De Soros-stichtingen hebben in elk geval veel steun verleed aan de interne oppositie in Servië. Mabel Wisse Smit was, vanwege haar coördinerende rol op het kantoor van het OSI, daarbij zeker ook betrokken. Zoran Djindjic, later vermoord, werd in het westen gezien als toekomstige leider van Servië, maar mede daardoor heeft hij nooit brede steun gekregen. Na de val van Milosevic zijn de ‘normale werkzaamheden’ van het OSI begonnen – het liberalisme bevorderen, privatiseringen voorop.
http://www.eteba.co.yu/biweekly/e_e_b_2002-februar-11-16.pdf“Major Gathering of Investors in Belgrade by The End of February.
The two-day Second Yugoslavia Summit dedicated to international support for the country’s plans for economic development and Serbian Prime Minister Zoran Djindjic will open reform on Feb. 25, with the participation of several hundred local and foreign companies. The summit, to be held in the Hyatt Regency Hotel, will concern economic and international policy, investment opportunities in Serbia, privatization, the banking and finance systems, securities markets and other significant themes related to Yugoslavia’s economic development. Confirmed participants include Yugoslav Deputy Prime Minister Miroljub Labus, National Bank governor Mladjan Dinkic, Serbian Prime Minister Zoran Djindjic, the UN Secretary General’s Special Envoy for the Balkans Carl Bildt, and US ambassador to Yugoslavia William Montgomery, as well as Serbian government ministers and representatives. The organizers have also announced participation by executive director of the Soros Foundation Mabel Wisse Smith, EBRD office head Henry Russel, IMF representative for Yugoslavia Joshua Charap, World Bank Belgrade office head Rory O’Sullivan, and European Agency for Reconstruction representative Hasso Milineus
Belgrade, Feb. 8, 2002.”
De Soros Foundation en het Open Society Institute zijn in Nederland zelf niet actief geweest. Ze hebben wel een rol gespeeld bij de steuncampagne voor B92, een door Soros betaalde radiozender in Servië. Deze was, in de twee jaren voor de Kosovo-oorlog, het belangrijkste symbool van de interne oppositie in Servië. In Europa waren het vooral Nederlandse activisten, uit de wereld van de vrije media en internet, die het opnam voor B92 – als zogenaamd ‘onafhankelijk medium’. Daarbij werd de financiering van de zender door Soros systematisch verzwegen. Het was ook de tijd van de grote Internet-hype, het kapitalisme leek almachtig, de economie zou groeien tot in het oneindig, al het goede kwam uit de VS, en Joegoslavië was een achterlijk relict die opgeruimd moest worden door progressieve krachten – zoals de NAVO en xs4all. Deze hippe Internet-provider – de eerste in Nederland – regelde de aanwezigheid van B92 op het Internet, waardoor het ook de censuur in Servië kon ontduiken. De website van de zogenaamde ‘vrije radio uit Belgrado’ zat op een server in Amsterdam, de staf werd betaald vanuit New York. Op een gegeven moment werd zelfs op de website opgeroepen, om Radio B’92 te steunen, door geld te storten op een rekening in New York: deze bleek bij navraag van George Soros te zijn. Later, tijdens de Kosovo-oorlog, heeft de ‘onafhankelijke’ zender vanuit NAVO-vliegtuigen, en op een BBC satelliet kanaal, uitgezonden. De motieven van de Nederlandse activisten blijken duidelijk uit dit stuk van Karin Spaink. Zij schreef het overigens als adviseur voor de OSCE (OVSE), die deel uitmaakte van de administratie van bezet Kosovo:
http://www.spaink.net/english/osce_internetfreedom.html“…there have been some instances of internet being used as a excellent device to circumvent government censorship. A famous example is B92, the independent Belgrade radio station that was forced off the air in 1999. The Dutch ISP XS4all used a direct cable connection between Belgrade and Amsterdam, inviting people in Belgrade to upload their audio files over the Internet and broadcasting them from Amsterdam over the net in a realtime format that could be listened to or stored. In turn, many Serbs – especially those working at universities and international companies – captured and copied what they heard over the net and distributed these radio programmes via audio cassettes, thus spreading the high-tech internet broadcasts via low-tech means. There wasn’t much that the Milosevic government could do: since B92 digitally broadcasted from the Netherlands, B92 could not be stopped at the source and Yugoslavia lacked the infrastructure to impose proxies upon its citizens.”
