Ongeveer mijn jeugd lang groeide ik op in reformatorische kring. Nog wel bij een ouderling, met een voorname, vrome taak in de kerk. Gezin, school, kerk, dát was de wereld. En dan alles reformatorisch. God centraal, niet de mens. Regels, straf, zonde. Het bepaalde voor een groot deel mijn leven. Als kind ervoer ik de reformatorische gemeenschap als zwaarmoedig, somber, repressief, in mijn geval zelfs destructief. Maar hierover hoor je eigenlijk nauwelijks mensen spreken.
Onlangs las ik in verband met de aanvallen van de Taliban in Afghanistan de volgende zin bij de NOS: “We zenden op onze kanalen films en muziek uit en maken programma’s over mensenrechten en berichten kritisch over de politiek. Daar houden de Taliban niet zo van”, vertelt Shaiq met een glimlach.”
“Hij verwacht weinig vrijheid over te houden: “Geen amusement meer, geen muziek, geen films, dat zal het nieuwe beleid worden.”
(Bron: NOS in dit artikel)
Zo van kijk daar eens, die Taliban toch. Maar ik herkende uit mijn jeugd heel goed wat de Taliban daar deden. Hoe ook in ons land religieuze stromingen vrijwel hetzelfde kunnen denken. Stromingen, die ook politiek actief zijn. En waarom ben je politiek actief? Juist, om de invloed, de macht, het spel van het heersen. En in ons land doen fundamentalistische christelijke stromingen mee om die macht: de SGP bijvoorbeeld.
Reformatorisch
Opgroeien in reformatorische kring maakt, dat je vergeleken met mensen die hier niet mee te maken hebben heel veel hebt gemist. Door de indoctrinatie en het ontbreken van een ‘zelf’ betekende het dat je vooral leerde wat niet mocht, niet kon. Je leerde zondig te zijn, niets dan zondig.
In de indoctrinatie leerde je dat we eigenlijk alleen maar leefden in de genade van God. In feite hoorden we niet te bestaan. We waren daar te zondig voor. Maar goed, dat kon je dan hopelijk iets opheffen, door heel diep voor God te buigen en een enorme hoeveelheid geboden en verboden dagelijks in acht te nemen. Uiteindelijk ging het niet om het hier en nu, maar telde alleen het hiernamaals.
Geboden en verboden
Als kind leerde ik hoe jongens kort geschoren moesten zijn, meisjes en vrouwen moesten juist lang haar. Meisjes mochten alleen een jurk dragen. En in alles keek God mee en bepaalde via de leefregels het leven. Van de kleur van de verwarming, tot het soort bekers op tafel. Een smiley was van de duivel, ach, bijna 99 procent van de moderne westerse wereld was van den duivel.
God keek naar je kleding, hoe vaak je bad op een dag, hoe vaak je in de kerk zat, maar ook of je schoenen gepoetst waren. Of je als kind keurig een stropdas droeg en een tien had voor psalmversje. Gezangen waren uit den boze en God keek toe of je je ogen gesloten had onder het bidden. Ook bepaalde God dat je lichaam smerig, verkeerd en zondig was. Dat voetballen niet kon, maar badminton juist wel. Dat een televisie verboden was, maar de radio nog net mocht. Om te gebruiken als ‘kerktelefoon’- uitzendingen van kerkdiensten over de radio. De kleur van de was-ton en het merk tandpasta, over alles beslist God. Wie had er ook weer iets over de Taliban te zeggen?
Vijanddenken
Het vijanddenken in de reformatorische geloofsgemeenschap is eigenlijk heel simpel. Wie niet tot hun kerk behoort, is altijd hun vijand, zo moest ik leren. In de jaren ’70 merkte ik dat, zodra we bijvoorbeeld hippies zagen met lang haar. Maar ook de katholieken, de boeddhisten, de moslims gaan volgens de zwarte kousenmensen linea recta naar de hel. Ik groeide op met openlijke haat tegen zwarten. En dat ondanks het dubbeltje dat we op maandagochtend voor die ‘arme nikkertjes in Biafra’ als zendingsgeld moesten afstaan. Voor mensen met een andere huidskleur bestond diepe minachting. Maar ja, reformatorisch, dat komt in Afrika of China natuurlijk ook niet voor.
Christelijk is niet altijd goed, leerde ik
Maar ook wie dichter bij de reformatorische gemeenschap staat spaart men niet. Andere christelijke geloofsgemeenschappen, zoals de Lutherse kerk, het Apostolisch Genootschap of het artikel 31 kerkgenootschap behoorden tot de poel des verderfs. Ik groeide op met het idee, dat de hele wereld de vijand was, dat buiten de SGP geen enkele partij hoorde te bestaan. En de SGP, die zou ons land inrichten naar den Bijbel – zeg maar een reformatorisch kalifaat. Als zij maar groot genoeg zouden worden. Want niemand beseft wat het zou betekenen, als zij de macht in ons land zouden innemen.
