Het gaat al dagen over de zogenaamde Lentekriebels. Seksuele voorlichting op basisscholen. Conservatieve roeptoeters menen stellig dat jonge kinderen bescherming verdienen tegen deze ‘giftige seksualisering van kinderen’. Opvallend, want goede voorlichting kan juist kinderen beschermen tegen seksueel misbruik.
De ophef rond de lentekriebels concentreert zich rond twee lijnen. De ene lijn is de vraag of kinderen op jonge leeftijd geconfronteerd moeten worden met ‘expliciete teksten en beelden’, de andere lijn of kinderen uberhaupt op school voorlichting moeten krijgen over seksualiteit.
Wat de eerste lijn betreft: er gaat nogal wat nepnieuws rond over boeken die zouden worden gebruikt. Uit het officiële programma van de Lentekriebels blijkt echter dat per leeftijdsgroep op een gepaste manier voorlichting wordt gegeven. Jonge kinderen krijgen les over hun eigen lichaam, over verliefde gevoelens, over het aangeven van grenzen. Bij de wat oudere kinderen gaat het ook over seksuele handelingen.
Pedagogisch
Daar kun je van vinden wat je wil, maar die kinderen zijn al bezig met seksualiteit, vraag voor de aardigheid eens aan medewerkers van de kinderopvang hoe ver sommige kinderen al gaan als het gaat om masturberen. De wat oudere kinderen hebben ook beschikking over internet en gaan doorgaans zelf wel op zoek. Wat er dan op tegen zou zijn om op een pedagogisch verantwoorde manier hier mee om te gaan is mij niet duidelijk.
Voor dit verhaal wil ik echter inzoomen op nut en noodzaak van seksuele voorlichting met betrekking tot kindermisbruik.
Nee, is oke
In de hulpverlening is al lang en breed duidelijk dat goede voorlichting veel ellende kan voorkomen. Drie jaar geleden bracht het Fonds Slachtofferhulp het boekje ‘Nee, is oke’ uit, gericht op kinderen tussen de vier en acht jaar oud. Volgens het Fonds is het voorleesboekje geschikt om kinderen weerbaarder te maken tegen seksueel misbruik en hen te stimuleren in het aangeven van grenzen met betrekking tot hun lichaam.
Het is in veel zedenzaken ook een terugkerend thema. Het misbruikte kind verklaart bij de politie dat het – soms jarenlange – misbruik niet werd gezien als abnormaal. Akelig veel kinderen dachten dat het er ‘gewoon bij hoorde’ wat pappa of opa of die huisvriend allemaal deed. Pas op latere leeftijd kwamen ze erachter dat het niet normaal was en dat niet ieder kind thuis dergelijke ‘spelletjes’ deed met volwassenen.
Er zijn legio voorbeelden. De zaak bijvoorbeeld tegen een man die een kind verwekte bij zijn 12-jarige dochter. Het meisje beviel tijdens een schoolreisje. Het misbruik zou al zijn begonnen toen ze nog maar zes jaar oud was en het slachtoffer werd jarenlang tien keer per maand misbruikt. Haar verklaring sprak boekdelen.
‘Ik dacht dat alle vaders dit met hun dochter deden’
Boek
Lies de Waard werd misbruikt door haar vader en schreef daar een boek over. Zij werd misbruikt vanaf haar elfde tot haar veertiende. Ook haar verklaring is helder. ‘Ik dacht eerst dat het normaal was wat mijn vader met mij deed, tot ik een vriendje kreeg en het hem vertelde…ergens wist ik het wel, want tijdens het misbruik had ik altijd een gevoel van afkeer en weerzin. Maar ik dacht dat incest bij het gezinsleven hoorde’
Ook bij grooming zie je een dynamiek van onvoldoende weerbaarheid. Met name kwetsbare en onzekere meisjes die verlegen zitten om aandacht, worden online slachtoffer van volwassen mannen.
Ik ga hier niet beweren dat je met goede, op leeftijd toegesneden seksuele voorlichting kindermisbruik uit de wereld kan helpen, maar als je op een moderne, normale manier met jonge kinderen praat en aandacht schenkt aan het bewaken van grenzen, dan zou je wellicht kinderen eerder en effectiever kunnen leren dat het helemaal niet normaal is wat vaders, online vrienden en huisvrienden met je uitvreten.
