De nieuwe regering van Zweden, die uiteindelijk na maanden vertraging werd gevormd in januari dit jaar, heeft een beleid geïntroduceerd dat zal leiden tot méér immigratie naar Zweden – ondanks dat de belangrijkste regeringspartij, de sociaal-democraten, vóór de verkiezingen de belofte heeft gedaan om het immigratiebeleid aan te scherpen…. Ondertussen worden migranten met een islamitische achtergrond in de watten gelegd, terwijl zij die met een christelijke achtergrond hun land zijn uitgevlucht, teruggestuurd worden.
Het recht op gezinshereniging voor mensen die asiel hebben gekregen in Zweden, maar die geen vluchtelingenstatus hebben, wordt opnieuw ingevoerd – een maatregel die naar schatting de komende drie jaar minstens 8.400 méér immigranten naar Zweden zal brengen. Volgens de minister van Migratie, Morgan Johansson, zal deze maatregel “de integratie versterken”, hoewel hij niet heeft uitgelegd waarop hij die uitspraak baseert.
Johansson: “Ik vind het een zeer goede humanitaire maatregel; 90% (van degenen die naar verwachting zullen komen) zijn vrouwen en kinderen die al lang in vluchtelingenkampen hebben gewoond, en die nu herenigd kunnen worden met hun vader of echtgenoot in Zweden”. Hij refereerde bij dit commentaar waarschijnlijk aan het feit dat de meeste migranten die in de afgelopen paar jaar arriveerden jonge mannen waren, die hun vrouwen en kinderen lieten verrekken in het land van herkomstachterlieten. De maatregel geeft ook dit recht ook aan zogenaamde “niet-begeleide kinderen” om hun ouders naar Zweden te halen. Overigens bleken veel van deze “niet-begeleide kinderen” gewoon volwassenen te zijn, en geen minderjarigen. Het zal u niet verbazen dat de tandarts die in juli vorig jaar heeft bijgedragen aan het blootleggen van dit inconsequente detail, naar aanleiding van deze onthulling is ontslagen.
Johansson zei ook dat de regering van plan is om het recht om in Zweden te blijven uit te breiden door “nieuwe humanitaire redenen voor bescherming” in te voeren. Dit betekent dat mensen die anders niet in aanmerking zouden komen voor een verblijfsvergunning het nu zullen kunnen krijgen om de volgende redenen (volgens Johansson):
“Voor zeer gevoelige gevallen moet er een mogelijkheid zijn om de opties voor het verkrijgen van verblijfsvergunningen te vergroten. Het kunnen bijvoorbeeld gevallen zijn waarin mensen erg ziek, breekbaar of erg kwetsbaar zijn. Het is een zeer kleine groep en een zeer klein deel van het totale asielbeleid. Er zijn een aantal opvallende gevallen waarbij men niet denkt dat dit vanuit puur humanitair oogpunt goed heeft gewerkt … Er moet plaats zijn voor menselijkheid en een humanitaire benadering, zelfs in deze tijden. Ik denk dat dit belangrijk is”.
Wat betreft de humanitaire redenen van Zweden – of het gebrek daaraan – kan gezegd worden dat personen met een islamitische achtergrond altijd worden geholpen, maar ten aanzien van mensen met een christelijke achtergrond ligt dat totaal anders: er zijn naar schatting 8000 vervolgde christenen die zich in Zweden schuil houden uit angst gedeporteerd te worden, zegt advocaat Gabriel Donner, die naar schatting 1.000 christelijke asielzoekers heeft geholpen in verband met dreigende uitzetting.
De Zweedse migratieminister Morgan Johansson heeft ook beweerd, misschien als een manier om zichzelf vrij te pleiten van het feit dat de nieuwe regering tegen haar eigen verkiezingsbelofte in om de immigratie in Zweden te verminderen, dat het land nu “de laagste asielinstroom heeft sinds 13 jaar” (over 2018, dus).
Die bewering is onjuist, blijkt uit cijfers vrijgegeven door de Swedish Migration Board: het op twee na grootste aantal afgegeven verblijfsvergunningen ooit was in 2018 (132.696). De vorige recordjaren waren respectievelijk 2016 en 2017, toen 151.031 en 135.529 verblijfsvergunningen werden verleend aan migranten. In 2018 was de top tien van herkomstlanden voor vreemdelingen die een verblijfsvergunning hadden gekregen: Syrië, India, Afghanistan, Thailand, Eritrea, Irak, China, Pakistan, Iran en Somalië.
