Toen op de Spaanse nationale feestdag vorige week uitlekte dat de negen Catalaanse politieke gevangenen voor samen 100 jaar cel zouden veroordeeld worden, keek niemand verbaasd op. Toch was het officiële vonnis maandag een kaakslag die de Catalaanse volkswoede deed losbarsten. Van indepes tot unionisten, voor een grote meerderheid Catalanen zijn deze veroordelingen meer dan een brug te ver. Zelfs Catalaans oud-minister-president José Montilla, unionist en van dezelfde partij als premier Sánchez (PSOE), sprak van onbegrijpelijk harde straffen. Ondertussen loopt het in de Catalaanse straten uit de hand.
Bewogen protestweek
Spontane protesten braken uit eens de vonnissen officieel bekend werden gemaakt. De Catalaanse regeringspartijen riepen op tot rust, maar die aanbeveling werd door een deel van de onafhankelijkheidsbeweging in de wind geslagen. Die zijn nog niet vergeten hoe de onafhankelijkheidsverklaring in oktober 2017 op een sisser afliep en hoe de Catalaanse partijen sindsdien niet in staat bleken om een eensgezind antwoord te bieden op de politieke vervolging. Er wordt met argwaan gekeken naar het intern verdeelde Junts per Catalunya, de partij van Carles Puigdemont, maar vooral naar de ERC-partij, waarvan verkozenen de laatste dagen konden rekenen op het verwijt botiflers. Botifler is de historische scheldnaam voor de Catalanen die tijdens de Spaanse Successieoorlog collaboreerden met de Spanjaarden.
Spaanse vlaggen aan politiecombi’s, anti-Catalaanse slogans
Een cynische graffitislogan in de straten van Barcelona verwoordt het nog best: ‘Jullie hebben ons geleerd dat pacifisme nergens toe dient.’ Hoewel het overgrote deel van de protesten vreedzaam blijft, is er een deel dat er genoeg van heeft en de Spaanse (politie-) aanwezigheid niet meer wil dulden. Doelwitten zijn het gehate Spaanse politiehoofdkwartier aan de Via Laietana in Barcelona of de Vertegenwoordiging van de Spaanse Regering in diezelfde stad. Ook in vele andere Catalaanse steden braken protesten uit. De massaal opgetrommelde Spaanse politieagenten doen weinig moeite om hun afkeer van de onafhankelijkheidsbeweging te verbergen: Spaanse vlaggen aan politiecombi’s, anti-Catalaanse slogans, maar ook een te makkelijk grijpen naar geweld.
Geweld loopt uit de hand
De Policia Nacional Española schiet met rubberkogels – nochtans verboden in Catalonië – en plastiekballen. Drie personen zijn zo al een oog verloren en een andere verloor een testikel. Honderden gewonden werden al gemeld door de medische diensten. Verschillende beelden getuigen ook van politie-infiltranten die erop uit zijn geweld uit te lokken in de betogingen. Sommige politieagenten nemen zelfs niet eens de moeite zich om te kleden en stoken vuurtjes in uniform. De Catalaanse ‘indepes’ voorstellen als gewelddadig is dan ook al langer een doel van bepaalde delen van de Spaanse politiek. Zo verklaarde de voorzitter van de Partido Popular, Pablo Casado, dat de onafhankelijkheidsbeweging altijd en voortdurend vooruit is geraakt door geweld.
Ook journalisten moeten delen in de politieklappen. Verschillende journalisten werden ofwel hard aangepakt of zelfs beschoten door de Spaanse politiediensten. Een fotojournalist van El País, een Madrileense krant die niet verdacht kan worden van sympathie voor de Catalaanse zaak, werd zelfs weggesleurd en aangehouden toen hij de hardhandige aanhouding van een betoger wou filmen. Het aanhoudende politiegeweld leverde Spanje al een veroordeling op van Amnesty International.
Catalaanse politie onder vuur
De Catalaanse regering zelf zet alle middelen in om de protesten in te dijken
Ook het geweld van sommige betogers lijkt niet te stoppen. Hoewel Catalaans minister-president Torra en de voltallige regering alle geweld veroordeelde en contraproductief noemde, lijken deze betogers buiten controle. De Catalaanse regering zelf zet alle middelen in om de protesten in te dijken. De Catalaanse Mossos d’Esquadra, tijdens het referendum nog geroemd voor hun terughoudendheid, staan nu schouder aan schouder met hun Spaanse collega’s. Het harde optreden van ook de Mossos heeft de Catalaanse regering, die zwakker dan ooit lijkt te staan bij de eigen achterban, harde kritiek opgeleverd. Zowel de burgerbeweging ANC, CUP als bekende stemmen uit de Catalaanse politiek vroegen opnieuw om het ontslag van Miquel Buch, de Catalaanse minister van Binnenlandse Zaken. Ook Clara Ponsatí, de voormalige onderwijsminister die nu in ballingschap leeft in het Verenigd Koninkrijk, veroordeelde het optreden van de Catalaanse politie en vroeg het ontslag van Buch. Ondanks de duidelijke interne verdeeldheid, schaarden zowel JxCAT en ERC zich uiteindelijk achter Buch.
In zowel het Baskenland als in Madrid zijn er de voorbije dagen protestmarsen gehouden, in solidariteit met de Catalanen. In Madrid konden de vooral antifascistische en republikeinse betogers evenzeer rekenen op een hard politieoptreden. Verrassend is misschien ook wel de steun van die dikwijls vergeten Franse Catalanen. De gele hesjes blokkeren er al enkele dagen de autosnelweg richting Spanje en de Catalanisten organiseerden er verschillende protesten in ‘Perpinyà’ om hun solidariteit uit te drukken voor de Spaanse Catalanen.
Onzekere toekomst
Het antwoord van Madrid blijft ondertussen hetzelfde: No! Minister-president Torra nodigde voor de zoveelste keer premier Sánchez uit voor een vergadering, een uitnodiging die voor de zoveelste keer van de hand werd gewezen. Het is zelfs zo erg dat Sánchez niet eens Torra aan de telefoon wil spreken. Het tekent de stugge houding van Madrid, dat weigert in te zien dat het met een harde hand de status quo opleggen in Catalonië nergens toe leidt.
De situatie lijkt meer dan ooit vast te zitten
Na tien jaar vreedzame protesten en massabetogingen, lijkt het geduld van de Catalanen opgebruikt. De situatie lijkt meer dan ooit vast te zitten. Pedro Sánchez weigert tot dusver amnestie of een pardon te overwegen voor de Catalaanse politieke gevangenen en kiest resoluut voor de harde aanpak. Met nationale verkiezingen over drie weken wil hij niet als een zwak leider overkomen. Indien hij het goed speelt, kan hij zijn positie versterken en alsnog proberen een coalitie zonder de Catalaanse partijen te vormen. Indien dit niet lukt, dan wacht Spanje opnieuw meer politieke instabiliteit, met ditmaal een Catalaanse regio die het kookpunt heeft bereikt. De grote vraag is dan hoe lang de Catalanen deze protesten volhouden.