Wat heeft Voltaire te maken met de hoofddoek? En waarom leidde de repressieve strijd voor de seculiere staat juist tot méér politieke islam in Turkije? Het verhaal begint bij een opmerkelijke figuur. Hayrünissa Gül was de eerste gesluierde First Lady in de geschiedenis van de seculiere republiek Turkije. De echtgenote van president Abdullah Gül (AKP, de partij van islamist Erdogan) was een elegante verschijning. Ze liet de seculiere elite steigeren en groen zien van afgunst.
Hoofddoek af!
Decennialang had de intellectuele en seculiere elite van Turkije minachtend neergekeken op de orthodoxe moslims. Mijn ouders dweepten ook met die elite. De republiek was seculier, gestoeld op de principes van Atatürk en de overheid en praktisch alle onderwijsinstellingen waren neutraal. Mensen werden in die mate gediscrimineerd dat het onderwijs hen ontzegd werd. Hoofddoek af als je wilt studeren aan onze universiteiten, was de neutrale regel.
De overwinning van de politieke islam in Turkije is er gekomen net omwille van die minachting naar het geloof. Hayrünissa Gül confronteerde Turkije met de grootste discriminatie die een jongere kan meemaken: het recht op onderwijs of eigenlijk, het verbod op onderwijs. Hoe ze dat deed? Ze klaagde Turkije aan bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens omdat de toegang tot de universiteit haar was ontnomen omwille van haar hoofddoek.
Academische carrière
Toen haar echtgenoot, Abdullah Gül, in die tijd nog minister was trok ze haar klacht in. Hayrünissa Gül begon haar academische carrière na haar veertigste. Enfin, carrière is misschien niet het juiste woord. Ze volgde wat modules hier en daar, nam deel aan wat vakken op verschillende faculteiten. In een interview zei ze dat ze genoot van de lessen politieke geschiedenis omdat ze kon terugkoppelen met wat zij als First Lady vanop de eerste rij had meegemaakt.
Maar iemand die op haar vijftiende de beslissing maakte om te trouwen met een man die vijftien jaar ouder dan haar was, lijkt mij niet iemand die erg ambitieus was om een academische carrière na te streven. Maar dit schouwspel toont wel aan hoe de hoofddoek toen al door de politieke islam werd geïnstrumentaliseerd om de neutrale overheid te ontkrachten en zelfs te ontbinden.
Turkije en haar extremen
Seculiere Turken aanschouwden het militantisme van de politieke islam met zeer veel argwaan. En hun gevoelens waren correct. Erdogan introduceerde in de beginfase van zijn politieke carrière een gematigde islam. Hij draaide een rad voor de ogen van de mensen die goedwillig het neutraliteitsprincipe in Turkije wilden herbekijken. Want dat was inderdaad van een discriminatoir karakter volgens sommigen. Voor de modale Turk was het allemaal goed, zolang zijn vrijheden niet werden beperkt. Raki drinken bij een barbecue tijdens het weekend in het stadspark bijvoorbeeld.
Het leger bewaakte op een repressieve manier het laïcisme. Die neutrale waakhond was nodig in een land als Turkije dat zich altijd moest beschermen tegen extremen: was het niet tegen het ultranationalisme, dan wel tegen de politieke islam. Het gevaar om de seculiere Turkse staat omver te werpen loerde continu om de hoek vanaf de oprichting van de Turkse staat in het jaar 1923. Staatsgreep na staatsgreep werd het regime repressiever en fascistischer. Er werd geen onderscheid meer gemaakt tussen linkse studenten, journalisten of politieke islamisten. Ze belandden allemaal in de cel. Maar op de één of andere manier overleefden de politieke islamisten hun verblijf in de Turkse cellen maar kregen de nabestaanden van de linkse studenten en journalisten de lijken van hun kinderen terug om ze te begraven.
Een smeulend kruitvat
De Turkse justitie neigde altijd meer richting het fascisme en de politieke islam. Op 2 juli 1993 werden in de provincie Sivas linkse intellectuelen levend verbrand door politieke islamisten nadat zij de moskee hadden verlaten na het vrijdaggebed. ‘Allahuakbar’ scandeerden de vele volwassen mannen en kleine jongetjes op de schouders van hun vaders terwijl het gebouw waar de slachtoffers zich bevonden knetterde van het vuur. De daders zijn nooit terechtgesteld, integendeel. Er zijn zelfs parlementariërs via de AKP van Erdogan verkozen die direct betrokken waren bij de moordaanslag. Daarbij heeft de seculiere elite de religieuze spanningen in het binnenland altijd genegeerd. Een smeulend kruitvat wachtte geduldig op het vuur dat zich nationaal zou verspreiden.