Net als veel andere landen in de Europese Unie blijken ook Zweedse politici een afwijkend idee te hebben van wat een democratie nu precies is. Zweden – een land met iets meer dan 10 miljoen mensen – heeft óók een regering dat een beleid voert waar de meerderheid van de burgers tegen is. In december 2018 toonde een peiling aan dat 53% van alle Zweden wetgeving wilde die het aantal immigranten dat in Zweden werd toegelaten, zou verminderen.
Zweden heeft ook besloten terugkerende IS-terroristen te verwelkomen. Volgens premier Stefan Löfven (wiens nationaal sociaal-democratische partij het ergste verkiezingsresultaat ooit behaalde en met slechts 28,3% van de stemmen tòch premier werd) hebben teruggekeerde terroristen van Islamitische Staat het “recht“, net als Zweedse burgers, om terug te keren naar Zweden. Löfven beweerde dat het tegen de Zweedse grondwet zou zijn om hen van hun burgerschap te beroven, maar dat degenen die misdaden hadden gepleegd zouden worden vervolgd.
Op dit moment staat de Zweedse wet de beveiligingsdiensten niet toe om alle nodige maatregelen te treffen tegen het terugzenden van IS-strijders. De wet staat bijvoorbeeld niet toe dat autoriteiten beslag leggen op de mobiele telefoons of computers van terugkerende IS-strijders, tenzij er een concreet vermoeden van een misdrijf bestaat.
Wel heeft de Zweedse regering eind februari plannen gepresenteerd om wetgeving in te voeren die het lidmaatschap van een terroristische organisatie strafbaar moet maken. Deze nieuwe wet zou het vervolgen van terugkerende IS-strijders die niet verbonden kunnen worden met een specifieke misdaad, maar waarvan bewezen is dat ze deel hebben uitgemaakt van een terroristische organisatie, mogelijk moeten maken.
Critici hebben erop gewezen dat het jaren heeft geduurd voor de overheid stappen ondernam om het lidmaatschap van terreurorganisaties strafbaar te stellen en dat de geplande straf – twee tot zes jaar in de lik – voor het behoren tot één terreurgroep, “belachelijk laag” is. Totdat de wet is aangenomen kunnen terugkerende IS-terroristen alleen worden berecht voor specifieke misdaden die zijn gepleegd terwijl ze vochten voor het “kalifaat”.
Een Zweedse terrorismedeskundige, Magnus Ranstorp, heeft onlangs Zweden gewaarschuwd dat haar beleid om niet alleen IS-terroristen terug te nemen, maar ook hun vrouwen en kinderen, volgens hem ook een groot veiligheidsrisico vormt:
“De vrouwen zijn geen onschuldige slachtoffers, en er is ook een grote groep IS-kinderen … Vanaf hun achtste of negende jaar zijn ze naar indoctrinatiekampen gestuurd waar ze technieken voor close-combat hebben geleerd en hoe met wapens om te gaan. Sommigen van hen hebben geleerd hoe ze kunnen doden … hun identiteiten zullen voor altijd verbonden zijn aan hun tijd met IS, en het feit dat ze een IS-vader of een IS-moeder hebben.”
Ongeveer 300 mensen verlieten Zweden om te vechten voor Islamitische Staat en naar schatting zijn ongeveer 150 Zweedse IS-strijders door de Zweedse regering weer met open armen ontvangen. Ongeveer 50 van degenen die niet terugkeerden, werden gedood. Het hoofd van Säpo, de Zweedse inlichtingendienst, had in januari teruggekeerde IS-strijders “gebroken mensen die getraumatiseerd zijn door hun ervaringen” genoemd en zei dat de Zweedse samenleving “een grote rol moet spelen bij de re-integratie van hen”.
Veel IS-strijders namen hun gezin, inclusief kleine kinderen, mee toen ze naar Islamitische Staat gingen. Een Zweeds sprekende familie die naar IS was gereisd, had een video gemaakt, onlangs uitgezonden door de Zweedse media, over hun leven in de jihad. In één scène oefent de moeder haar schietoefeningen, terwijl vader de kinderen behulpzaam uitlegt: “Nu zullen we naar mama kijken wanneer zij jihad doet”. De homemovie laat ook de vrouw zien die haar pistool afschiet terwijl ze vrolijk uitroept: “Dat was cool!” En “Allahu Akbar” (“God is de grootste”).
In een andere scène maakt de vader zich klaar om weg te gaan en te doden, terwijl hij zijn jonge zoon en zijn peuterdochter vertelt hoe hij een walkie-talkie stal van een “ongelovige” die hij door zijn hoofd had geschoten en gedood. De kleine jongen legt de vader uit hoe hij de munitie het beste kan gebruiken voor zijn geweer en vraagt mee te gaan, maar de moeder vertelt hem dat zijn vader nog steeds denkt dat hij “te jong” is.
