Wat een vreselijk verhaal is dat over D66 Tweede Kamerlid Sidney Smeets. Natuurlijk, alles moet nog bewezen worden en iedereen is onschuldig tot het tegendeel bewezen is. Maar wat nu boven water is gekomen noopt tot een onmiddellijke inwerkingtreding van het ‘Nieuwe Leiderschap’ dat Sigrid Kaag ons beloofd heeft. Tot dusverre faalt D66 daarin hopeloos.
Ik heb enorme bewondering voor en compassie met de jongens die het aangedurfd hebben om naar buiten te treden. Niet anoniem, maar met naam en toenaam. Dat is nog eens andere koek dan het Kamerlid zelf. Wel minderjarige jongens bestoken met suggestieve en seksueel getinte ‘direct messages’, maar duiken als er gesodemieter van komt. En dan ‘een paar dagen rust nemen’. De man is pas veertien dagen aan het werk als Kamerlid! Wat nou rust? Zoals iemand twitterde: “Als ik nog binnen de proeftijd al een paar dagen rust zou nemen werd ik op staande voet ontslagen”.
Het D66-Kamerlid liet in een schriftelijke verklaring weten dat hij geschrokken is van de berichtgeving. “Ik heb me naar beste weten altijd gedragen binnen de wetten die in Nederland gelden”. Ja hoor, in Nederland is het niet verboden om als veertiger ranzige berichtjes te sturen naar jongens van 16. Zoals het in Nederland ook niet verboden is om je vrouw in het gebouw van de Tweede Kamer te prostitueren, een praktijk die heden ten dage ook al gangbaar is. Recent nog gaf de Tweede Kamer blijk van een hoge morele standaard door een gewichtig ‘College van Onderzoek Integriteit Tweede Kamer’ in het leven te roepen. Zijn ze al aan het werk? Tip voor de lezer: iedere burger kan klachten indienen bij dat College. Zie www.tweedekamer.nl, zoekopdracht ‘College van Onderzoek’.
Dat een paar digitale acties van een groepje bepotelde jongens -terecht of niet terecht, dat zullen we spoedig weten- de carrière van een Tweede Kamerlid in minder dan geen tijd kan ruïneren toont weer eens aan hoe gevoelig de samenleving geworden is voor aantijgingen van seksueel aberratief gedrag. Dat geldt zeker voor publieke personen die, begrijpelijkerwijze, onder een vergrootglas liggen. Voorbeeldfunctie en zo.
Dat kan naar twee kanten uitwerken: de schandpaal voor de stiekemerd of de hypocriet die wordt ontmaskerd, of een doodsklap voor iemand die door zo’n aantijging in de verdediging wordt gedrukt en aan wie altijd de smet blijft kleven van ‘er was iets’. Wie herinnert zich niet de kwestie Jelle Brandt Corstius/Gijs van Dam? Nooit zijn de feiten precies vastgesteld, maar ‘er was iets’. Het heeft het leven van Van Dam, de aangeklaagde, bijkans vernield.
Het is gelukkig qua ernst onvergelijkbaar, maar uit eigen ervaring weet ik hoe het voelt om onterecht in de #metoo-sfeer getrokken te worden. Het was al een beetje weggezakt, maar de actuele gebeurtenissen rondom het D66-Kamerlid blies mijn latente woede nieuwe adem in.
In de zomer van 2020 bereikten mij berichten dat huidig 50PLUS-voorzitter Jan Nagel, oud PvdA- en VARA-coryfee, voormalig lid van de Eerste Kamer en op dat moment de net (opnieuw) gekozen voorzitter van die politieke partij, het verhaal verspreidde dat ik mij als zijn voorganger- partijvoorzitter begeven zou hebben in ongewenste intimiteiten jegens een jonge medewerker van het partijbureau. Deze nonsens -de medewerker in kwestie was ook helemaal geen homo- had de 50PLUS-veteraan kennelijk bedacht als legitimatie voor zijn coup tegen het partijbestuur onder mijn voorzitterschap.
Nagel ging daarbij zover de medewerker op non-actief te stellen wegens ‘contacten met mij’, waarbij hem werd toegevoegd dat die parallellen vertoonden met ‘Londen, Profumo’. Dit schandaal rond een Britse minister van Defensie en een prostituée speelde zich af begin jaren ’60 van de vorige eeuw. Geen wonder dat de jeugdige, totaal verbouwereerde bureaumedewerker de partijvoorzitter glazig aankeek en pas door kreeg wat hem voorgehouden was toen ik hem uitlegde wat ‘Londen, Profumo’ betekende. Hij werd ziedend.
Door een gelukkige omstandigheid werd ik heel snel geïnformeerd dat Nagel dit kulverhaal plugde. Van meerdere kanten kreeg ik daarna een bevestiging dat hij het #metoo gerucht inderdaad verspreidde. Nog voordat hij kans had gezien er een lopend vuur van te maken –waarna ik in de verdediging zou zijn gedrukt en het effect zou zijn geweest ‘er was wat’- kon ik het onschadelijk maken door hem er meteen op aan te spreken. Ik mailde Nagel met de vraag of het waar was dat hij mij had beschuldigd van ongewenste intimiteiten jegens een jonge bureaumedewerker. Hij ontkende niet, maar betoogde dat zijn contacten met de medewerker in kwestie correct waren verlopen. Wat door de medewerker krachtig werd tegengesproken. Die had de bejegening van de toen tachtigjarige, immer met een Koninklijke Onderscheiding getooide partijveteraan, als zeer intimiderend ervaren. Op mijn tweede, doorvragende mail reageerde Nagel niet meer. Kennelijk had hij begrepen dat hij beter zijn mond kon houden. Zo ontmantelde ik deze lont in een gefabuleerd kruidvat. Maar het had ook heel anders kunnen aflopen.
Moraal van dit verhaal: #metoo heeft veel ellende blootgelegd die we nog niet kenden. Het is een geweldige trigger om misstanden aan de kaak te stellen en misdragingen en hypocrisie de kop in te drukken. Maar wees voorzichtig. Want #metoo is in onze zwaar gedigitaliseerde wereld ook een machtig instrument om iemand van wie je af wilt of aan wie je een hekel hebt te gronde te richten.