Door infiltratie binnen verschillende staatsorganen werd de seculiere staat ontbonden en de politieke islam in het land geïntroduceerd. En nu zitten we met Erdogan, die zijn verhaal over vrijheden begon met de hoofddoek en nu op elke straathoek een moskee bouwt en het land verder islamiseert. De politieke islam heeft in Turkije gewonnen net omwille van het repressieve seculiere regime. En dat het uit mijn pen mag vloeien zegt ook al veel, komende van een strikt kemalistisch gezin. Het gevaar van de politieke islam is dat het onzichtbaar is en dat het op een manipulatieve manier op de agenda wordt geplaatst waar je denkt te werken aan een verhaal van gelijke kansen. Terwijl je eigenlijk het pad effent voor een agressief militantisme.
Vrouwen die vrouwen kleineren
Maar de manier waarop het debat in ons land wordt gevoerd door verschillende vrouwen is ook best toxisch en gevaarlijk. Je ziet die dames, voor of tegen een neutrale overheid, met elkaar in debat gaan en vraagt je af of die vrouwelijke solidariteit die ik al tig keer heb vernoemd in mijn columns, misschien maar een illusie is die ik mezelf keer op keer wijsmaak. Alsof het een mantra is voor mij om de wereld die draait voor mannen te overleven, elke dag opnieuw.
Ik wil de neutraliteit verdedigen maar niet met vrouwen die andere vrouwen met een hoofddoek in diskrediet brengen. Die andere vrouwen demoniseren, zelfs kleineren. Ik wil de neutraliteit verdedigen in een sfeer van vrouwelijke solidariteit. Zonder dat ik daarvoor andere vrouwen met hoofddoeken terug naar het donker moet duwen, in het onzichtbare. Waar ze als schimmen werken in alle nederigheid, in alle dankbaarheid omdat ze mogen werken van die hoeders van de neutraliteit. Want ik dacht dat ik een strijd voerde tegen religieuze dogma’s. Blijkt dat ik een strijd voer tegen vrouwen als ik die hoeders van de neutraliteit moet geloven. Waar halen vrouwen het recht vandaan om andere vrouwen in het westen de les te spellen over dankbaarheid en zelfbeschikking?
Polarisering niet opzoeken
Misschien moeten wij in het debat de polarisering niet opzoeken maar juist wegduwen, zoals een pushback. En misschien zouden de hoeders van de neutraliteit best naar de eigen voorzitter kijken die instellingen zoals Diyanet bezoekt waar jonge meisjes net wel worden gesluierd. Heel misschien moeten we de mannen aanpakken en niet de vrouwen in het kader van onze zogezegde strijd voor vrouwenrechten. Misschien had de voorzitter van de Vlaams nationalisten ook eens kunnen vragen aan de voorzitter van de Diyanet-moskee waarom kleine meisjes in zijn gemeenschap gesluierd worden.
Misschien is het beter om te zeggen wat men wel heeft gedaan voor de onderdrukte, islamitische vrouw in Vlaanderen dan dat men alweer met een dubbele tong spreekt. Het debat in deze gaat niet over de hoofddoek maar over neutraliteit. Het opmerkelijke is dat de rechtse partijen, en vooral de vrouwen in die partijen, alweer het debat hebben herleid tot de hoofddoek. Ik blijf de vraag stellen aan alle politici die zogezegd voor vrouwenrechten strijden maar eerder een strijd voeren tegen de islam: hoeveel meisjes, die gedwongen worden zich te sluieren, zijn er al gered in Vlaanderen? Zijn er al jonge meisjes aan hun deur komen kloppen, smekend om gered te worden van die vreselijke islam die hen onderdrukt?
Voltaire leeft
Mijn mening is altijd duidelijk geweest: ik vind de hoofddoek een genderdiscriminerend symbool maar ik zal Voltaire-gewijs ieders recht op vrijheid van godsdienst verdedigen. Toch worstel ik de laatste jaren met het neutraliteitsprincipe: in een debat verweet een lid van Groen mij ooit dat ik de gesluierde vrouwen net onzichtbaar wilde maken. De pluriforme samenleving is er en zal niet verdwijnen. Integendeel. Meer en meer mensen hebben nood aan het uitdragen van hun persoonlijke voorkeuren. Ik heb zelf absoluut nooit de behoefte gevoeld om aan de wereld te laten weten dat ik atheïstisch ben. Geen patiënt van mij is er ook bij gebaat. Ik bewonder ook de gesluierde collega’s die hun hoofddoek afzetten om hun werk te kunnen doen. Maar het is niet aan mij om te verwachten dat een deel van de vrouwen hun identiteit in de kleedkamers achterlaat. Het is ook niet aan politici, zogezegde feministen, om van gesluierde, werkende moslima’s dankbaarheid te verwachten en te spreken in tegenstellingen. Het is wel aan de overheid om dit deel van de bevolking, het gesluierde deel weliswaar, te blijven zien, te erkennen en te aanvaarden. We moeten eens praten over vrouwenrechten.
De hoofddoek zo vurig en arrogant komen verdedigen zonder enig respect voor de vrijheid die we hier hebben en die niet vanzelfsprekend is. Geen dankbaarheid. Ik snap dat niet. Het is beter om op te komen voor burgerschap en voor de universele rechten van de vrouw.
— Assita Kanko MEP (@Assita_Kanko) June 2, 2021