Het is nooit duidelijk geworden, wie precies betaalde voor de pro-B92 Internet-acties, die toen geleid werden door Maurice Wesseling. In elk geval hield Mabel Wisse Smit, in haar functie bij het OSI kantoor in Brussel, vanaf 1997 toezicht op de geldstromen naar B92. Wesseling, die nu bij Bits of Freedom werkt, zegt dat hij Wisse Smit niet kent, maar weigert opheldering te geven over de geldstromen van toen, en zijn contacten met het OSI. Overigens zit Karin Spaink ook in het bestuur van Bits of Freedom, en de organisatie krijgt ook subsidie van Soros, zie:
Het is zo goed als zeker, dat Mabel Wisse Smit midden jaren ’90 contact onderhield met de inlichtingendiensten, wellicht van meerdere landen. Er was een oorlog gaande in Europa, het was verreweg het belangrijkste agendapunt voor de EU, de mogelijkheid van westerse (en Russische) interventie was vanaf 1991 aanwezig, Nederland had vanaf 1994 troepen in Bosnië. En dan is de vriendin van Sacirbey – het gezicht van Bosnië in het westen – een Nederlandse. Als ze iets van hun vak verstaan, hebben de Nederlandse inlichtingendiensten met haar gesproken – eerder de militaire inlichtingendienst dan de toenmalige BVD. Overigens is Sacirbey Amerikaanse staatsburger – hij is in de VS opgegroeid – en de Amerikaanse inlichtingendiensten moeten ook een ‘dossier-Mabel’ hebben.
De steunbetuiging
Tijdens haar werkzaamheden leerde Mabel de Italiaanse politica Emma Bonino kennen: zij was een tijdlang EU Commissaris, onder andere voor humanitaire hulp. Bonino heeft rond 8 oktober 2003 een steunbetuiging voor Mabel georganiseerd. Tegenover Netwerk verklaarde Bonino, dat ze ook ‘invloedrijke Nederlanders’ verzocht had, zich voor Mabel in te zetten. Via haar werk kent ze in elk geval Ruud Lubbers en Frits Bolkestein, en waarschijnlijk ook Ed van Thijn (gewezen delegatieleider van de OVSE waarnemers in Bosnië). De Volkskrant drukte de brief af op 9 oktober, en berichtte daarover op de voorpagina, vermoedelijk op aandringen van hoofdredacteur Pieter Broertjes (PvdA). Geholpen heeft het niet, maar de lijst van ondertekenaars geeft een beeld van de wereld van Mabel Wisse Smit, en met liefdadigheid heeft deze niets te maken.
Morton Abramowitz: voormalige VS-ambassadeur in Turkije. Hij was ook een tijdlang onderminister van Buitenlandse Zaken, belast met de inlichtingendiensten. Hij zat in het bestuur van Human Rights Watch – ook grotendeels door George Soros betaald. HRW was de belangrijkste pro-interventie lobby onder Clinton, en had destijds nauwe banden met de overheid en de inlichtingendiensten. Onder Bush heeft de organisatie minder te vertellen.
Aryeh Neier: voormalige directeur van Human Rights Watch, nu voorzitter van het Open Society Institute van George Soros.
Emma Bonino: verrechtste Italiaans ex-kamerlid voor de verrechtste Radicale Partij, ex-Europese Commissaris, lid van het Europees Parlement. De laatste jaren vooral bekend van een lobby om Israel tot te laten tot de EU, zie:
http://www.radicalparty.org/israel/israele_f.htm
http://coranet.radicalparty.org/israel
Zij leidt samen met Marco Panella de ‘Transnationale Radicale Partij”: doordat deze geen kandidaten stelt in nationale verkiezingen, heeft het de status van ‘niet-gouvernementele organisatie’ weten te krijgen. Bij de VN lobbyt de organisatie samen met Human Rights Watch, het OSI, en Freedom House voor de oprichting van een ‘groep van democratische staten’. (Deze groep zou onder leiding van de VS staan, en zou feitelijk de VN overnemen).
Gian-Franco dell’Alba: bestuurslid van de Transnationale Radicale Partij, lid van het Europees Parlement, secretaris van No Peace Without Justice. Deze organisatie voert campagne voor de berechting van oorlogsmisdadigers, en verassend genoeg blijken dat allemaal tegenstanders van de VS te zijn. De zogenaamd ‘onafhankelijke’ organisatie wordt betaald door de EU – meer dan een miljoen Euro. Verantwoordelijk daarvoor is EU Commissaris Chris Patten, van de Britse Conservatieve Partij.
