Column na column, maand na maand, schrijf ik over de teloorgang van de EU en de ramp die euro heet. Ben ik geobsedeerd? Dat valt moeilijk te ontkennen. Maar het zou van een gebrek aan realiteitszin getuigen wanneer ik dat niet zou zijn. We hebben een fataal politiek proces laten ontstaan dat in toenemende mate ons zelfbeschikkingsrecht ondermijnt en macht in handen legt van een ongrijpbare politieke elite.
Het moet voor de zoveelste keer worden gezegd, en ik moet helaas in herhalingen vervallen omdat de situatie van kwaad tot erger verwordt: de mensen die de gruwelijke crisis waarin we ons bevinden veroorzaakt hebben, zijn dezelfde mensen die pretenderen dat ze ons van de crisis kunnen verlossen. Dat kunnen ze niet. Ze graven gaten waarin we, als we voortgaan, zullen neerstorten op een pijnlijke, vernietigende bodem.
De euro is een mislukte munt. Het idee van de Europese Unie, die sluipend een federatie aan de volken van Europa wil opleggen, is gevaarlijk, onmogelijk, verwoestend. De supranationale elite, die de Euroreligie heeft ontwikkeld, is blind voor de destructieve aard van haar concepten. Die elite blijft ervan overtuigd dat de enige optie voor de volken van het Europese continent een federale overheid is die de nationale autonomie overheerst en afbouwt.
Fictie
Europa is een continent, meer niet. Er bestaat geen Europese cultuur. Er bestaat geen Europese taal. Er bestaat geen Europese identiteit. Er zijn culturen in Europa. Er zijn talen die in Europa gesproken worden. Er zijn in Europa talloze nationale en etnische identiteiten. Maar een federatie die de uitdrukking is van een gemeenschappelijke identiteit, is een volstrekte fictie.
De gemeenschappelijke munt was dus bij voorbaat gedoemd te mislukken. Het idee deugt niet. Zoveel verschillende volken, met hun eigen, specifieke economieen, in monetair opzicht met elkaar verbinden is een ridicuul plan. Maar de ambitie om een Europese munt te hebben was voor de politieke elite belangrijker dan de feiten op de grond. De retoriek om dat zelfbedrog te rechtvaardigen klinkt nu ook uit de kelen van de leden van ons demissionaire kabinet.
Ik heb in Jan Kees de Jager aanvankelijk een integere man gezien. Maar ik moet hem nu een leugenaar en een bedrieger noemen. Hij weet dat Spanje de lening van honderd miljard nooit kan terugbetalen. De Spaanse economie heeft in een luchtbel vol onroerend goed kunstmatige welvaart laten ontstaan. De Spaanse markt was jaarlijks goed voor de bouw van tweehonderdvijftigduizend wooneenheden, met name voor de toeristische onroerendgoedmarkt, maar men heeft er een flink aantal jaren zevenhonderdvijftigduizend gebouwd.
Onverkocht
De activiteiten in de Spaanse bouw waren koortsachtig intens, alles met geleend geld. Alle economische groei is Spanje zat in die sector, gebouwd op geleend vermogen. Maar er waren geen klanten. De wooneenheden bleven onverkocht, en leeg. De leningen konden niet worden afgelost. Kunnen nooit worden afgelost aangezien de marktwaarde, nog even afgezien van het feit dat er geen kopers zijn, onder die van de constructiekosten is gezakt. Honderd miljard stroomt van de noordelijke landen naar Spanje. Het geld is weg. Zoals het geld dat naar Griekenland is gegaan nooit zal worden terugbetaald. Ook al zal de Spaanse overheid in staat zijn de uitgaven terug te brengen, de mogelijkheid om de leningen terug te betalen zal zich nimmer voordoen.
Jan Kees de Jager weet dat. Maar hij zwijgt erover. Hij zwijgt omdat hij niet uit de Europese pas wil lopen en omdat hij denkt, zoals al zijn collegas, dat hij daarmee onrust teweegbrengt. Ons, de burgers, de belastingbetalers, neemt hij niet serieus. Wij kunnen met smoezen en vage verhalen het bos ingestuurd worden. Zijn primaire loyaliteit, zo blijkt nu, ligt bij de politieke elite, niet bij het land dat hij beweert te dienen. De miljarden euros waarvoor wij nu verantwoordelijk zijn, drukken op ons overheidsbudget, en dus op onze persoonlijke budgetten. En het einde van die leningen en garantiestellingen is nog lang niet in zicht.
Het is een leugen dat de euro de sleutel vormt tot onze welvaart. Het is een leugen dat globalisering om een federatief Europa vraagt. Het is een leugen dat we onze welvaart danken aan de euro. De leden van de Europese politieke elites, gesteund door een deel van de media en miljoenen aan subsidies voor meekakelende deskundologen, hebben hun lot verbonden aan die leugens, en kunnen er dus geen afstand van nemen. Met die leugens sleuren ze ons de afgrond in. Hun pensioenen, door ons betaald, zijn gegarandeerd. De onze niet. Hoe moet hieraan een einde komen? Door een referendum. We moeten onze politici de pas afsnijden. We moeten de monetaire atoombom die de euro heet, zo snel mogelijk ontmantelen. Laten we het verlies nemen, de overgang voorbereiden en reguleren, en met Duitsland en Oostenrijk een nieuwe munt invoeren die de kracht en het karakter van de drie sterk met elkaar verbonden economieën uitdrukt.
En Jan Kees moet een tijdje in de hoek gaan staan en zich diep schamen, en daarna honderd keer schrijven: ik mag het Nederlandse volk geen loze praatjes verkopen.