Het is een fabel dat een kroonprins(es) de troon niet zou kunnen weigeren. Ze worden alleen geacht dat niet te doen. Koning Willem III (Gorilla) weigerde aanvankelijk maar draaide snel bij. Zijn beide zoons hadden er evenmin zin maar kregen door hun vroegtijdig overlijden niet de kans te bewijzen dat ze standvastig in hun opvatting waren.
Omdat Willem terecht twijfelde aan de ambities van zijn beide zoons had hij zich uit voorzorg een 40 jaar jonger bruidje aangeschaft die deed wat van haar verlangd werd: baren.
Willem zag het koningschap aanvankelijk helemaal niet zitten. De Grondwetwijzigingen hadden de macht van de koning naar zijn smaak te veel ingeperkt. Toen zijn vader op 17 maart 1849 vrij plotseling in Tilburg overleed, verbleef hij al een aantal maanden in Engeland om Britse instellingen te bestuderen.
Dat was althans de officiële smoes. Volgens zijn echtgenote was de ware reden dat zijn maîtresse naar Engeland was vertrokken. Ze zou zwanger van hem zijn. Dat Willem smoorverliefd was op Louise-Rose Rouvroy, van beroep operazangeres, staat vast en dat hij haar heeft bezwangerd ook. Uit een brief aan Louise zou je haast denken dat God haar zwanger had gemaakt en niet Willem zelf: ‘als het Opperwezen in zijn oneindige wijsheid en goedheid heeft gewild dat je moeder zult zijn, nu hij in jou de kiem heeft geplant waardoor je het zult worden (…)’.
In dezelfde brief schreef hij dat hij zich met haar in Frankrijk op een klein landgoed wilde vestigen én dat hij het vaste voornemen af te zien van het koningschap.
Willem haatte ministers en met de beide Kamers wilde hij niets te maken hebben. Minister L.A. Lightenvelt verdacht Willem ervan dat zijn afkeer van het koningschap gespeeld was en alleen diende ‘om zijn schaamteloze vrijheidsdrang te maskeren die maakt dat hij zich nergens iets aan gelegen laat liggen’. Iedereen kon wat Willem betreft dus de pot op. Waarom? Seks. Volgens Lightenvelt was ‘de seksualiteit (…) van grote betekenis voor zijn verlangen naar vrijheid.’
Er is heel wat bidden en smeken aan te pas gekomen voordat hij zich als koning liet installeren. Kennelijk trokken de aan het koningschap verbonden privileges en financiële toelages hem toch over de streep.
Kroonprins Willem (roepnaam ‘Wiwill’) had zich in Parijs gevestigd. Met zijn vader kon hij het – zoals de meesten – niet vinden. In Parijs leefde hij als God in Frankrijk. Hij zoop, was een graag gezien gast in cafés en bordelen en omringde zich met foute vrienden en klaplopers. De Parijse schandaalpers had moeite zijn uitspattingen, feesten en avontuurtjes bij te houden.
Contact met Nederland had hij nauwelijks, behalve dan dat hij zijn riante kroonprinsenuitkering van 100.000 gulden welwillend incasseerde. Niets wees erop dat hij de troon ambieerde, maar hoe het echt zat zullen we nooit weten want hij overleed op 11 juni 1879 aan een ‘borstaandoening’.
Le Figaro noteerde: ‘Met de prins van Oranje verdwijnt een van de merkwaardigste verschijnselen van Parijs.’ Wiwill was volgens de krant ‘een van de meest Parijse figuren geworden die het asfalt de laatste twintig jaar hebben gesierd.’
De nieuwe kroonprins Alexander was ziek, depressief en mensenschuw. Voor vrouwen had hij geen belangstelling, wat toch van een kroonprins – vanwege de opvolging – verwacht mag worden. Continuering van de monarchie heeft immers altijd de hoogste prioritiet.
Op enige belangstelling voor de troon heeft niemand hem kunnen betrappen. Met zijn vader kon hij hij het evenmin vinden als zijn overleden broer Wiwill. Toen Alexander in 1884 overleed, zag zijn vader geen reden – hij zat weer eens in een Duits kuuroord – om direct naar huis terug te keren. Waarom zich haasten? Alexander was immers toch al dood. Pas drie weken later kwam hij terug.
Alexander stierf kinderloos, nog maar 32 jaar oud. Zijn halfzusje Wilhelmina was nu de eerste in de lijn van troonopvolging. Of zij wel geschikt was voor haar taak is – wat mij betreft – geen uitgemaakte zaak, maar ze heeft er zich in ieder geval niet tegen verzet.
Koning Willem III bakte niet veel van zijn koningschap. Wiwill en Alexander zouden dat vermoedelijk ook niet hebben gedaan, maar omdat beiden voortijdig stierven blijft het speculeren.
Het koningschap weigeren is niet verboden. Wel onwenselijk. Als het toch gebeurt, voorziet de Grondwet in de opvolging.
Het huidige gezeur over het niet kunnen weigeren van het koningschap is absurd. De monarchie trouwens ook.