Het is al bijna geen nieuws meer, maar steeds vaker moeten journalisten maatregelen nemen om de eigen veiligheid te waarborgen. Deze maand besloot de Belgische omroep VRT uit veiligheidsoverwegingen om het logo van de microfoons te halen tijdens coronademonstraties. Dit weekend moest het Mediapark in Hilversum extra worden beveiligd. Een cynische gedachte: demonstranten die strijden voor vrijheid, ontzeggen een ander die vrijheid.
Volgens hoofdredacteur Dimitri Verbrugge is de veiligheid van journalisten ‘prioritair’, de omroep zegt dan ook bij risicovolle opdrachten altijd een veiligheidsanalyse te doen. Het Belgische Coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse (OCAD) spreekt volgens de hoofdredacteur van een ‘opgehitst en gepolariseerd klimaat’ en dat is wat hem betreft niet te negeren.
‘We moeten alerter zijn dan pakweg vijf jaar geleden. In 2020 vonden er in Europa 900 geweldplegingen tegen journalisten plaats. De dreiging is reëel, ook dichtbij huis’, aldus Verbrugge.
Mediapark
De lijst met maatregelen en incidenten begint inmiddels wel erg lang te worden. De logo’s die van de wagens van onze eigen NOS werden gehaald, de mishandelingen, beledigingen en bedreigingen van journalisten, fotografen die hun naam niet langer onder relfoto’s willen zetten en schrijvende collega’s die een reportage over complotdenkers anoniem in de krant laten zetten uit angst voor belaging. Dit weekend moest de politie het Mediapark in Hilversum nog preventief beschermen uit angst voor een gewelddadig optreden van zogenaamde Defend-groepen, militante anti-overheidsgroeperingen die protesteren tegen de coronamaatregelen.
Helaas is de zorg van journalisten anno 2021 terecht. Journalisten die schrijven over complotdenkers of coronademonstraties hebben bijna de garantie dat ze op de een of andere manier te maken krijgen met belaging. Woonadressen worden op het internet gezet, er worden allerlei bedreigende en intimiderende beloftes gedaan en de schrijvende pers moet tegenwoordig zelfs rekening houden met een bezoekje aan huis.
De vele incidenten komen ook terug in de cijfers. Acht op de tien journalisten die meewerkten aan een onderzoek van de organisatie Persveilig (een samenwerkingsverband van de Nederlandse Vereniging van Journalisten, het Genootschap van Hoofdredacteuren, politie en Openbaar Ministerie) gaven het afgelopen jaar aan wel eens te maken hebben gehad met een vorm van agressie of bedreiging. In 2017 ging het ‘nog’ om zes op de tien.
Brandbom
De incidenten worden inmiddels ook steeds heftiger. Wat te denken van de brandbom die in het huis van Sikkom-journalist Willem Groeneveld werd gegooid? Een recept voor een vreselijke en zelfs mogelijk dodelijke afloop. Tijdens een inleidende rechtszaak onlangs op de rechtbank in Groningen bleek dat de verdachten hun inspiratie hadden opgedaan bij een bekende en beruchte groep online complotdenkers.
Een van de online belagers was de notoire complotdenker Micha Kat, een gestoorde man die al jaren vanuit het buitenland zijn aanhangers aanspoort om Nederlandse journalisten lastig te vallen.
Lang was Kat een schuimbekkende idioot in een woestijn van gestoorde gedachten, maar in de gepolariseerde corona-maatschappij bleek zijn overslaande en hysterische stem ineens mensen daadwerkelijk fysiek aan te zetten om anderen te belagen. Zo werden rouwende ouders op een begraafplaats in Bodegraven lastiggevallen en kregen een burgemeester en een advocaat van de gemeente het zwaar voor de kiezen. Onlangs bleek dus dat het online gehits zelfs uiteindelijk kan zorgen voor een brandbom op de deurmat bij een kritische journalist thuis.
Politici
En laten we de rol van ophitsende politici ook vooral niet vergeten. Begin 2017 noemde PVV-leider Geert Wilders journalisten van RTL Nieuws ‘laaghartig tuig’. Na een kritische noot van NRC kwam daar nog extra venijn bij. ‘Wat een zieke NRC-geesten, wat een lowlife’. In juni van dit jaar bleek het allemaal bepaald geen incident te zijn. Op Twitter stelde Wilders dat journalisten – een enkele uitzondering daargelaten – ‘tuig van de richel’ zijn.
Thierry Baudet op zijn beurt liet tijdens de inmiddels beruchte boreale overwinningsspeech weten dat journalisten ‘de samenleving ondermijnen’. We kennen deze retoriek helaas maar al te goed van Donald Trump, die hele volksstammen met goedkope oneliners en keiharde leugens wist op te zetten tegen de pers.
Cynisch
In de hele dynamiek van de coronapandemie en het toegenomen geweld tegen journalisten zit een buitengewoon cynisch element. De coronademonstranten en de populistische politici die strijden voor hun eigen vrijheid om zich te gedragen zoals alleen zij dat wensen, beperken met hun belagingstactieken juist een belangrijke vrijheid van anderen. De vrijheid in dit geval voor de onafhankelijke pers om adequaat, ongestoord en met open vizier verslag te doen van gebeurtenissen in de samenleving. Zonder angst voor geweld, bedreiging en belaging.
In maart van dit jaar liet Thomas Bruning van de Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ) in Trouw zijn licht schijnen over de toegenomen bedreigingen. ‘Het manifesteert zich aan alle kanten. Van Turkse nationalisten tot boze boeren en van viruswaanzinnigen tot kerkgangers. Ze zoeken allemaal hun eigen gelijk en vinden dat de pers hun verhaal niet vertelt. De groepen willen hun eigen waarheid horen en zijn teleurgesteld in journalisten die in hun beleving in een andere werkelijkheid leven’.
Denkkader
De observatie van Bruning geeft wat mij betreft precies aan waarom de agressie tegen journalisten zo is toegenomen. Uiteraard speelt deze onzekere crisistijd een rol, maar lezers willen niet meer lezen over hoe de samenleving in elkaar zit, maar over hoe zij zelf die samenleving zien. Het eigen individuele denkkader, de eigen normen en waarden, moeten terugkomen in de berichtgeving.
En als dat niet het geval is, dan deugt de journalistiek niet en zijn de journalisten onderdeel van het probleem en niet van de oplossing.
En dat is een zeer gevaarlijke trend. Wie in een crisistijd journalisten ziet als een groot probleem, is weer een flinke stap dichter bij een rechtvaardiging om geweld te plegen.