Nadat megabanken onder toezicht van de Federal Reserve meer dan $ 10 miljard hebben verloren aan een hedgefonds met een hoge hefboomwerking, doet de Amerikaanse centrale bank lippenstift op een varken in zijn financieel stabiliteitsrapport.
Kent u de Amerikaanse uitdrukking “putting lipstick on a pig” (lippenstift op een varken doen)? Het werd populair na het uitbreken van de dot.com-crisis toen bekend werd dat de grote banken van Wall Street veelbelovende nieuwe aandelenuitgiften aan hun klanten hadden aanbevolen, terwijl ze die aandelen in interne e-mails in het geheim “rotzooi” en hun klanten “honden” noemden.
Lippenstift op een varken doen is wat de Federal Reserve probeert te doen in het Financial Stability Report dat deze Amerikaanse centrale bank gistermiddag publiceerde. Zowel de lippenstift als het varken komen aan bod in deze paragraaf op pagina 8 van het rapport van de Federal Reserve:
Banken blijven goed gekapitaliseerd en de hefboomwerking bij broker-dealers is laag. De maatstaven van de hefboomwerking van hedgefondsen liggen iets boven hun historische gemiddelden, maar de beschikbare gegevens omvatten mogelijk geen belangrijke risico’s van hedgefondsen of andere “leveraged” fondsen.
Om de omvang van de misleiding van de Federal Reserve in deze paragraaf uit te leggen, moet men eerst begrijpen dat als gevolg van de intrekking van de Glass-Steagall Act in 1999 de grootste federaal verzekerde banken op Wall Street nu de grootste broker-dealers bezitten (handelende casino’s). Als de “beschikbare gegevens” niet de volledige omvang van de risico’s tussen de hedgefondsen en de megabanken en de broker-dealers die ze bezitten, weergeven, dan is er geen bewijsmateriaal voor de Federal Reserve om te stellen dat “banken goed gekapitaliseerd blijven”.
Ervoor zorgen dat de megabanken in de VS goed gekapitaliseerd blijven, zou de eerste prioriteit moeten zijn van de Federal Reserve en zijn team van bankonderzoekers, aangezien de laatste keer dat de Fed met zijn oogkleppen op werd betrapt resulteerde in $ 29 biljoen aan cumulatieve bailout-operaties om het financiële systeem van de grootste supermacht ter wereld overeind te houden.
In 2008 implodeerden eeuwenoude bedrijven van Wall Street sneller dan romeinse kaarsen tijdens een explosie van een vuurwerkfabriek: Bear Stearns, weg. Lehman Brothers, weg. Citigroup, insolvabel en gesteund door de Federal Reserve. Fannie Mae en Freddie Mac, opgenomen in het conservatorium van de Amerikaanse regering – waar ze zich nog steeds bevinden. AIG dat werd gesteund met overheidsgeld om zijn derivatencontracten met de megabanken te redden. Enzovoort, enzovoort.
Ieder weldenkend mens zou hebben gedacht dat het abominabele falen van de Federal Reserve als toezichthouder in de aanloop naar de financiële crisis van 2008 ertoe zou hebben geleid dat het Amerikaanse Congres het in de toekomst zou hebben ontdaan van elke toezichthoudende rol. In plaats daarvan werd het Congres het slachtoffer van lobbywerk op Wall Street en versterkte het in feite juist de toezichthoudende rol van de Fed op de megabankholdings met de financiële hervormingswetgeving van Dodd-Frank uit 2010. Elke Amerikaan is veel slechter af als gevolg van die uitverkoop door het door het bedrijfsleven gekochte Congres.
Het Congres ontdekte hoe ontoereikend de veelgeprezen stresstests van deze banken door de Federal Reserve zijn toen mediaberichten eind maart verschenen dat het hedgefonds Archegos Capital Management was geïmplodeerd als gevolg van het verkrijgen van maar liefst 90 procent marge-leningen op een handvol sterk geconcentreerde aandelenposities van banken die onder toezicht staan van de Fed. Die banken hebben – zoals we vaker meldden – tot dusver meer dan $ 10 miljard aan verliezen van Archegos geleden.
