Het slechtste dat een overheid kan overkomen is het verlies van vertrouwen van haar burgers. Het begint vaak sluipend, bijna onmerkbaar. Het zijn vaak op zich niet eens zulke grote fouten en blunders die de burger van de staat en dus de politiek vervreemden. Maar zodra de optelsom een kritische grens overschrijdt, zijn de poppen aan het dansen.
Die kritische grens is in de polder waarschijnlijk nog niet overschreden. Kankeren op de boven ons gestelden is een vaderlandse specialiteit. Niettemin, het vertrouwen in de democratie en haar instituties blijft verrassend hoog, zoals het Sociaal-Cultureel Planbureau (SCP) steeds weer vaststelt. Ondanks Geert Wilders en Thierry Baudet en hun kornuiten en het geschuimbek in de sociale media.
Niks aan de hand, dus, met de gezondheid van de polderdemocratie? Was het maar waar. Voor alarmfase rood of misschien zelfs code oranje is het inderdaad nog te vroeg. Maar er broeit genoeg om de dijkbewaking te versterken.
Een goed functionerende democratie berust op één fundament en twee pijlers: vertrouwen, geloofwaardigheid en draagkracht. Concreet: vertrouwen in de politiek, de geloofwaardigheid van de politicus en het draagvlak onder de bevolking. Die democratische drie-eenheid is onlosmakelijk met elkaar verbonden. En van deze drie is het vertrouwen het fundament. Als dat weg valt, vallen de andere twee ook en stort de hele handel in elkaar. Vraag maar aan de bewoners van het Noord-Oost-Groninger wingewest en de slachtoffers van het toeslagenschandaal hoe groot hun vertrouwen in de politiek en de overheid nog is.
Dat vertrouwen is natuurlijk niet uit de lucht komen vallen. Het is in de loop der jaren gegroeid en op de proef gesteld. Het valt en staat bij de wisselwerking tussen overheid en burger. De overheid kent haar plaats, ze staat in dienst van de burger. De burger weet dat hij een tegenprestatie moet leveren, hij houdt zich aan de wet en betaalt belasting. Maar als die wisselwerking eenmaal verstoord is, moet de relatietherapeut van heel goede huize komen om de brokken te kunnen lijmen.
Daarom is goed bestuur, competentie, het belangrijkste onderdeel van de politiek. We horen heel vaak hoe belangrijk visie wel niet is. Dat politiek zonder visie niet mogelijk is. Dat klopt ook wel. Maar aan visie is meestal geen gebrek. We hebben god mag weten hoeveel partijen en politici met een visie in dit land. Zelfs Mark Rutte, die bij de roep om visie vermoeid naar de oogarts verwijst, heeft een visie. Hij is niet voor niets lid van de VVD en niet, om maar iets te noemen, GroenLinks. Hij is ‘gewoon’ een liberaal.
Maar hij beseft vermoedelijk als geen ander op het Binnenhof dat de primaire taak van de politiek het oplossen van problemen is. Of het nu om het stikstof-dossier, woedende boeren en stakingen in de zorg en het onderwijs gaat, het zijn problemen die om een oplossing schreeuwen. En dan kan je barsten van de visie, het publiek het ene vergezicht na het andere voortoveren, als je de expertise en knowhow mist, gaat dat niet lukken. Politiek is als het boren in hard hout, aldus de Duitse socioloog Max Weber 100 jaar geleden. En dat moet je kunnen.
Over de competentie van het bestuur moeten we ons inderdaad zorgen maken. De toestand is over het algemeen misschien nog niet alarmerend, maar de zwakke plekken nemen toe. De schrijnendste en meest recente gevallen zijn zoals gezegd de slachtoffers van de twee maxi-schandalen, die van de aardgasbevingen in Groningen en de losgeslagen fraudebestrijders bij de belastingdienst. Maar we hebben ook nog de problemen bij de Nationale Politie en al die mislukte ITC-projecten. En op lokaal en provinciaal niveau loopt het ook niet altijd even gesmeerd. Wat dacht u van de drugscriminaliteit met name in en rond Amsterdam en Noord-Brabant? De polder is misschien nog geen narcostaat maar volgens ook internationale deskundigen zal het niet veel schelen.
Er wordt dus op ruime schaal gefaald. Van tijd tot tijd wordt een staatssecretaris weg gestuurd, zoals nu weer Menno Snel bij de belastingdienst. Maar dat is tegenwoordig zelden meer dan een zoenoffer. Het is een ritueel geworden zonder dat het iets oplost. Met het vertrek van Snel en wie weet zijn opvolger, gaat de belastingdienst niet opeens beter functioneren. Dat schokeffect bleef ook uit toen een van zijn voorgangers weg moest.
Dit falen bij de overheid heeft ongetwijfeld vele oorzaken. De dolgedraaide managementcultuur, alsof de overheid een op de markt opererende, winst makende NV is, is een hoofdgegadigde. Dat moet als eerste veranderen maar om een cultuuromslag in gang zetten heb je onafhankelijke topfiguren nodig. En probeer die maar eens te vinden.
Een andere oorzaak is de vaak onduidelijke en breed uitgesmeerde aansprakelijkheid. Je krijgt soms de indruk dat een fiasco iets is dat ons overkomt, als een natuurramp. Er is behalve de politicus die zich verplicht in het boetekleed hijst, kennelijk niemand anders die verantwoordelijk is. En wordt er toch iemand gevonden, dan is dat niet automatisch einde carriere. Zo zou de chef van de belastingdienst, Jaap Uijlenbroek, op de nominatie staan om de hoogste ambtenaar van Den Haag, gemeentesecretaris, te worden.
De politiek heeft natuurlijk ook haar niet geringe aandeel in deze keten van falen. De uitvoerbaarheid van beleid lijkt soms onderaan de agenda te staan. Het compromis is heilig in de polder, met alle voordelen van dien, maar de effectiviteit van het bestuur wordt er vaak behoorlijk door gecompliceerd. Menig bestuurder die in de praktijk moet werken met wat ze op het Binnenhof hebben uitgebroed, gaat ‘s avonds met hoofdpijn naar huis.
De gevolgen laten zich raden. De burger wordt geconfronteerd met een overheid die haar belangrijkste taken niet naar behoren weet uit te voeren. Hij constateert eveneens dat zijn stem vaak niet gehoord wordt. Hij is soms niet meer dan zijn sofinummer. En dan ebt het vertrouwen in de politiek en de overheid weg. Nogmaals, dat gebeurt meestal niet plotsklaps maar als uitvloeisel van die optelsom van grotere en kleinere teleurstellingen. De kritische grens is bereikt. En dan is een stem op een partij als van Wilders of Baudet een kleine stap. Vaak niet eens omdat ze daar het heil van verwachten, maar vooral om hullie daar in Den Haag een schop onder het vadsige zitvlees te geven.