Sinds de arrestatie van de bekende advocate Inez Weski gonst het van de geruchten en meningen over haar vermeende aandeel in de misdaadgroep van Taghi. Voor een deel van de mensen is Weski al schuldig omdat de rechtbank haar gevangenhouding heeft bevolen en de Raad van Discipline haar heeft geschorst. Maar zo steekt de wet niet in elkaar. De schuldvraag kent nog helemaal geen antwoord.
De markante 68-jarige Inez Weski zit sinds 21 april in de cel omdat het Openbaar Ministerie sterke aanwijzingen heeft dat ze onderdeel zou zijn van de criminele organisatie van haar voormalige client Ridouan Taghi. Weski zou drugshandel en witwassen mogelijk hebben gemaakt door berichten door te spelen tussen de buitenwereld en Taghi, die vastzit in de extra beveiligde gevangenis (EBI) in Vught.
Wet
Vooropgesteld: we weten niet welke aanwijzingen het Openbaar Ministerie precies heeft om Weski met succes te kunnen vervolgen. Daarover iets schrijven is voor een groot deel speculatie. Wat we wel kunnen doen is kijken hoe de wet in elkaar steekt en wat de betekenis is van recente ontwikkelingen. Zo werd Weski onlangs door de raadkamer in Rotterdam dertig dagen langer vastgezet, in beperkingen,
Eerst het begin. Een arrestatie klinkt heftig, maar een ‘redelijk vermoeden van schuld’ (vastgesteld door de politie) is al genoeg. Dit moet wel uit ‘feiten en omstandigheden’ blijken en mag geen onderbuikgevoel zijn, maar er komt nog geen rechter aan te pas en dus is er geen sprake van schuld.
Na een arrestatie kun je trapsgewijs steeds langer vastgehouden worden.
De politie mag je voor verhoor negen uur vasthouden, met een verlenging van zes uur. Daarna is het de beurt aan een hulpofficier van justitie (ook een ambtenaar van politie) voor de inverzekeringstelling (max. twee keer drie dagen). Deze toets is formeel en wordt bevolen in het belang van het onderzoek: het horen van verdachten en getuigen.
Hoewel je zou verwachten dat de hulpofficier zich diep inhoudelijk buigt over schuld aan het strafbare feit, is dit niet het geval. Er wordt vooral gekeken of aan alle vormvereisten zijn voldaan.
Bewaring
De bewaring is het domein van de rechter-commissaris, voor een periode van veertien dagen. Het is uiteindelijk de raadkamer van de rechtbank die voor maximaal 90 dagen de gevangenhouding kan bevelen. Binnen die 90 dagen moet de rechtbank zorgen voor een openbare zitting om de voortgang te bespreken.
De rechter-commissaris (rc) kijkt iets dieper dan alleen naar de verdenking en primair naar de ernstige bezwaren. Op basis van het dossier moet de rc het ernstige vermoeden hebben dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan strafbare feiten. Dat is meer dan het redelijk vermoeden van schuld, een vage verdenking is niet voldoende, maar het gaat beslist niet zo ver als de veel hogere lat voor het vaststellen van bewijs tijdens de inhoudelijke behandeling van de zaak. Het zegt dus nog niets over de schuldvraag.
Gronden
Als de rc vaststelt dat er voldoende ernstige bezwaren zijn, kijkt hij of zij naar de zogenaamde gronden. Er moet naast ernstige bezwaren ook minimaal één grond zijn om iemand in bewaring te stellen: gronden kunnen bestaan uit, kort gezegd, vluchtgevaar, een feit waarop 12 jaar of meer maximum gevangenisstraf staat in combinatie met een geschokte rechtsorde, het gevaar voor recidive en onderzoeksgrond.
Vluchtgevaar wordt meestal gebaseerd op het feit dat iemand geen vaste verblijfplaats (in Nederland) heeft en dat het dus niet gek zou zijn als hij, wanneer hij in vrijheid gesteld zou worden, onvindbaar zal zijn voor politie en justitie.
De geschokte rechtsorde betekent eigenlijk dat het niet uit te leggen zou zijn als iemand die verdacht wordt van zo’n feit (dat dus al zo ernstig is dat er 12 jaar of meer gevangenisstraf op staat), in vrijheid gesteld zou worden.
Het risico op herhaling (recidivegevaar) kun je afleiden uit het feit dat iemand bijvoorbeeld al eerder is veroordeeld voor een soortgelijk feit, maar ook als iemand geen andere inkomsten heeft dan de inkomsten uit deze misdrijven, of als de situatie waarin de feiten gepleegd worden onveranderd is of er een psychische oorzaak is voor de feiten.
Onderzoeksgrond
De onderzoeksgrond moet concreet onderbouwd worden. Het is onvoldoende om te stellen dat het onderzoek nog niet klaar is. Het OM moet concreet aangeven welk onderzoek er nog gedaan moet worden en het moet duidelijk zijn dat de verdachte vast moet blijven zitten om dit onderzoek goed te kunnen doen. Het gaat dus om de situatie dat een verdachte, wanneer hij op vrije voeten zou zijn, dat onderzoek zou kunnen belemmeren. Als bijvoorbeeld het enige onderzoek de uitslag van een DNA-onderzoek is, is dat dus onvoldoende, want daar heeft de verdachte geen invloed op. Als er getuigen gehoord moeten worden die de verdachte kent en mogelijk onder druk zou kunnen zetten, is dat wel een grond voor bewaring.
