De USA bracht op 6 augustus 1945 een atoombom tot ontploffing boven de Japanse stad Hiroshima. Drie dagen later, op 9 augustus, ontplofte een tweede kernbom, nu was Nagasaki aan de beurt. De eerste was een uraniumbom (het uranium kwam voornamelijk uit Belgisch Congo, geleverd door Union Minière). Het tweede exemplaar was een plutonium bom.
De twee meest aangehaalde redenen voor de controversiële beslissing van president Truman waren enerzijds de oorlog te verkorten en anderzijds Amerikaanse levens te redden. Men sprak van 250.000 tot 500.000 duizend Amerikaanse soldaten, die mogelijk in de strijd zouden omkomen als het Amerikaanse leger de eilanden van Japan had moeten binnenvallen. President Truman beweerde naar verluidt: “Ik kon deze gedachte niet verdragen en dat leidde tot mijn beslissing om de atoombom te gebruiken.
oorlogsmisdaad
Betreft de vernieling van steden met enorme aantallen burgerslachtoffers een oorlogsmisdaad?
Dr. Anscombe, een vooraanstaande filosofe van Oxford en Cambridge, noemde Truman openlijk een oorlogsmisdadiger vanwege zijn beslissing om met een atoombom de Japanse steden Hiroshima en Nagasaki plat te leggen. Volgens de overleden Amerikaanse historicus Howard Zinn, werden tenminste 140.000 Japanse burgers door een vuurzee ‘verast’ in Hiroshima. Meer dan 70.000 burgers werden gedood door verbranding in Nagasaki. En nog eens 130.000 inwoners van de twee steden stierven in de daaropvolgende jaren aan stralingsziekte.
Voor Dr. Gertrude Anscombe waren morele regels absoluut. “Wie kiest om onschuldigen te doden als middel om z’n doel te bereiken, begaat moord”. In 1956 protesteerden professor Anscombe en andere prominenten van de universiteit van Oxford openlijk tegen het besluit van het universiteitsbestuur om ex-president Truman een eredoctoraat te verlenen als dank voor Amerika’s oorlogshulp. Ze schreef zelf een pamflet waarin ze uitlegde dat de voormalige VS-president ‘een moordenaar’ en ‘oorlogsmisdadiger was.
Voormalig president Herbert Hoover was een andere vroege criticus en verklaarde openlijk: “Het gebruik van de atoombom met zijn willekeurige moord op burgers, vrouwen en kinderen doet me in opstand komen”. Zelf de eigen stafchef van president Truman, de vijf sterren admiraal, William D. Ledy (de hoogste Amerikaanse militaire officier tijdens de oorlog) maakte geen geheim van zijn sterke afkeuring van de atoombom. Naar zijn mening was het gebruik van dit barbaars wapen in Hiroshima en Nagasaki “geen materiële hulp in onze oorlog tegen Japan”.
nucleair inferno
Op aandringen van een collega kernfysicus, de anti-nazi Hongaar Leo Szilard, had Albert Einstein president Franklin D. Roosevelt aanbevolen te werken aan een krachtig atoom-apparaat als een defensief afschrikmiddel tegen de eventualiteit dat Nazi-Duitsland nucelaire wapens zou verwerven en gebruiken. Maar toen het ultra geheime Manhattan project begin 1942 van de grond kwam, had het Amerikaanse leger duidelijk andere, veel meer offensieve plannen. Tenminste 67 andere Japanse steden, waaronder Tokio, werden door dagelijkse conventionele bombardementen – er werd daarbij ook napalm gebruikt – vernield. Maar Hiroshima en Nagasaki stonden niet op deze lijst, ze moeten dus echt van weinig militair belang zijn geweest. Ze vormden wel een uitstekend doelwit voor het testen van de destructiviteit van het nieuwe atoomwapen.
Een belangrijker reden voor het gebruik van de bom vindt men in de afschrikkingstheorie tegenover Stalin. President Truman zag in de Sovjet-Unie geen bondgenoot maar een “rode dreiging”. Truman had het beleid van zijn voorganger, Franklin Roosevelt, verlaten en was uit op een vijandige confrontatie met Stalin. Het monopolie op het kernwapen moest worden uitgebuit als een agressief instrument van Washingtons anti-Sovjet diplomatie.