Gareth Evans: oud-minister van Buitenlandse Zaken van Australië, en bestuurslid van de International Crisis Group, samen met Emma Bonino. De ICG is een machtige lobby voor westerse interventie. Ed van Thijn en Wim Kok zitten in het bestuur, samen met belangrijkere figuren zoals ex-NAVO chef Wesley Clark, inmiddels ook ex-presidentskandidaat. ICG wordt betaald door de Verenigde Staten (USIP, verleent namens het Amerikaans parlement subsidie aan buitenlandse politieke organisaties). Ook andere westerse landen (inclusief Nederland) betalen mee, ook Bill Gates, en het kan niet anders, ook het OSI van George Soros. Mabel Wisse Smit heeft in 1997 werk verricht voor de ICG, dat blijkt uit deze pagina, nu offline:
http://www.crisisweb.org/annual/1998/staff.htmICG would like to thank the following individuals for their contribution to the organisation’s work during 1997: Laura Bernard, Sue Blackmore, Lee Bryant, Carole Corcoran, Lynne Davidson, Leo Dobbs, Eran Fraenkel,Martin Gairdner, Betsy Hamilton, Deborah Hinton, Alice Jay, Bernard Leloup, Peter Luff, Ivan Lupis, Paul Manning, Moritz Mieier-Ewart, Natasha Nadazin, Raymond Ryan, David Shearer, Simon Sheehan, Victor Tanner, Christiaan Winkel and Mabel Wisse-Smit.
William Shawcross: zit ook in het bestuur van de International Crisis Group. Shawcross is een voormalige tegenstander van de oorlog in Vietnam, die later voorstander werd van westerse ingrijpen, onder andere in Tsjetsjenië, Irak, Sierra Leone, Timor en Afghanistan. Hij heeft dan ook het beleid van Bush en Blair in Irak fel verdedigd, en gaat daarover een boek schrijven – naast zijn biografie van de Koningin-moeder, zie
http://www.guardian.co.uk/monarchy/story/0,2763,997231,00.html
Bernard Kouchner: al lange tijd lobbyist voor westerse interventie. Oprichter van Artsen Zonder Grenzen, die een belangrijke rol speelde in het populariseren van de “humanitaire” militaire interventie. Na de luchtoorlog tegen Servië, werd Kouchner door de VN en NAVO benoemd tot gouverneur van bezet Kosovo – een passende functie gezien zijn neocoloniale denkbeelden. Hij wordt ook genoemd als mogelijk Gouverneur van Irak, als daar een VN-bestuur ingesteld moet worden.
Mark Malloch Brown: neoliberaal, voormalige media-chef van de Wereldbank, en nu hoofd van UNDP – een deel van de VN dat zich laat sponsoren door het bedrijfsleven, zie
Albert Rohan: was hoofd van de afdeling Oost-Europa van het Oostenrijkse ministerie van Buitenlandse Zaken, en daarna secretaris-generaal, tijdens de Balkan-oorlogen. Bepleitte destijds militair ingrijpen, en de onafhankelijkheid van Kosovo, zie
en deze toespraak:
http://www.osce.at/osze/od/dokumente/upld/958982242.rtf.html
“In dealing with ruthless authoritarian regimes, diplomacy alone is not enough. It has to be backed-up by a credible threat of armed intervention and – if necessary – by military action. Looking at the developments in the Balkans of the last 10 years it becomes evident that everything that has been achieved in terms of conflict resolution has been done so by military force.”
Rohan is misschien degene die Mabel Wisse Smit subsidie verleende, voor een bijeenkomst in Wenen in 1997, onder de vlag van haar “European Action Council for Peace in the Balkans”. In elk geval betaalde zijn ministerie. Het is onduidelijk waarom de EACPB überhaupt subsidie kreeg, want veel meer heeft het nooit gedaan, tenminste niet in het openbaar. Zie het rapport naar aanleiding van de bijeenkomst in Wenen:
Laura Silber: schreef een hetzerig boek (samen met een hetzerige BBC-serie) om de publieke opinie in Engeland te bewerken, ten gunste van militaire ingrijpen. Zie de recensie (zeer pro-Servië) hier
Later ging zij ook werken bij het Open Society Institute, als beleidsadviseur.