Toestemming
Als kinderen op school leren dat seks iets is tussen twee mensen uit ongeveer dezelfde leeftijdscategorie en alleen plaats zou moeten vinden met wederzijdse toestemming, dan zou dat wel eens een positieve uitwerking kunnen hebben op het voorkomen van kindermisbruik. Aanleren dat seks prettig is en prettig moet voelen voor alle ‘deelnemers’, inclusief een uitleg van seksuele handelingen, kan een verschil maken. Juist omdat het zo in contrast staat met de wereld van het misbruik. Een donkere wereld van macht, dwang en angst.
Veel kinderen die zijn misbruikt wisten niet dat het zo niet hoorde, terwijl ze wel voelden dat de handelingen niet fijn waren. Dat het weerzin opwekte. Als je dat gevoel met goede voorlichting over wat prettig is en wat niet kunt koppelen aan grenzen die ze zelf moeten leren bewaken, dan is dat winst.
Uiteraard is kindermisbruik complexer dan dat. Want je zit ook nog met het gegeven dat jonge kinderen niet zo snel in zullen gaan tegen hun ouders of die huisvriend. Maar je komt wellicht wel sneller af van het idee dat het misbruik erbij hoort of onderdeel is van het gezinsleven. En dat zou misschien vaker kunnen voorkomen dat misbruik ontstaat of akelig lang voort kan duren.
Consent
Op sociale media ging het afgelopen week flink tekeer over het onderwerp. Er waren zelfs mensen die beweerden dat kinderverkrachters weg kunnen komen met een strafbaar feit wanneer jonge kinderen (door seksuele voorlichting) precies weten wat een seksuele handeling is. Er zou dan immers sprake zijn van informed consent.
Uiteraard is dit onzin. Informed consent bij kinderen bestaat niet in het strafrecht. Het is strafbaar om als volwassene seks te hebben met een kind, zelfs als er instemming zou liggen en ook als het kind zich niet verzet. Daar ontkom je als dader op geen enkele manier aan.
De Nationaal Rapporteur Mensenhandel en Seksueel Geweld tegen Kinderen bracht ooit een rapport uit over seksuele voorlichting in relatie tot kindermisbruik. Onder meer het volgende is te lezen:
Eén op de drie meisjes en één op de vijf jongens maakt in Nederland voor hun achttiende levensjaar een vorm van seksueel geweld mee… Het voorkomen van zowel dader- als slachtofferschap is dan ook belangrijk. Een veel toegepaste maatregel ter voorkoming van seksueel geweld tegen kinderen is seksuele en relationele vorming op school. Het onderwijs kan hierbij gebruik maken van diverse lespakketten, ook wel interventies genoemd. Uit internationaal onderzoek blijkt dat er bewijs is dat interventies op scholen kunnen bijdragen aan het vergroten van vaardigheden in beschermend gedrag (weerbaarheid) en aan het vergroten van de kennis over het voorkomen van seksueel misbruik.
Volgens de rapporteur moet hier ook vroeg mee worden begonnen.
Vaak wordt gedacht dat seksuele en relationele vorming pas bij adolescenten of volwassenen wenselijk is, omdat seksualiteit pas op latere leeftijd wordt ontwikkeld. Die gedachte klopt niet. De seksuele ontwikkeling van mensen begint al vanaf de geboorte. Scholen kunnen dus al vanaf groep 1 beginnen met het geven van seksuele en relationele vorming.
De Rapporteur schrijft hierbij over erkende interventies en geeft aan dat Lentekriebels ook wordt gezien als een erkende interventie.
Preventie
Kindermisbruik voorkomen is ongelooflijk lastig. Er worden jaarlijks akelig veel kinderen misbruikt en een allesomvattende oplossing is er niet. Maar de stelling van conservatieve lieden dat seksuele voorlichting juist misbruik oplevert of kindermisbruikers in bescherming neemt, slaat nergens op.
Integendeel: goede voorlichting over het aangeven van grenzen en de vrijwilligheid van seksuele handelingen zou wel eens deels kunnen voorkomen dat misbruikte kinderen blijven denken dat het misbruik onderdeel is van het normale leven.
De kern van seksuele voorlichting is juist om kinderen die volop in ontwikkeling zijn te kunnen begeleiden en weerbaarder te maken. Om ervoor te zorgen dat ze de juiste keuzes maken. Het is een misverstand om dit pas te doen als jongeren werkelijk seksueel actief zijn.
Dan ben je simpelweg te laat.