De verteller in de film legt uit dat veel kinderen van dergelijke IS-families met hun gezin naar Zweden zijn teruggekeerd en naar Zweedse kleuterscholen en scholen gaan. De familie in de film is er één van. De Zweedse lokale autoriteiten weten in het geheel niet hoeveel kinderen zijn teruggekeerd. Volgens een enquête die het Zweedse televisiekanaal SVT onder Zweedse gemeenten heeft gehouden, zijn deze gemeenten alleen op de hoogte van 16 volwassenen en 10 kinderen, van de 150 gerepatrieerden.
Al in juni 2017 vertelde het hoofd van Säpo in die tijd, Anders Thornberg, de Zweedse media dat het land een “historische” uitdaging meemaakte in de omgang met duizenden “radicale islamisten in Zweden”. (In 2010 waren er nog 200 jihadisten in Zweden, aldus Säpo). Thornberg vermeldde ook dat zijn organisatie ongeveer 6.000 tips per maand ontving met betrekking tot terrorisme en extremisme, vergeleken met een gemiddelde van 2.000 per maand in 2012.
Ondertussen voelen steeds meer Zweden zich niet veilig in hun eigen land. Vier van de tien vrouwen zijn bang om naar buiten te gaan, volgens het nieuwe National Safety Report (PDF), gepubliceerd door de Zweedse Nationale Raad voor Criminaliteitspreventie (Brottsförebyggande Rådet of Brå).
Maar ook de houding van de Zweedse overheid is een reden tot zorg.
Angst voor bedreigingen en intimidatie zijn redenen waarom Zweden vinden dat zich uiten op internet iets is om te vermijden. Velen die “verkeerde” meningen op het internet hebben geuit, zijn door de Zweedse autoriteiten aangeklaagd wegens “provoceren van een etnische groep” – een misdaad die volgens de Zweedse wetgeving strafbaar is. Het ‘”democratische probleem” dat de eerder genoemde Söderström beschrijft, is daarom tweeledig: de angst voor bedreigingen en pesterijen van anderen en de angst voor vervolging door de Staat.
Zweden heeft het afgelopen jaar een aanzienlijke toename gehad van vervolgingen voor “hate speech” op sociale media. De organisatie die grotendeels verantwoordelijk wordt geacht voor deze stijging is de Zweedse variant van de NSB: “Näthatsgranskaren” (“De Web Haat Onderzoeker”), een particuliere organisatie opgericht in januari 2017 door een voormalige politieagent, Tomas Åberg, die er een hobby van heeft gemaakt mensen te identificeren en te rapporteren aan de Zweedse autoriteiten – mensen waarvan hij en zijn organisatie vinden dat die burgers “misdaden” begaan en “aanzetten tot haat” jegens buitenlanders. Over de jaren 2017 en 2018 ontving Åberg hiervoor van de Zweedse overheid een beloning van US$ 165.000. Vorig jaar werd hij door het Aftonbladet genomineerd voor de “Zweedse Held”-prijs. Kennelijk vinden journalisten in dat land het verraden van de eigen burgers bij de overheid al een ereprijs waard!
Tot slot: de Zweedse regering probeert de reputatie van haar land in het buitenland continue omhoog te krikken, en daarbij maakt ze dan ook graag gebruik van statistieken. Zo werd onlangs trots verkondigd dat Zweden één van de weinige landen is in de EU die een geboortecijfer heeft om jaloers op te worden: Zweedse vrouwen krijgen gemiddeld 2,1 kind. In ons land is dat 1,6.
Maar als we de officiële statistieken van het land erbij halen, dat blijkt dat dat cijfer van ons land net zo hoog is als dat van de autochtone Zweedse vrouwen. De reden dat het landelijke percentage zo hoog is komt (blijkt uit cijfers die het statistisch bureau per ongeluk heeft vrijgegeven) door de import van veel vruchtbare Afrikaanse vrouwen.
Zweedse functionarissen zijn zich er volledig van bewust dat blanke Zweedse vrouwen hun samenleving niet kunnen ondersteunen en dat het gezinsbeleid een dure mislukking is. Maar verbluffend is dat de Zweedse overheid de lage Zweedse vruchtbaarheid compenseert door uiterst vruchtbare vrouwen uit onderontwikkelde landen met een lage menselijke ontwikkelingsindex (HDI) te importeren.