Simons Het kabinet ligt onder vuur omdat het op 19 december excuses voor de slavernijperiode wilde aanbieden in meerdere voormalige koloniën van Nederland. Die intentie lekte informeel uit. Hoewel beargumenteerd kan worden dat het maken van dergelijke excuses louter om staatsrechtelijke redenen plaats kan vinden, gaat het allerlei belangenorganisaties daar niet om. Zij willen er financieel gewin voor minderheden uit halen en bepleiten radicale gelijkheid. Daarnaast zitten er in hun eisenpakket ook racistische componenten, betoogt Bart Collard.
Simons Verschillende perspectieven op excuses
Sommigen vinden het maken van excuses voor het slavernijverleden een slecht idee. Zij menen dat de huidige bevolking geen schuld heeft aan wat er in het verleden is gebeurd. Historicus Piet Emmer schrijft dat vrijwel alle landen, bij de redenering dat de Nederlandse staat schuldig is, dan wel ergens excuses voor moeten aanbieden. Hij vreest daarnaast dat het zal leiden tot absurde claims voor herstelbetalingen. Emmer stelt echter: ‘De geschiedenis is nu eenmaal een vreemd land, waar ze de dingen anders deden.’
Historicus Geerten Waling moedigt het aanbieden van excuses juist wel aan. Hij stelt dat ‘een regering altijd de staatsrechtelijke verantwoordelijkheid voor het beleid van alle voorgaande regeringen [heeft]. Binnen dezelfde staatsvorm, althans.’ Hij wijst erop dat die staatsvorm is ingevoerd in 1814 en daardoor de slavernijperiode beslaat; de slavernij is in 1873 praktisch afgeschaft. Hij stelt dat de excuses daarom niet plaatsvinden namens de nu levende burgers, maar namens het instituut van de Nederlandse staat dat generaties mensen overstijgt. Volgens Waling hoeven excuses niet per se te leiden tot herstelbetalingen.
Voor anderen gaat het maken van excuses zelfs niet ver genoeg. Organisaties als Kick Out Zwarte Piet, Zwart Manifest en The Black Archives hebben een flink aantal eisen gesteld. Zij vragen om ‘het kwijtschelden van coronaleningen aan Caribisch Nederland ter waarde van ruim 1 miljard euro’. Ook willen zij dat het gebruik van de term ‘neger’ strafbaar wordt gesteld. De figuur Zwarte Piet moet verdwijnen en nazaten van voormalige slaven moeten financieel gecompenseerd worden.
Racistische componenten in eisenpakket
De minister voor Rechtsbescherming, Franc Weerwind, zou naar Suriname afreizen om daar de excuses aan te bieden namens Nederland. Het Surinaamse Nationaal Comité Herdenking Slavernij gaf echter aan dat Suriname geen excuses zou accepteren van Weerwind, omdat hij Surinaamse wortels heeft: ‘Weerwind is zélf nazaat. Zijn voorouders waren waarschijnlijk slaven.’ Weerwind reisde vervolgens alsnog af naar Suriname voor zijn werkbezoek, maar wilde niet verklaren of hij nog steeds excuses zou gaan aanbieden namens Nederland.
Het gaat het Surinaamse comité dus niet om een vermeende staatsrechtelijke verantwoordelijkheid van Nederland. In dat geval zou het immers niet uitmaken wat de achtergrond van de persoon is die de excuses zou maken namens ons land. Diegene zou slechts een hooggeplaatste vertegenwoordiger van de Nederlandse staat hoeven te zijn. De belangenorganisaties stellen echter: ‘een wit persoon moet excuses maken’.
Daarmee tonen deze organisaties aan dat het hen primair gaat om een vermeende ‘witte schuld’. Bij zo’n schuld wordt er doorgaans van uitgegaan dat de voorouders van blanke mensen participeerden in de slavernij of deze in stand hielden en dat hedendaagse blanke mensen profiteren van de gevolgen van die periode.
Dergelijke ideeën komen voort uit de werken van twee belangrijke partijideologen van Bij1, Anousha Nzume en Gloria Wekker. Het probleem is dat het idee van ‘witte schuld’ een inherent racistische aard heeft. Weerwind wordt geweigerd omwille van zijn huidskleur en er wordt een blanke vertegenwoordiger geëist omwille van zijn of haar huidskleur.
Na de ophef omtrent Weerwinds huidskleur en afkomst besloot het kabinet om de vicepremier, Sigrid Kaag, deze week nog naar Suriname te sturen. Of zij daar blijft tot en met 19 december is niet geheel duidelijk. Geeft het kabinet toe aan de eis om een blank persoon excuses te laten maken? Al dan niet in samenwerking met Weerwind om te doen voorkomen dat niet wordt toegegeven aan de racistische eis van de belangenorganisaties?
Eis van radicale gelijkheid
De aankondiging dat excuses voor het Nederlandse slavernijverleden worden geweigerd wanneer ze worden gedaan door minister Weerwind – omwille van diens afkomst – toont aan dat de genoemde belangenorganisaties dergelijke excuses niet primair willen horen omwille van een vermeende staatsrechtelijke verantwoordelijkheid van onze staat.
Zij redeneren vanuit een meer op ras gebaseerde gedachte waarbij wordt gesteld dat blanke mensen bevoordeeld zijn in de maatschappij ten opzichte van niet-blanken en dat dit het gevolg is van de slavernij. Blanke mensen moeten daarom plaatsmaken voor niet-blanken en allerlei maatregelen, waaronder financiële compensaties, worden geëist.
Voor dergelijke organisaties lijkt er geen rem op het eisenpakket te zitten. Zij willen radicale gelijkheid, waarbij sociale en financiële verschillen tussen Nederlanders onderling, en ingezetenen in voormalige koloniën, worden gelijkgetrokken.