Raadkamer
De raadkamer van de rechtbank kijkt primair naar de ernstige bezwaren, in combinatie met de gronden. Zonder ernstige bezwaren hoef je niet eens naar de gronden te kijken, want zonder ernstige bezwaren kun je een verdachte niet (langer) vasthouden. Ook hier stelt de raadkamer geen schuld vast en hoeft die schuld ook niet vast te staan. Het gaat niet om hard bewijs. Er wordt alleen gekeken of er een ernstige verdenking ligt. Het moet op basis van het dan beschikbare dossier ‘waarschijnlijk’ zijn dat de verdachte het heeft gedaan, maar het staat beslist niet vast.
Overigens blijkt uit onderzoek dat de raadkamer niet zelden de motivering van de rechter-commissaris overneemt en verder de ernstige bezwaren ook niet (nader) motiveert. Dat hoeft ook niet, omdat de raadkamer de beslissing van de rc niet over hoeft te doen. De raadkamer kijkt wel naar wat er in de tijd na de beslissing van de rc allemaal is gedaan in het onderzoek. Naarmate het voorarrest langer duurt wordt er steeds strenger getoetst.
Dertig dagen
De rechtbank heeft in de zaak tegen Weski gekozen voor de kortste termijn van gevangenhouding, namelijk dertig dagen, waar negentig dagen ook tot de mogelijkheid behoort. Hier zou je uit af kunnen leiden dat de rechtbank graag na dertig dagen opnieuw wil kijken hoe de vlag erbij hangt en het is een indicatie dat vooral de onderzoeksgrond doorslaggevend is voor het voorarrest. Met de dertig dagen kan de rechtbank de druk op de ketel houden.
Aangezien Inez Weski in volledige beperkingen zit (ze mag geen contact met de buitenwereld, behalve met haar advocaten) is het redelijk om te veronderstellen dat haar voorarrest op dit moment sterkt rust op de onderzoeksgrond.
Ook die beperkingen worden, naarmate ze langer duren, steeds strenger bekeken. Is het nog steeds absoluut nodig? Kunnen de beperkingen deels worden beëindigd? Er kan bijvoorbeeld besloten worden om kranten en televisie toe te laten en de andere beperkingen in stand te laten.
Schorsing
Weski is inmiddels voorlopig geschorst als advocaat en ook die actie levert – vooral op sociale media – het commentaar op dat zoiets wel zou moeten betekenen dat ze schuldig is. Hier en daar mopperen mensen over de onschuldpresumptie (onschuldig tot het tegendeel bewezen is). In dit geval is het echter zo dat de deken (toezichthouder) aan de Raad van Discipline heeft gevraagd om Weski te schorsen met behulp van een ordemaatregel. Het is dus nadrukkelijk geen strafmaatregel en de schorsing zal opgeheven worden als blijkt dat de verdenkingen ongegrond zijn.
De Raad schorst Weski dan ook niet omdat ze bewijsbaar verwijtbare fouten heeft gemaakt (zoals doorgaans het geval is bij een schorsing). Volgens de deken is het zo dat Weski haar werk simpel niet meer kan doen omdat ze vastzit. De maatregel heeft ook een pragmatische inslag, de overige cliënten van Weski kunnen door haar gedwongen afwezigheid niet bijgestaan worden en met een schorsing ligt de weg open voor andere advocaten om zich te stellen als nieuwe (tijdelijke) advocaat voor haar cliënten. Dit wordt versterkt door het gegeven dat Weski ingestemd zou hebben met het verzoek van de deken.
Bescherming?
Best veel mensen denken dat Inez Weski in conflict is geraakt met haar beruchte client en daarom door het Openbaar Ministerie in bescherming wordt genomen. Haar arrestatie en detentie zouden moeten voorkomen dat ze te maken krijgt met akelig geweld. Dit lijkt mij een buitengewoon ongeloofwaardig scenario. Ten eerste omdat er andere manieren zijn om iemand te beveiligen en ten tweede omdat in dat geval ook de rechter-commissaris en de raadkamer van de rechtbank mee zouden moeten werken aan een dergelijke setup. Dat lijkt mij buitengewoon sterk. Het scenario dat de rechters niet op de hoogte worden gesteld wat het OM opgezet zou hebben, lijkt mij ook ongeloofwaardig.
Verhalen
Daar komt bij dat de verhalen over Weski als ‘boodschapper’ van Taghi al langer de ronde doen. In de zomer van 2022 ontstonden de concrete verdenkingen tegen Weski door ontsleutelde berichten van SkyECC (het bedrijf dat een versleutelde berichtendienst aanbood). Weski zou mogelijk de beschikking hebben gehad over een crypto-telefoon.
Of Weski schuldig is of niet, zal tijdens een inhoudelijke zitting door rechters vast moeten worden gesteld op basis van wettig en overtuigend bewijs. De recente beslissingen van de rechter-commissaris, de raadkamer en de Raad voor Discipline zijn in ieder geval geen goede indicatoren voor haar schuld, laat staan voor een veroordeling. Sterker nog, ook na deze voorlopige hechtenis kan het OM nog besluiten om haar niet te vervolgen.
Feitelijk kun je nu alleen stellen dat er een ernstige verdenking ligt vanuit het OM tegen Weski en dat rechters op basis van het dossier zoals dat er nu ligt en zonder diepgravend onderzoek te doen die ernstige verdenking voor nu erkennen.