Reformatorisch kalifaat
Stel eens voor dat we met zijn allen naïef op de SGP zouden stemmen. Onze stem zouden uitbrengen voor de reformatorische gemeenschap in ins land.
In een reformatorisch kalifaat draait alles om God, verder niet. Hoe zou dat eruitzien, een SGP aan de macht? U zou in heel veel vrijheden worden ingeperkt. Alle discotheken zouden sluiten, maar ook de meeste horecagelegenheden, alle snackbars, alle bioscopen, het zou een doodse boel worden. Alle popmuziek zou verboden worden omdat de reformatorische leefregels bepalen dat alle muziek isoritmisch moet zijn. Er zouden alleen nog maar reformatorische scholen bestaan, alle televisies zouden verboden zijn en op pleinen zien we openbare boekverbrandingen. Het internet zou zwaar gecensureerd worden en de doodstraf zou opnieuw worden ingevoerd. Een soort sharia, maar dan in een christelijk jasje.
Opgelegde reformatorische normen
Er zouden kledingvoorschriften komen, bikini’s zijn in reformatorische visie taboe en verboden, maar ook T-shirts, jeans, alles wat maar enigszins modern was of van den wereld. Natuurlijk mogen we ons niet laten vaccineren, want als we ziek worden en zelfs sterven is dat Gods wil.
Openbaar kunstbezit zou gekuist worden van alles dat volgens de Bijbel verboden is – onze nationale schilder Rembrandt van Rijn zou misschien nog net mogen vanwege zijn Bijbelse inslag en sombere donkere kleuren. Veel kledingzaken zouden moeten sluiten, evenals speelhallen, uitbundige snoepzaken zoals Jamin (vanwege de vele zondige kleuren en de fijne smaak), pretparken en speeltuinen voor kinderen zouden gedwongen moeten sluiten.
Het Formule 1 -circuit en ook alle Voetbalstadions zouden per direct moeten sluiten, dat is immers vermaak. En dat is verboden.
Zondag
Op zondag zou alles sowieso sluiten en niemand zou met de auto mogen rijden of mogen fietsen op zondag. Want zoiets is werken. Iedere zondag gaat iedereen verplicht driemaal naar de enige juiste kerk. Om daar in sombere kleding uit volle borst God te bezingen. Zweep- en stokslagen worden ingevoerd voor diegenen die niet naar Gods wil zouden luisteren. Fysieke kindermishandeling genormaliseerd, omdat het Gods wil is kinderen te ‘tuchtigen’.
De Media Markt zou hard getroffen worden. Gekuist worden van de meeste moderne apparatuur, zoals spelcomputers, stereoapparatuur, televisies, en wat te denken van een elektrische step. Allemaal duivels spul. De afdeling voor keukenapparatuur is dan de grootste afdeling, om vrouwen langer achter het aanrecht te laten staan.
Ingrijpende veranderingen
Maar er zou veel meer veranderen. Alle kranten en mediabedrijven zouden moeten sluiten – uiteindelijk ook de NOS. Er zou een krant overblijven, het Reformatorisch Dagblad; immers reformatorische mensen zijn alleen overtuigd van hun eigen gelijk. Onze literatuur zou slinken tot een restje onnozel Bijbels geneuzel en vrijwel alle tijdschriften en magazines zouden worden verboden. Puzzelboekjes mogen dan in reformatorische kring weer wel.
Alle moskeeën in ons land werden bestormd en afgebroken en in tuincentra werden alle Boeddhabeelden verwijderd en wat allemaal verder een wereldse uitstraling heeft.
Vrijwel alle evenementen zouden verboden worden, van kermissen tot muziekoptredens, maar ook opera en toneel zou radicaal worden verboden. De kunstuitleen, het grootste deel van de bibliotheek zou gesloten worden, kappers zou worden voorgeschreven hoe mannen en vrouwen geknipt moesten worden.
Alle afbeeldingen van vrouwen/ mannen/ kinderen die niet correct gekleed zijn zouden verboden worden, de bikini verdwijnt en vrouwen worden verplicht hun lichaam zoveel mogelijk te bedekken. Jongens mogen niet in korte broek naar school, omdat dit een zondige uitstraling geeft.
Natuurlijk sluiten alle abortusklinieken en verder ook alles wat te maken heeft met genot, plezier, emotie en leven, dat alles is verboden.
