Koning Willem-Alexander bezocht vandaag in Amsterdam-Oost een basisschool waar hij poolshoogte nam om de nijpende situatie in het onderwijs bespreekbaar te maken. De sluwe Lodewijk Asscher (PvdA) maakte direct een ‘een-tweetje’ met de koning en liet op Twitter weten dat de koning het lerarentekort zorgelijk vindt. Als we kijken naar de staat van het onderwijs zijn de zorgen terecht, via Parool.
De afgelopen rampenkabinetten Rutte 1,2 en 3 hebben het Nederlandse onderwijs als ondergeschoven kind van de rekening genegeerd en de economische crisis van 2008 op de toekomst van de jeugd afgewenteld. Lekker makkelijk was dat.
De koning heeft gelijk! Niet altijd, maar deze keer wel. Net zoals Lodewijk Asscher soms de plank misslaat, maar vandaag even niet 👇👇👇 https://t.co/wt8SDIi5Ms
— 🦄 Drs. Dokter (@DokterTeunis) October 8, 2019
Het behoeft dan ook geen verbazing dat onderwijzers en onderwijspersoneel regelmatig op het Malieveld te vinden zijn om hun ongenoegen te laten horen. In de Randstad heerst een lerarentekort en op het middelbare beroepsonderwijs en het hogere onderwijs zijn eveneens flinke tekorten. Dit drukt op de onderwijskwaliteit, maar ook het leerproces van schoolkinderen en studenten. Tegelijkertijd neemt het aantal leerlingen sterk toe door de bevolkingsgroei, voornamelijk aangejaagd door massa-immigratie.
Dat lijkt allemaal niet zo ernstig, maar dat is het dus wel. De staat van het onderwijs betekent over 10 tot 15 jaar een ‘minder ontwikkelde generatie’ de arbeidsmarkt betreedt. Dit zal effecten hebben op de motor van de economie. Het onderwijs kost dan wel miljarden euro’s per jaar, “maar de kosten van onwetendheid zijn vele malen groter”, om Lodewijk Asscher maar te citeren.
Daarom is het noodzakelijk dat de begroting van het Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschap wordt uitgebreid, maar eveneens dat het geld goed besteed wordt. Dat laatste lijkt soms niet het geval. Zo moeten er snel méér docenten worden aangesteld. Dit om ook in de toekomst ‘high income skills’ te genereren.
Behalve méér docenten is ook een cultuuromslag noodzakelijk. Aanmodderen op de bestaande paden zal negatief uitpakken. Men moet zich méér focussen op wat er toe doet en minder op hetgeen er niet toe doet. Dat verschilt natuurlijk per opleidingsniveau (of richting), maar méér aandacht voor taal, rekenen, burgerschap en sport lijkt verstandig. Minder aandacht voor vakken zoals ‘kunst’, ‘handarbeid’ of ‘scheikunde’. Allemaal interessant, maar dan als keuzevak. Deze aanpak bespaart enorm veel geld en ook miljarden op de begroting van MOCW.
Tevens dient er een nationaal onderwijs ICT-framework te worden ontwikkeld dat de aansluiting van basisschool tot de universiteit inzichtelijk maakt. Met een dashboard met een profiel voor iedere burger, met daarin de diploma’s en andere certificaten digitaal beschikbaar. Als het gaat om digitalisering bij de Rijksoverheid is er nog een wereld te winnen. Momenteel missen logische systemen of zijn zij gefragmenteerd toegankelijk. Zoals bijvoorbeeld het stukje software Studielink.
Ook qua lesmethoden valt er nog iets te verbeteren. Zo suggereert pseudo-wetenschappelijk onderzoek, dat kinderen méér leren als de interactie tussen docenten en leerlingen via verschillende methoden wordt vormgegeven. Bijvoorbeeld door het organiseren van groepsdiscussies over actualiteiten.
Kortom: het onderwijs biedt nog steeds enorm veel perspectieven voor individuen en de economie. Het is één van de belangrijkste overheidsprogramma’s die daadwerkelijk waarde bieden. Dit betekent concreet dat we op DDS niet anders kunnen dan Lodewijk Asscher (PvdA) gelijk geven als hij zegt dat het lerarentekort “nu echt nijpend wordt”.