Volgens een uitspraak van het Europese Hof van Justitie is het legaal dat EU-burgers vingerafdrukken moeten achterlaten voor hun identiteitskaart. Maar de EU heeft een fout gemaakt in het wetgevingsproces. Daarom moet ze nog verbeteringen aanbrengen.
Het Europese Hof van Justitie (HvJ) heeft vandaag uitspraak gedaan in een Duitse zaak over de verplichting om twee vingerafdrukken af te geven voor een identiteitskaart. Deze verplichting “is verenigbaar met de fundamentele rechten op respect voor het privéleven en de bescherming van persoonsgegevens”, schrijft het HvJ in zijn persbericht.
De burgerrechtenactivist Detlev Sieber, voormalig directeur van digitalcourage, heeft een rechtszaak aangespannen. Sieber vond dat de vingerafdrukvereiste niet gerechtvaardigd was. Het is niet nodig om de biometrische gegevens op de identiteitskaart te vermelden. Het voelt alsof je geen burger bent maar een ‘verdachte’. Sieber vroeg daarom bij het kantoor om een identiteitskaart zonder biometrische meting. Dit werd hem ontzegd en daarom stapte hij naar de rechter. De administratieve rechtbank van Wiesbaden verwees de zaak op zijn beurt naar het HvJ.
Na een hoorzitting die een jaar geleden plaatsvond, volgde de Advocaat-Generaal bij het HvJ het betoog van Sieber niet : zij achtte in haar advies uit 2023 de eis van het hebben van een vingerafdruk op de identiteitskaart toelaatbaar. De uitspraak van vandaag bevestigt dit standpunt.
Vingerafdrukken zijn proportioneel
De uitspraak heeft gevolgen voor de hele EU. Sinds een verordening uit 2019 moeten in alle EU-landen vingerafdrukken en biometrische gezichtsopnamen op een chip in de identiteitskaart worden opgeslagen. Het HvJ heeft daarom ook de geldigheid van de Unieverordening onderzocht. Hoewel het vingerafdrukvereiste de fundamentele rechten op eerbiediging van het privéleven en de bescherming van persoonsgegevens beperkt, is het in dit geval niettemin gerechtvaardigd en evenredig.
De verplichting werd gerechtvaardigd door de doelstellingen van “het bestrijden van de productie van valse identiteitskaarten en identiteitsdiefstal en het waarborgen van de interoperabiliteit van verificatiesystemen”, aldus de rechtbank. Niettemin moet de EU nu verbeteringen doorvoeren omdat zij de verordening op een onjuiste rechtsgrondslag heeft gebaseerd. Er is een nieuwe verordening nodig en daarvoor is unanimiteit in de Raad nodig, aldus het HvJ.
De EU moet verbeteren
Dit betekent dat de onderliggende EU-regelgeving ongeldig is. Het zal echter niet onmiddellijk worden ingetrokken omdat dit “ernstige negatieve gevolgen zou kunnen hebben voor een aanzienlijk aantal burgers van de Unie en voor hun veiligheid op het gebied van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid”. Het blijft dus van kracht tot eind 2026, tot die tijd moeten er verbeteringen worden doorgevoerd.
De Duitse Bondsdag heeft in 2020 besloten tot de opslagvereiste voor vingerafdrukken op identiteitskaarten. Sinds augustus 2021 moeten alle Duitsers bij het aanvragen van een identiteitskaart twee vingerafdrukken achterlaten, meestal van beide wijsvingers.
Wennen aan het indienen van biometrische gegevens
Als het ging om de verplichte afgifte van vingerafdrukken voor paspoorten oordeelde het HvJ ruim tien jaar geleden dat de verplichting om lichaamsgegevens op te slaan verenigbaar was met het EU-recht. We zijn er inmiddels aan gewend geraakt dat biometrische metingen en opslag normaal zijn voor identiteitskaarten en paspoorten – zelfs voor kinderen . De Duitse identiteitskaart als binnenlands document combineert de vingerafdrukken – in tegenstelling tot het paspoort – met de biometrische gegevens die door de verantwoordelijke autoriteiten gedurende 90 dagen worden bewaard.
De advocaat van de aanklager, Wilhelm Ahelpöhler, had betoogd dat de vingerafdrukken hun gestelde doel niet zouden vervullen. De vermeende noodzaak voor het veiligheidsbeleid van de biometrische gegevensvereiste is niet bewezen. De vingerafdrukken zijn daarom een “ongeschikt instrument”. Het feit dat de biometrische gegevens gedurende een periode van 90 dagen na het aanmaken van de identiteitskaart kunnen worden bewaard en voor andere doeleinden kunnen worden misbruikt, is onaanvaardbaar. Gedurende deze tijd kunnen de vingerafdrukken bijvoorbeeld aan autoriteiten ter beschikking worden gesteld.
Het HvJ spreekt deze stelling tegen. Alleen een gezichtsfoto zou minder effectief zijn dan de twee vingerafdrukken. “Veroudering, levensstijl, ziekte of een chirurgische ingreep kunnen de anatomische kenmerken van het gezicht veranderen”, aldus de rechtbank.
Na de uitspraak van het Hof van Justitie gaat de specifieke zaak uit Duitsland terug naar de administratieve rechtbank van Wiesbaden.