Bijbel als enig doel in het leven
Er zouden honderden, misschien duizenden verkooppunten van de Heilige Schrift komen, alle katholieke kerken zouden gesloten worden- net als de moslims en elk ander geloof zouden ze worden beschouwd als heidenen. En heidenen, dat is bekend, horen volgens reformatorische mensen te branden in de hel.
Wie in het reformatorisch kalifaat over straat zou lopen zou opmerken dat we teruggaan naar ergens in de zestiende eeuw, alles gebaseerd op de Nederlandse Geloofsbelijdenis, De Heidelbergse Catechismus en de Dordtse Leerregels. Voor de rest is namelijk niets belangrijk.
Seksualiteit
Maar ook zou iedereen het direct gaan merken aan beleving en überhaupt mogen hebben van seksualiteit. Spreken we nu wel over seksuele roofdieren, ik ben voor de invoering van een nieuwe term. Voor religieuze roofdieren is alle seks namelijk de allergrootste zonde op aarde, waarvoor geen straf hoog genoeg kan zijn. Niet alleen zou de LHGBTI-gemeenschap fel worden bestreden er zouden slechts twee letters overblijven die binnen het reformatorisch kalifaat zouden passen. Toch nog twee? Ja, KH. Die van Keurige Heteroseksualiteit. Zoals God het had bedacht, ergens in de zestiende eeuw.
Seks was toch uitsluitend bestemd voor man en vrouw, pas na het huwelijk (ik meen ook niet dat het de eerste nacht al mocht, want dan tartte je God). En alles wat hierbuiten viel, zoals masturbatie of een andere seksuele voorkeur, is gewoon zwaar strafbaar, des duivels, werelds, goddeloos.
Onderdrukte seksualiteit
Als puber is er geen ruimte om te experimenteren, te zoeken naar eigen seksualiteit. Dat bestaat immers niet. Die fase ligt erg gevoelig. In het ideaalbeeld van de reformatorische gemeenschap is iemand éénentwintig en denkt dan ineens van de ene op ander dag alleen maar aan het andere geslacht. Verder niet. Nooit. En ja, dan mag verloving vanaf éénentwintig jaar, vanaf dan ziet God je ineens als volwassene.
Trouwen gebeurt vanuit de kerk, in alle ootmoedigheid vanwege het zondig zijn. Zelfs de belangenvereniging van homo’s en lesbiennes, het COC, hoor je niet over de vaak desastreuze en destructieve invloed die de zwaar christelijke kerk had op menig arme puber. Hoe moet je ver in de vijftig, zestig of zelfs zeventig alsnog leren omgaan met homoseksuele gevoelens, die door de kerk te vuur en zwaard werden bestreden?
Extremisme
Reformatorisch lijkt onschuldig, omdat we in ons land keuzevrijheid hebben. Ze doen maar, in eigen kring. We mogen kiezen, of we wel of niet gelovig zijn. Maar reformatorisch is verre van onschuldig. In de onderliggende dogma’s is alles gebaseerd op God en dat maakt alle menselijke zaken ondergeschikt.
Geen extern meldpunt voor kindermishandeling in reformatorische kring
Bovendien schuilt er een redelijk groot gevaar in, dat deze fundamentalistische religie makkelijk gebruikt wordt als excuus voor zware vormen van psychische indoctrinatie/ mishandeling van kinderen of van fysieke kindermishandeling. En daarmee komen ze makkelijk weg. Want waar de Katholieke kerk en de Jehova Getuigen als vanzelf geen eigen meldpunt mochten hebben voor kindermishandeling/ seksueel misbruik, zien we dat bij de Reformatorische gemeenschap wel. De reformatorische slager keurt zijn eigen vlees. Vanwaar deze uitzondering? Het meldpunt gaat trouwens alleen over seksueel misbruik, want (zwaar) fysiek en psychisch geweld tegen kinderen is kennelijk te gewoontjes voor de leden van de reformatorische kerkgenootschappen.
Een gemiste kans, om de vormen van extremisme die binnen de reformatorische gemeenschap heersen en een hoge tol eisen van willekeurige kinderen en volwassenen (vooral vrouwen) die hiermee te maken krijgen aan te pakken. Want uit ervaring weet ik, dat je met de levenslange gevolgen van de kerkelijke indoctrinatie en minachtende houding kunt blijven zitten. Het werkt als een rem in je ontwikkeling. In het zoeken naar identiteit, naar jezelf en je emoties, zonder alles van de kerk.
We wachten op een overheid die ook de ontwrichtende zaken van de reformatorische kliek in ogenschouw neemt. En wil inzien welke ellende zij aanrichtte en nog altijd aanricht in levens van mensen in onze vrije westerse wereld.