Archegos is slechts één van de meer dan 3.000 family office-hedgefondsen die actief zijn in Noord-Amerika waarvoor de Federal Reserve geen duidelijkheid verschaft. In tabel 3 van het meest recente financiële stabiliteitsrapport (Financial Stability Report) van de Fed worden hedgefondsactiva in het Amerikaanse financiële systeem gewaardeerd op $ 8 biljoen – acht duizend miljard dollar. Maar aangezien de Federal Reserve geen idee heeft hoeveel blootstelling banken hebben aan family office-hedgefondsen zal dat cijfer waarschijnlijk enorm worden onderschat.
De Amerikaanse grootbanken zijn erin geslaagd om de rapportage over de margeleningen van de family office-hedgefondsen aan hun toezichthouders te ontwijken door de leningen te structureren als derivatenswap-overeenkomsten – private, over-the-counter (op maat gemaakte) contracten tussen twee partijen waarover toezichthouders weinig tot geen gedetailleerde informatie hebben.
Een federale toezichthouder die wel enkele niet-gedetailleerde gegevens over deze derivatencontracten heeft, is het Office of the Comptroller of the Currency (OCC) – een regulator waarvoor president Biden nog steeds geen permanent hoofd heeft benoemd.
Volgens het “Quarterly Report on Bank Trading and Derivatives Activities” van de OCC voor het kwartaal dat eindigde op 31 december 2020, zijn effecten (aandelen) derivatencontracten bij federaal verzekerde banken en spaarverenigingen explosief gestegen, van $ 737 miljard (nominaal bedrag) sinds de Wall Street-banken zichzelf in 2008 opbliezen tot $ 4,197 biljoen nominaal per 31 december 2020. Dat is een niet te bevatten stijging van 469 procent in slechts 12 jaar tijd.
Het OCC-rapport merkt specifiek op dat deze aandelenderivatencontracten worden aangehouden bij de federaal verzekerde banken – en niet bij hun broker-dealers. Het rapport merkt verder op dat “de vier banken met de meeste derivatenactiviteit 88,4 procent van alle bankderivaten bezitten.” Die banken zijn: JPMorgan Chase, Bank of America, Citigroup’s Citibank en Goldman Sachs – allemaal onder toezicht van de Federal Reserve. (De eerste drie rangschikken in de top vier van de grootste federaal verzekerde banken in de VS. De resterende bank van de top vier is Wells Fargo.)
Het officiële rapport over de financiële crisis van 2008 van de Financial Crisis Inquiry Commission stelde vast dat derivaten een centrale rol speelden bij de crash en merkte op dat “over-the-counter-derivaten aanzienlijk hebben bijgedragen aan deze crisis” door “ongecontroleerde hefboomwerking; gebrek aan transparantie-, kapitaal- en onderpandvereisten; speculatie; onderlinge verbindingen tussen bedrijven; en risicoconcentraties in deze markt.”
Dat is precies wat er gebeurde tijdens de implosie van Archegos in maart.
In feite is er sinds 2008 heel weinig wezenlijk veranderd op Wall Street, ondanks de voortdurende mooiweer-presentaties van stresstests, financiële stabiliteitsrapporten, vergaderingen van de Financial Stability Oversight Council en het oproepen van regelgevers naar hoorzittingen van het Congres. De megabanken zijn groter dan in 2008; de megabanken betalen de kredietbeoordelaars nog steeds om giftige schulden te beoordelen; de Volcker Rule van Dodd-Frank is door de banken betekenisloos gemaakt door handel voor eigen rekening een afdekkingsfunctie te noemen en hun balansen uit te lenen om fondsen te hedgen via derivaten; de megabanken verhandelen nog steeds de aandelen van hun eigen bank in hun eigen Dark Pools, waardoor ze mogelijk hun aandelenkoersen manipuleren; en de honderden biljoenen dollars aan derivaten, waarvan het publiek verzekerd was dat onder de Dodd-Frank financiële hervormingswetgeving die uit het mistige gebied zouden verdwijnen naar beurzen of centrale verrekeningsinstanties, maar grotendeels gewoon nog in het duister opereren, aangezien privécontracten met onbekende voorwaarden tussen de bank en een onbekende tegenpartij business as usual is.
Het is niet de vraag òf dit verkeerd kan aflopen, maar eerder de vraag wannéér dit verkeerd zàl aflopen.