Vorige week zwommen plots duizenden migranten in 36 uur tijd van Marokko naar de Spaanse enclave Ceuta. Dat kon omdat Marokko hen – tegen de afspraken in – zomaar liet begaan. Intussen is de kraan weer toegedraaid, maar de diplomatieke storm rond de kwestie is nog niet gaan liggen. Wat is er aan de hand? Alles lijkt te draaien rond de Westelijke Sahara en de vraag wie daar de baas is.
IN HET KORT: Ceuta en Melilla
Ceuta en Melilla zijn twee kleine Spaanse enclaves (Spaans grondgebied) in het noorden van Marokko, aan de Middellandse Zee. Deze overblijfselen uit de koloniale periode zijn al vele jaren “poorten naar Europa” voor duizenden migranten. Om die migratiestroom tegen te houden zijn er hoge hekken gebouwd rond Ceuta en Melilla en is er strenge grensbewaking.
Voor corona mochten “porteadores” – dat zijn Marokkanen (vooral vrouwen) uit de grensregio die vanuit de enclaves goederen vervoeren – binnen zonder visum. Maar sinds de uitbraak van corona is dat shopping toerisme stilgevallen omdat Marokko de grenzen gesloten heeft. Dat is een catastrofe voor velen die geen andere bron van inkomsten hebben. Het is dan ook al maanden onrustig in de regio, er waren betogingen en verschillende wanhopige Marokkanen hebben zelfs zelfmoord gepleegd.
Beelden gingen de wereld rond van jongeren en zelfs kleine kinderen die zich in zee wierpen, om voorbij de golfbreker te geraken die Marokko van Ceuta scheidt. Dat gebeurde vorige week, maar afgelopen zaterdag nog probeerden honderden migranten in Melilla over het grenshek te klimmen. Zeker twee migranten verdronken en één stierf na een zware val. Het hardhandig optreden van het Spaanse leger tegen doorweekte migranten, razzia’s in de straten van Ceuta en massale uitzettingen bleven niet onbesproken. Zo’n 7.500 van in totaal bijna 9.000 migranten zijn meteen teruggestuurd naar Marokko. Honderden minderjarigen die bleven hangen, wacht een onzeker lot.
Ondertussen herstelt een 71-jarige doodzieke coronapatiënt in een Spaans ziekenhuis. Zijn verhaal is een gedroomd scenario voor een Netflix-serie. Op 18 april is de geïntubeerde man met een Algerijns presidentieel vliegtuig op een Spaanse luchtmachtbasis geland. Dat gebeurde in het grootste geheim, na overleg tussen de Algerijnse en de Spaanse ministers van Buitenlandse Zaken. De man reisde met een Algerijns diplomatiek paspoort en ligt nu in een ziekenhuis in Logroño, in de buurt van Zaragoza, onder een valse naam.
Amper één dag later waren de Marokkaanse inlichtingendiensten al op de hoogte en op 22 april lekte het Afrikaanse weekblad Jeune Afrique dat de coronapatiënt die clandestien naar Spanje werd gesmokkeld niemand minder is dan Brahim Ghali, de leider van het Polisario Front. Het Frente Polisario is een bevrijdingsbeweging die vecht tegen de Marokkaanse bezetting van de Westelijke Sahara en recht op zelfbeschikking eist voor de oorspronkelijke Sahrawi-bevolking in dat omstreden gebied.
De Spaanse minister van Binnenlandse Zaken had zijn regering nochtans afgeraden om zich in te laten met een staatsvijand van Marokko. Een regelrechte provocatie, besefte de minister maar al te goed, omdat – zoals Fauzaya Talhaoui (Universiteit Antwerpen) verwoordde in “Terzake” – de “Marokkaanse Sahara bijna heilige grond is voor elke Marokkaan.”
De Westelijke Sahara, het gebied ten zuiden van Marokko, was een Spaanse kolonie tot in 1975 en is dan geannexeerd door Marokko. Hoewel verschillende resoluties van de Verenigde Naties die bezetting veroordelen, sleept het conflict al meer dan 45 jaar aan. Vorig najaar maakte Polisario een einde aan 30 jaar wapenstilstand en laaide de woestijnoorlog tussen Polisario-strijders en het Marokkaanse leger weer op. Intussen leven zo’n 175.000 Sahrawi-vluchtelingen in kampen bij de Algerijnse grensstad Tinduf. Van Marokko mogen die terug naar de Sahara, áls ze erkennen dat die Marokkaans is.
Een cruciale gamechanger was de erkenning van die Marokkaanse soevereiniteit over de Westelijke Sahara door de Verenigde Staten. Dat gebeurde in december vorig jaar, helemaal op het einde van het presidentschap van Donald Trump, in ruil voor normale diplomatieke betrekkingen tussen Marokko en Israël. Steun van Arabische landen voor zijn “vredesplan” voor het Midden-Oosten – de zogenoemde “Abraham-akkoorden” – was Trump immers veel waard. De deal werd begin dit jaar beklonken met de officiële inhuldiging van een Amerikaans consulaat in de Saharaanse stad Dakhla, het vroegere Villa Cisneros. Het strategische belang van de Westelijke Sahara is alleen maar toegenomen. Marokko profiteert al decennialang van zijn natuurlijke rijkdommen en de facto controleert het bijna het hele gebied.
Trumps erkenning van de Marokkaanse soevereiniteit over de Sahara was een gamechanger
Maar tot grote frustratie van Marokko heeft de VN-Veiligheidsraad zijn standpunt over de Sahara niet veranderd. Marokko hoopt op Europese erkenning van “zijn” Sahara, maar voorlopig lijkt alleen Frankrijk in die richting te kijken. Duitsland ligt dwars en in Spanje gooide de radicaal-linkse (ex-)vicepresident Pablo Iglesias vorig najaar nog olie op het vuur door Polisario openlijk te steunen. Hoe zou Rabat de Spaanse hulp aan de Polisario-leider nu anders kunnen interpreteren dan als een afwijzing van zijn claim op de Westelijke Sahara? Die Spaanse hulp doet de wenkbrauwen nog meer fronsen, omdat de Spaanse justitie Brahim Ghali wil berechten voor oorlogsmisdaden, want Ghali wordt door heel wat slachtoffers, ook Spaanse, beschuldigd van moord, foltering en verkrachting.
Marokko heeft nog een andere bittere pil te slikken: de toenadering tot Israël (de pasmunt voor Trump om de Marokkaanse Sahara te erkennen) is niet in goede aarde gevallen bij een groot deel van de bevolking. Toen het conflict tussen Joden en Palestijnen in Oost-Jeruzalem losbarstte, gingen duizenden Marokkanen op straat hun steun betuigen aan de Palestijnen. De verontwaardiging over de erkenning van Israël komt bovenop de spanningen door de economische malaise in Marokko, nog verergerd door de coronacrisis. Een dag later kijken Marokkaanse ordediensten weg als wanhopige jongeren die miserie in Marokko proberen te ontvluchten. Kan dat toeval zijn?