George Soros: echt de spin in het web. Soros is niet alleen een van de rijkste mannen ter wereld, hij heeft ook een grote invloed op de buitenlandse politiek van de westerse landen, en de politieke ontwikkeling in Oosteuropese landen. Hij is de vleesgeworden kruistocht voor de westerse waarden. Er is veel op het internet te vinden over Soros: dit is van de New Statesman, juni 2003, door Neil Clark…
http://www.mindfully.org/WTO/2003/George-Soros-Statesman2jun03.htm“Soros likes to portray himself as an outsider, an independent-minded Hungarian emigre and philosopher-pundit who stands detached from the US military-industrial complex. But take a look at the board members of the NGOs he organises and finances. At Human Rights Watch, for example, there is Morton Abramowitz, US assistant secretary of state for intelligence and research from 1985-89, and now a fellow at the interventionist Council on Foreign Relations; ex-ambassador Warren Zimmerman (whose spell in Yugoslavia coincided with the break-up of that country); and Paul Goble, director of communications at the CIA-created Radio Free Europe/Radio Liberty (which Soros also funds). Soros’s International Crisis Group boasts such “independent” luminaries as the former national security advisers Zbigniew Brzezinski and Richard Allen, as well as General Wesley Clark, once Nato supreme allied commander for Europe. The group’s vice-chairman is the former congressman Stephen Solarz, once described as “the Israel lobby’s chief legislative tactician on Capitol Hill” and a signatory, along with the likes of Richard Perle and Paul Wolfowitz, to a notorious letter to President Clinton in 1998 calling for a “comprehensive political and military strategy for bringing down Saddam and his regime”.
Take a look also at Soros’s business partners. At the Carlyle Group, where he has invested more than $100m, they include the former secretary of state James Baker and the erstwhile defence secretary Frank Carlucci, George Bush Sr and, until recently, the estranged relatives of Osama Bin Laden. Carlyle, one of the world’s largest private equity funds, makes most of its money from its work as a defence contractor.
Soros may not, as some have suggested, be a fully paid-up CIA agent. But that his companies and NGOs are closely wrapped up in US expansionism cannot seriously be doubted.”
Het is interessant om Soros te vergelijken met zijn vriend Tom Lantos, een Amerikaans Congreslid met een vergelijkbare achtergrond. Beiden komen uit een gegoed joods milieu in het vooroorlogse Boedapest, beiden overleefden het fascistische regime, maar kozen ervoor om naar het westen te vluchten, liever dan in een communistische Hongarije blijven – ze hebben een diepe afkeer van het communisme. Het verschil is dat Lantos de VS verheerlijkt als een soort verlosser, zowel van de joden, als van Hongarije, als van Europa. Dat doet Soros niet, tenminste niet in het openbaar. Gezien zijn beleid, lijkt het echter waarschijnlijk dat hij ook een vergelijkbare historisch rol toekent aan de VS.
In November 2003 heeft Soros besloten om de campagne van de Democraten tegen de zittende president Bush te ondersteunen. Zijn kritiek op Bush werd in sommige media als kritiek op Amerikaanse militaire interventies gezien. Dat is niet juist, want Soros heeft ze ondersteund toen Clinton president was – en zou ze ongetwijfeld weer bepleiten onder bijvoorbeeld president Kerry. In 1999 sprak Soros op de John Hopkins University, en zijn (zeldzame) toespraak geeft zijn ideaal weer, van wereldwijde militaire interventie door een alliantie van democratische landen, onder de vlag van de VN. Dat laatste is inderdaad taboe voor Bush en zijn neoconservatieve adviseurs, maar Bush en Soros delen het streven om de wereld opnieuw te ordenen, met geweld…
“We need an authority that transcends the sovereignty of states. We have such an authority in the form of the United Nations, but the UN is not guided by the principles of open society. It is an association of states, some of which are democratic, others not, each of which is guided by its national interests. We have an association of democratic states, NATO, which did intervene in defense of democratic values, but it is a military alliance incapable of preventive action. By the time it intervenes it is too late and we have seen that its intervention can be counterproductive. It needs to be complemented by a political alliance dedicated to the promotion of open society and capable of acting both within the UN and outside it.”
Commencement Speech delivered by George Soros.
Paul H. Nitze School of Advanced International Studies, John Hopkins University, May 27, 1999.
