Wat is een journalist?
‘Een journalist of journaliste is een beroepsbeoefenaar die nieuwsfeiten verzamelt over recente gebeurtenissen van algemeen belang, die deze feiten onderzoekt of analyseert en daarover publiceert in een actueel (nieuws)medium.’ Dat zegt Wiki. Ik zou er derhalve aanspraak op kunnen maken journalist te zijn, als het ook mijn beroep zou zijn.
Maar wat is een beroep? ‘Een beroep of vak, ook wel aangeduid als stiel, metier (van het Franse ‘métier’) of professie, is een samenhangend geheel van arbeidstaken die voor de uitvoering een bepaalde vakkennis en -kunde vereisen, en dat losstaand van de individuele beroepsbeoefenaar kan voortbestaan en voor de maatschappij herkenbaar is.’ Wederom Wiki. En wat ik u hier voortover zie ik niet als een ‘arbeidstaak’. Het is puur vrijwilligerswerk, en geen arbeid, noch een taak.
Dit blog is wel een (nieuws)medium, en knap actueel. Ik verzamel nieuwsfeiten, onderzoek ze én analyseer ze. Een ‘bepaalde’ vakkennis en -kunde is nogal losjes geformuleerd, en ik betrek de stelling dat sprake is van kennis en kunde in deze context als de auteur van een publicatie naar behoren, integer informeert, en goede analyses aflevert die ontwikkelingen, en te verwachten uitkomsten, goed in beeld brengen. Het vergt geen opleiding of diploma. En eigenlijk is het ook een beetje vreemd dat je geacht wordt er geld aan over te houden, en het als een ‘arbeidstaak’ te beschouwen, alvorens jezelf ‘journalist’ te mogen noemen.
Als je tevens de uitbater van het ‘(nieuws)medium’ bent, heb je twee petten op. Maar dat geldt ook voor de ‘ZZP-er’ in die branch, die zichzelf uitbaat. Zijn er nog wel journalisten ‘in vaste dienst’ die beschermd worden door een contract, en niet zomaar ontslagen kunnen worden omdat de eigenaar van het ‘(nieuws)medium’ niet blij is met wat je als journalist schrijft? Hier op dit blog is de kans op ontslag nul, uiteraard, en dat heeft wel wat, moet ik zeggen. Maar hoe zit dat met vervolging?
In mijn jonge jaren vond ik het wel wat hebben, ‘journalist’. Maar die betovering is volledig weg. Dat komt voornamelijk door de ontwikkeling die de journalistiek heeft doorgemaakt. Eerder zag ik journalisten als een soort ‘voorhoede’. Nu zie ik ze, als groep, als de achterhoede. De verdediging van het ‘establishment’. De ‘baanvegers’ die na de wedstrijd hun ding mogen doen om ervoor te zorgen dat er morgen weer gestart kan worden. In het ene land is dat nadrukkelijker het geval dan in het andere.
In Frankrijk hebben journalisten nog wel een zekere ‘standing’. Maar in het Verenigde Koninkrijk is het vak zo dood als een pier. In dat land vervolgen ze niet alleen Julian Assange, toch één van de meest succesvolle journalisten van deze eeuw, maar hebben ze nu ook een ‘activistische’ journalist die ‘embedded’ met de Russische troepen meereist in Oekraïne op de nationale sanctielijst geplaatst. En Europa heeft het publicatieverbod voor ‘Russia Today’ bekrachtigd, en daar zijn ze apenpokken-trots op. Het is ver voorbij sneu.
Het is evident niet zo dat ‘activistisch’ als zodanig gezien wordt als een probleem, hoewel het dat wel is. Immers, ‘activisme’ staat uiteindelijk altijd haaks op de pogingen om een compleet beeld te schetsen. Dat lukt uiteindelijk natuurlijk nooit, maar ‘activisme’ verraadt vooringenomenheid. Voor een blogger, vlogger, columnist, schrijver of politicus is dat niet bezwaarlijk, zolang hij of zij maar geen ‘verborgen agenda’ heeft. Maar voor een journalist zoals ik ernaar kijk is dat dodelijk.
Het is veelbetekenend dat bij veel kranten, zeker bij mijn ‘eigen’ NRC, degenen die zich journalist noemen, ‘bijbeunen’ als columnist bij diezelfde publicatie. Caroline de Gruyter, die ik eerder aanviel omdat haar ‘interview’ met een Duitse historicus en politicoloog geen interview was, maar een presentatie, mocht dit weekend in de krant op pagina twee een lans breken voor het ‘ontwortelen’ van mensen, gepresenteerd als een boekbespreking.
Dat soort activisme, voor oorlog, voor de creatie van migrantenstromen, en voor de moedwillige ontworteling van boeren en andere ‘gehechte’ landgenoten, loopt geen enkele kans op sanctionering, of vervolging in ons deel van de wereld. Voor mij persoonlijk is dat erg confronterend, omdat ik zelfs recent nog een lans brak voor ‘kosmopolitisme’, en mensen die het dicht bij huis zoeken uitnodigde om ‘uit hun comfortzone’ te komen.
Maar bij mij reikt die inspanning niet verder dan een uitnodiging, en het is mij een gruwel om daar beleid op in te richten. Ik ben hier op mijn blog ook nadrukkelijk geen activist. Ik zoek het overigens ook niet in een pathologische behoefte om ‘gehecht raken’ te ontvluchten als een soort ideaal. Integendeel! En Caroline de Gruyter mag dan de loftrompet steken over de charmes van het nomadische bestaan, maar ze komt niet erg avontuurlijk over. Het is, zoals bij zovelen, eerder een flirt. Een ‘groupie’-achtige houding waarbij mensen die dingen hebben meegemaakt worden geadoreerd als ‘popartiesten’.
In die vorm is het een buitengewoon decadente vergroeiing van wat ooit van een journalist werd verwacht. Het ‘avontuurlijke’ bestaan van de ‘groupie’, de ‘boekenwurm’, de ‘stokebrand’, trots op de bijdrage aan het omploegen van andermans leven. Bij voorkeur op hun kosten. Het past naadloos in de agenda van het ‘World Economic Forum’ en daaraan verwante organisaties, met de NAVO voorop, die overal chaos stichten om hun imperialistische natte droom van een ‘wereldregering’ en het neofeodale ‘Financieel Kapitalisme’ de eindoverwinning te bezorgen.
Waarmee dus niet gezegd is dat eenieder die dat in woord of geschrift bevordert zich ook realiseert dat ze een ‘huurling’ zijn van die onfrisse veldheren. Ze zijn ‘activist’, maar zonder te beseffen dat de maatschappij die ze al doende bevorderen ook hen zal vermalen, zoals de ‘groupie’ als regel zelf ook geen noot kan zingen of spelen. Het ‘gesloten’ karakter van hun ‘Big-Brother‘-wereldbeeld is een gevangenis die vele malen problematischer is dan het gegeven dat sommige mensen vergroeid zijn met hun stukje grond, hun partner, en hun ‘vaste baan’.