Tegenstanders van (verplichte) vaccinatie hebben het al snel over fascistische en nazipraktijken. Maar geschiedkundig klopt dat niet. De nazi’s versoepelden de Duitse vaccinmandaten – ze promootten homeopathie en “natuurlijke genezing” en hadden de neiging zich te verzetten tegen vaccinatie. Niet omdat ze er niet in geloofden, wel omdat ze begrepen dat als je veel mensen wilde uitroeien, het niet nuttig zou zijn om ervoor te zorgen dat ze werden ingeënt tegen besmettelijke ziekten.
Er is bewijsmateriaal genoeg dat Hitler en andere nazi’s begrepen dat elk beleid om vaccins verplicht te stellen tegen hun genocidale doelen zou hebben gewerkt.
In realiteit versoepelde het Derde Rijk de vereisten voor verplichte vaccinatie die op dat moment al tientallen jaren in Duitsland van kracht waren, en koos in plaats daarvan voor een vrijwillige benadering. Er zijn zelfs verslagen van privédiscussies tussen Adolf Hitler en zijn vertrouwelingen waaruit duidelijk blijkt dat Hitler en zijn trawanten heel goed beseften dat het onthouden van verplichte vaccinatie en andere Duitse innovaties op het gebied van de volksgezondheid zouden helpen om meer van de ongewenste en “inferieure” mensen te doden waar ze de wereld van wilden verlossen.
Het verhaal van verplichte vaccinatie in Duitsland begon in de 19de eeuw nadat een zoveelste plaag van pokken tienduizenden Pruisen het leven had gekost. In 1874 maakte de keizerlijke regering vaccins verplicht voor zuigelingen en mannen die in militaire dienst gingen, evenals regelmatige hervaccinatie voor kinderen. De volgende vijftig jaar was de maatregel een van de hoekstenen van de Duitse volksgezondheid.
De ramp in Lübeck
Tegen de tijd dat Hitler en de nazi’s het land in 1933 overnamen, was er al een poos onvrede over verplichte vaccins, waarbij een deel van het anti-vaccinsentiment vermengd werd met de antisemitische samenzweringstheorieën die in die tijd wijdverbreid waren. Dat gevoel werd aangewakkerd door een incident in 1930 waarbij meer dan zeventig kinderen stierven door een onjuist toegediend tuberculosevaccin, in wat bekend werd als de ramp in Lübeck. Als gevolg hiervan besloot de Weimar-regering in de tanende jaren van de Duitse democratie de verplichte vaccinatie in de praktijk niet meer te controleren, ook al was het officieel nog steeds de wet van het land.
Hoewel de nazi’s initieel voorstander waren van de prikken, maakten ze de pragmatische keuze om de nieuwe, elastische handhaving van de vaccinatiewet in stand te houden. Hitlers ministerie van Binnenlandse Zaken stelde voor om een gewetensclausule in Engelse stijl toe te voegen aan de vaccinatiewet, en in 1935 gaf de minister te kennen dat “de nationaal-socialistische staat beter is gediend als onnodige onrust wordt vermeden bij de uitvoering van de gezondheidswetten bij de bevolking”. In 1936 hoefden Duitsers niet langer te bewijzen dat ze een pokkenvaccin hadden gekregen om naar de middelbare school te gaan, en tegen 1940 werd dat beleid wettelijk bindend gemaakt.
“Het is dom om mensen tegen hun wil geluk op te dringen”
Er is overigens bewijsmateriaal genoeg dat Hitler en andere nazi’s begrepen dat elk beleid om vaccins verplicht te stellen tegen hun genocidale doelen zou hebben gewerkt. Dat blijkt bijvoorbeeld uit een gesprek uit 1942 waarin Hitler andere hooggeplaatste nazi’s zijn plannen voor de mensen van de veroverde Russische gebieden verduidelijkte:
“Op het gebied van de volksgezondheid is het helemaal niet nodig om de voordelen van onze eigen kennis uit te breiden tot de onderworpen rassen. Dit zou alleen maar leiden tot een enorme toename van de lokale bevolking, en ik verbied absoluut de organisatie van kruistochten op het gebied van hygiëne of reinheid in deze gebieden. Vaccinatie zal beperkt blijven tot alleen Duitsers, en de artsen in de Duitse koloniën zullen er alleen zijn om voor de Duitse kolonisten te zorgen. Het is dom om mensen tegen hun wil geluk op te dringen. Ook tandheelkunde moet voor hen een gesloten boek blijven.”
Hitlers stafchef Martin Bormann schreef in “Acht principes voor de regering van de oostelijke gebieden” (ook in 1942): “De Slaven moeten voor ons werken. Degenen die we niet nodig hebben, mogen sterven. Daarom zijn vaccinaties en Duitse gezondheidsdiensten overbodig. De vruchtbaarheid van de Slaven is ongewenst.”
De nazi’s begrepen dus heel goed dat als je veel mensen wilde uitroeien, het niet nuttig zou zijn om ervoor te zorgen dat ze werden ingeënt tegen besmettelijke ziekten.