De volgende dag werden Servië en Kosovo dag en nacht gebombardeerd, met in totaal 792 aanvalsvluchten.
Een eindoordeel
In 1990 was er geen oorlog in Joegoslavië. Wat daarna gebeurde, is primair terug te voeren tot het besluit om Joegoslavië om te vormen tot een federatie van etnische staten. Dat werd besloten in November 1943 – al tijdens de Duitse bezetting – door de Nationale Bevrijdingsraad, onder leiding van Tito. Het eerste Joegoslavië, een monarchie, voerde rond 1930 een centralistisch beleid, maar het centralisme heeft nooit veel steun gekregen. Tito zag er definitief van af, en daarmee was het lot van het land bezegeld. Zo kwam het dat Joegoslavië in 1990 al opgedeeld was, in deelstaten met eigen etnische identiteit en eigen parlement. Ze hoefden maar de onafhankelijkheid te verklaren. 14 jaar later is de overgang naar een Zuid-Oost Europa van de nationale staten nog niet afgerond. In de komende jaren wordt Bosnië waarschijnlijk alsnog opgedeeld, en Kosovo zal een volledig autonome status krijgen, of misschien onafhankelijkheid.
Het opsplitsen van Joegoslavië was echter niet een zuiver Joegoslavische zaak. De Europese machten hebben zich ouderwets bemoeid met de gang van zaken. Italië en het Vaticaan steunde de onafhankelijkheid van katholieke Kroatië, Duitsland ook, want het land was een bondgenoot in de Tweede Wereldoorlog. Slovenië kreeg steun in de EU, want de Sloveense cultuur zou meer ‘Europees’ zijn dan de cultuur van de zuidelijker deelstaten. Rusland beloofde steun aan Servië: de Russische economie was ingestort en er kwam geen interventie, maar de polarisatie (orthodox tegen katholiek en moslem) versnelde wel de afbraak van Joegoslavië.
Bepalend was dat vanaf het begin van de oorlog in Kroatië (1991), allerlei politieke vampieren zich met de zaak ging bemoeien. Een deel van de Westeuropese en Amerikaanse elites – politici, journalisten, kunstenaars, zakenlieden – heeft zich ten doel gesteld, Joegoslavië op te splitsen in nationale staten. Dat wilde ze bereiken ongeacht het menselijk leed, desnoods met militaire middelen. Ze wilden de steun verkrijgen van hun eigen regering, publieke opinie en militairen – door middel van de grofste propaganda, en door hun tegenstanders als onmensen en fascisten af te schilderen. Toen ook nog oorlog in Bosnie uitbrak, verkeerde het Europees politiek leven in de ban van hun campagne. In termen van politieke opwinding, werden die jaren pas overtroffen op 11 september 2001.
Dat is het historisch kader van de oprichting van de European Action Council for Peace in the Balkans, en later War Child, door Mabel Wisse Smit, Phon van den Biesen, en Willemijn Verloop. In het begin waren beide organisaties gevestigd op het kantoor van Van den Biesen. Je moet goed begrijpen wat het woord ‘vrede’ voor hun betekende in die dagen, om de ‘vredesbeweging’ EACPB te begrijpen. Veel zogenaamde vredesgroepen in die tijd, waren verkapte pro-Bosnische, pro-Kroatische, of soms pro-Servische lobbygroepen, al gingen de meesten niet zover om wapenleveranties te regelen. ‘Vrede’ betekende voor de EACPB steun aan de gewapende strijd van de Bosnische SDA-regering voor een onafhankelijke nationale staat Bosnië. Een staat voor het Bosnische volk en niet een provincie binnen Joegoslavië, met een Bosnische identiteit, geen multi-etnische ‘Joegoslavische’, gebaseerd op de bijzondere geschiedenis en cultuur van het het land en volk. Dat doet denken aan Nieuw Rechts of de NNP, en het gaat natuurlijk om dezelfde ideologie, het nationalisme. Om een beeld te krijgen van wat die mensen aangericht hebben in Bosnië; kan je de volgende vergelijking gebruiken… Stel, een invloedrijke deel van de Chinese elite overtuigt de Chinese regering om wapens te sturen naar Michiel Smit, omdat het Hollandse volk slachtoffer is van genocide door de EU en het Arabische Liga. Vervolgens worden de immigranten verdreven uit Rotterdam, en wordt Smit daar in het zadel geholpen als leider van een zuiver-Hollandse stadstaat. De weinige Chinezen die deze onzin proberen tegen te spreken, worden in de media afgeschilderd als handlangers van genocide. De vergelijking geeft aan, wat de Bosnië-lobby voor elkaar gekregen heeft, in het Europa van de jaren ’90.