Truman
Twee maanden voor Hiroshima en Nagasaki had dezelfde Leo Szilard een privégesprek met Trumans staatssecretaris James F. Byrnes. Hij probeerde toen hem ervan te overtuigen het kernwapen niet te gebruiken om onschuldige burgers en burgerdoelwitten aan te vallen. Tevergeefs. Volgens Dr. Szilard, argumenteerde Dhr. Byrnes dat het militair gezien niet nodig was om de bom tegen Japanse steden te gebruiken om de oorlog met Japan te winnen. Wel, dat een demonstratie van de kracht van deze bom, Rusland in Europa zou intomen.
De Truman administratie had de vergadering in Potsdam van de ‘Grote Drie’ geallieerden in feite uitgesteld tot 17 juli 1945, een dag na de succesvolle Trinity-test in Alamogordo, New Mexico. Zodoende had Truman extra diplomatieke invloed in de onderhandelingen met Stalin. Op dat moment was de Truman regering niet langer geïnteresseerd in de bevrijding van Noord-China (Mantsjoerije) door het Rode Leger zoals Roosevelt, Churchill en Stalin hadden afgesproken tijdens de Jalta conferentie in februari 1945. Winston Churchill vertelde privé aan zijn minister Buitenlandse Zaken, Anthony Eden, op de conferentie van Potsdam: “Het is vrij duidelijk dat de Verenigde Staten op dit moment niet verlangen naar een Russische deelname aan de oorlog tegen Japan”
Zelfs het last-minute aanbod van Tokio, gemaakt tijdens de Potsdam conferentie zelf, om zich over te geven als de geallieerden beloofden de Japanse keizer niet te vervolgen of af te zetten, kon Truman niet stoppen om met zijn atoombom het Amerikaanse machtsvertoon in scene zetten.
Mocht Moskou zoals afgesproken tijd gehad hebben om Japan aan te vallen dan zou dit zeker een alternatief zijn geweest om het leven te redden van duizenden Amerikaanse militairen over wie Truman zo bezorgd leek te zijn. Begin 1945 had een Amerikaanse legergeneraal Dwight Eisenhouwer, opperbevelhebber van de westerse geallieerden in Europa, besloten om de verovering van Berlijn over te laten aan de troepen van de Sovjetmaarschalk Georgi Zoekov, precies om zware Amerikaanse verliezen te vermijden. Maar na de onvoorwaardelijke capitulatie van Nazi-Duitsland in mei 1945, deelde Truman de beroemde revisionistische beoordeling van Winston Churchill: “We hebben het verkeerde zwijn gedood”.
Het is zelf niet duidelijk of Tokio zich uiteindelijk op 14 augustus 1945 heeft overgeven als gevolg van de twee A-bom aanvallen van 6 en 9 augustus (waarna er praktisch geen Japanse steden meer waren om nog meer Amerikaanse A-bommen te droppen). Het vooruitzicht van de Russische oorlogsverklaring deed de Japanse legerleiding inzien dat de krachtsverhoudingen totaal in haar nadeel evolueerden.
Conclusie
Als resultaat van de immorele nucleaire aanval van Truman werden ruim 200.000 burgers onmiddellijk door het vuur gedood en vele duizenden stierven later door stralingsziekte.
Dr. Robert Opperheimer, wetenschappelijk directeur van het Manhattan-project en vader van de A-bom, verklaarde dat Trumans beslissing een ernstige fout was “omdat we nu bloed aan onze handen hebben”. Howard Zinn merkte op dat het argument ter verdediging van de atoombom grotendeels gebaseerd was op een sfeer van vergelding voor de dood van militairen, burgers en kinderen door de Japanse aanval op Pearl Harbor. De vraag die je hierbij kan stellen is of bijvoorbeeld Amerikaanse kinderen het verdiend zouden hebben om te sterven vanwege het Amerikaanse bloedbad op burgers, vrouwen, mannen en kinderen op My Lay in Vietnam?
De controversiële generaal Curtis Lemay die zich tegen de twee atoomaanvallen had verzet, vertrouwde de later VS-minister van defensie Robert McNamara (die in de oorlog voor Lemay had gewerkt) toe “Als we de oorlog hadden verloren, dan zouden we allemaal als oorlogsmisdadigers vervolgd zijn.
Tot de dag van haar overlijden, geloofde dr. Ancombe dat Truman voor de rechter moest worden gebracht omdat hij en zijn regering enkele van de grootste en ergste oorlogsmisdaden en misdaden tegen de mensheid hadden gepleegd.
Geen enkele Amerikaanse president heeft tot op heden zijn verontschuldigingen aangeboden voor de barbaarse nucleaire aanvallen. Omgekeerd, men gaat gewoon voort met de modernisering van het bestaande kernwapenarsenaal.