Voor de rechtgeaarde oranjeklant bestaat de vraag ‘wat doen we met de kerstdagen’, niet. Hij of meestal zij zit al dan niet in het verpleeghuis op 25 december, klokke 13.00 uur, in de oranjeversierde stoel voor de tv. De Koning spreekt! En de rest van die feestdagen besteedt hij of zij al schransend aan het verteren van de vers verkondigde wijsheid.
De kersttoespraak is het derde hoogtepunt in het oranjejaar. Dat begint met Koningsdag wanneer de hele misjpoge uitrukt om het openbare leven van een provinciestad te ontwrichten. Dit is het feestelijke hoogtepunt. De Vorst ontmoet Zijn Volk. Het volk vergaapt zich en stelt vast ‘hoe gewoon ze eigenlijk zijn’. En inderdaad, ‘gewoon’ zijn ze.
Het staatsrechtelijke hoogtepunt is Prinsjesdag. Met de rijtoer en de balkonscène. Hier krijgt het gebeuren iets wat je vorstelijke allure mag noemen. Op die dag is het vorstenhuis minder ‘gewoon’. De verbondenheid tussen het Oranjehuis en de bevolking wordt gecelebreerd. Tussendoor leest de Koning de troonrede voor. Dat is politiek en dus veel minder belangrijk dan de jurk van de Koningin, de baard van de Koning en de malle hoedjesparade.
Voor deze optredens stuurt de NOS of NPO ‘royalty-verslaggevers’ op pad. Die voorzien de gebeurtenissen vaak in samenspraak met zogeheten ‘royaltywatchers’ (wat wil je later worden, kindje? Royaltywatcher, papa.) van commentaar. De toon van die gesprekken is steevast eerbiedig, om niet te zeggen gewijd. Als je niet beter weet, zou je bijna denken dat je naar iets verhevens zit te kijken.
De kersttoespraak is zoals gezegd het derde hoogtepunt van het Oranje-drieluik. En voor dit festijn wil ik een gewaagd en misschien zelfs wel revolutionair voorstel doen. Laat de Koningin de boodschap uitspreken. Ik weet, het is in strijd met de geheiligde traditie. Maar we weten allemaal dat tradities alleen kunnen overleven als ze van tijd tot tijd opgefrist worden. Precies, net zoals Zwarte Piet Roetveegpiet gaat worden.
Het is misschien even slikken, maar wees gerust, de kerstboodschap is bij de Koningin in goede handen. Om te beginnen: de Koningin is een veel betere performer dan de Koning. Ze is een natuurtalent, met die Latijnse Schwung, zoals we steeds kunnen zien. Bij het optreden van de Toppers bijvoorbeeld of dat van andere cultuurdragers. En met dat charmante accent krijgt de boodschap ook een weldadig cachet. Minder plechtig, bijna iets relaxeds, en dat is precies goed voor bij de boom.
Voor de kijker heeft het grote voordelen. De Koningin is een aangename verschijning. Ze zal vast weer een mooi jurkje aantrekken. En na de boodschap kunnen we daarover praten, en niet over wat ze gezegd heeft. Want hoe de koninklijke tekstschrijvers ook hun best doen, daar blijft bij een normaal mens nooit iets van hangen.
Het is het proberen waard, lijkt mij. En als het goed gaat, en reken maar dat het goed gaat, kunnen Vorst en Vorstin rouleren. Dat is het echt revolutionaire van mijn voorstel. De kerstboodschap zou het begin kunnen worden van een mooie, nieuwe traditie. De ene keer doet Hij het, en het jaar daarop Zij. En zo kan het ook met Prinsjesdag. We maken van het Koningschap een duo-baan, wat het op Koningsdag eigenlijk al is. Dat kennen de andere vorstenhuizen niet. En dat moet ook voor niet-Oranjeklanten een overtuigend argument zijn: zijn we eindelijk weer eens gidsland.
https://frontbencher.nl/