Verloop, van den Biesen, en Wisse Smit hebben de EACPB in 1994 opgericht, om voor Bosnië te lobbyen. Tegelijkertijd had Mabel Wisse Smit een relatie met Mohammed Sacirbey, toen nog VN-ambassadeur van Bosnië. In 1995 hebben dezelfde drie War Child Nederland opgericht. In 1995 was Sacirbey Minister van Buitenlandse Zaken in Bosnië, opdrachtgever van Phon van den Biesen. Zodoende had War Child Nederland via twee van de bestuurders banden met de Bosnische regering. War Child Nederland heeft in zekere mate fondsen binnengehaald, om de EACPB te ondersteunen. Het heeft zeker, samen met de Engelse tak van de organisatie, veel pro-interventie propaganda bedreven (en doet dat nog altijd).
Maar dat was niet alles. Mabel Wisse Smit heeft middels zowel de EACPB als War Child, de aard van haar werk ten gunste van Bosnië verdoezeld. Als ‘vredesactiviste’ of ‘kindervriend’ kan je makkelijker reizen, en contacten leggen, dan als ‘wapenlobbyiste’. War Child is als dekmantel gebruikt, daar komt het op neer. Verloop en van den Biesen hebben dat als bestuursleden van War Child toegestaan, en daarmee de donateurs belazerd. Niet alleen Mabel Wisse Smit, maar ook Phon van den Biesen, wist wat Mohammed Sacirbey deed, en wat hulp aan hem inhield. Hij regelde Iraanse wapenleveranties, bijvoorbeeld – en dat waren de zaken die hij openlijk regelde…
http://www.payk.net/mailingLists/iran-news/html/1995/msg01049.htmlIran says Islamic army chiefs to meet on Bosnia
NICOSIA, July 24 1995 (Reuter) – Iranian Foreign Minister Ali Akbar Velayati was quoted on Monday as saying defence ministers and military chiefs from eight Moslem states will meet soon to discuss ways of helping Bosnia’s beleaguered Moslems. Veleyati, quoted by IRNA in an interview with the Tehran daily Iran, said the military chiefs would ‘discuss practical ways to help Bosnian Moslems.” Bosnian Foreign Minister Mohammed Sacirbey, who attended the Geneva meeting, told a news conference later that he had been given pledges of weaponry and that OIC military chiefs and IRNA said Velayati stressed in his remarks to the newspaper that ‘according to the article 51 of the United Nations charter, the Bosnian government has the right to conclude bilateral defensive contracts with other countries.'”
Gelet op de activiteiten van Sacirbey, kan je in elk geval concluderen dat Mabel Wisse Smit schijnheilig en gewetenloos is. Zij heeft als bestuurslid van War Child fondsen ingezameld, om jonge slachtoffers van de oorlog in Bosnië te helpen. Kinderen met verwondingen, bijvoorbeeld, veroorzaakt door wapens. Wapens van het Bosnische leger, bijvoorbeeld. En waar kwamen die wapens vandaan? Voor een deel zijn ze heimelijk geleverd door de westerse machten, voor een deel uit Moslem-landen. In beide gevallen omdat de Bosnische regering, en haar vertegenwoordiger Mohammed Sacirbey, daarvoor gelobbyd hebben. In de westerse hoofdsteden, zeker in Den Haag, werd hij daarbij geholpen door zijn Nederlandse vriendin. De latere bewering van Sacirbey, dat Mabel niets wist van wapentransacties, is gewoon een leugen. Zoals het Reuters-bericht aangeeft, was een deel daarvan algemeen bekend.
Kortom, Mabel Wisse Smit is zelf mede verantwoordelijk voor het kinderleed, die ze zogenaamd bestreed. Zij moet geweten hebben, dat het gelobby van Sacirbey de oorlog verlengde. Nadat zij hem geholpen had, of in 1995 zelfs gelijktijdig, heeft ze zich voor War Child ingezet, ook als bestuurslid. (De troepen van de interventie macht IFOR bereikten Bosnië vanaf eind December 1995, de toestand stabiliseerde halverwege 1996).
Wat motiveerde mensen zoals Willemijn Verloop, Phon van den Biesen en Mabel Wisse Smit? Een deel van het antwoord ligt in de sociale klasse, in het feit dat ze tot de elite horen. Zij werden opgevoed, of hebben geleerd, zichzelf beter te vinden dan gewone mensen. Mabel Wisse Smit groeide op in het Gooi, zat op het gymnasium in Hilversum, studeerde af in twee studierichtingen, en liep stage bij de VN, Shell, het Ministerie van Buitenlandse Zaken, en ABN-AMRO. Dan voel je je wel verheven genoeg, om te bepalen wat goed is voor de inwoners van een arm deel van Europa.
De sociale afkomst verklaart ook hun definitie van de democratie, als ‘de heerschappij van een democratische elite’ – mensen met een vergelijkbare sociale achtergrond. In vele arme landen is er inderdaad een welbespraakte Engels-sprekende elite, vaak opgeleid in het westen, verklaarde voorstanders van de democratie. Democratisering, voor Mabel en haar vriendenkring, betekent dat deze mensen aan de macht geholpen worden, that’s all. De rest van de bevolking is voor dit proces irrelevant. Het congres in Belgrado over de economische toekomst van Servië is een goed voorbeeld van de verschillende wereldbeelden. Ik zie een door de VS beschermde zaken-elite, die zichzelf verrijkt ten koste van de verarmde meerderheid in het land. Maar voor Mabel Wisse Smit is het iets schitterend: na al die jaren communisme, een bijeenkomst van jonge talentvolle mensen die bezig zijn met interessante projecten – en geen achterhaald politiek correct gedoe over gezondheidszorg of gelijkheid.
Het racisme heeft ook een rol gespeeld, bij het gemak waarmee de elites in Europa bepaalde hoe Zuidoost Europa uit moest zien. Zelfs wanneer War Child en vergelijkbare organisaties doen ze wat ze beweren te doen – namelijk hulp verlenen – het paternalistische racisme straalt ervan af. In 2002 heeft War Child Nederland projecten gehad in Bosnië, Kosovo, Eritrea, Sierra Leone, Soedan, Georgië, Tsjetsjenië en Pakistan. Maar zoals gewoonlijk bij westerse hulporganisaties, zit er niemand uit die landen in het bestuur. Naar de namen te oordelen, is de organisatie 100% autochtoon Hollands (hoewel, de schoonmakers worden niet in het jaarverslag genoemd). De organisatie stoelt op een minachting voor de mensen die geholpen worden. Dan wordt de organisatie makkelijk ingezet voor iets wat hun toestand verergert – zoals een westerse militaire interventie. Het bestuur van War Child ziet de mensen in de ‘doelwit-landen’ niet als moreel gelijkwaardig, zeker niet wat betreft de sociale en constitutionele orde in hun eigen gebied. Niet toevallig: alle landen op de lijst van War Child worden ook genoemd als doelwit van westerse interventie, of zijn dat al geweest.
Een combinatie van arrogantie, verhevenheid, snobisme, racisme, en een mindere waardering van een niet-westers leven, bepaalde hoe Mabel Wisse Smit, Phon van den Biesen, en Willemijn Verloop zich bemoeide met de Balkan. Zij zijn niet de enigen: een berucht citaat van Madeleine Albright, VN-ambassadeur en minister van Buitenlandse Zaken onder Clinton, laat zien hoe ze denken. Albright was in mei 1996 te gast bij de talk-show “60 Minutes”, en Lesley Stahl stelde een vraag over het sanctiebeleid tegen Irak:
http://www.zmag.org/hermanworthit.htmStahl: “We have heard that a half a million children have died [because of sanctions against Iraq]. I mean that’s more children than died in Hiroshima. And – you know, is the price worth it?”
Albright: “I think this is a very hard choice, but the price – we think the price is worth it.”
Mabel Wisse Smit, Phon van den Biesen, en Willemijn Verloop zijn medeschuldig aan de dood van 270 000 mensen alleen al in Bosnië: nog eens 1 170 000 werden daar verdreven . De economie in de oorlogsgebieden stortte in, en is nog lang niet hersteld, zodat miljoenen mensen nog in armoede leven. In 1990 was er geen oorlog, en één staat tussen Oostenrijk en Griekenland. In 2004 zijn er westerse protectoraten en pro-westerse nationale staten. Dat zien ze liever dan Joegoslavië, en daarom denken ze: “Het was het waard”.