Psychiatrie Hulpverleners en patiënten slaan de handen ineen om jeugdzorg en ggz te verbeteren. Wachtlijsten zijn te lang en plekken te schaars, vindt de groep.
Hulpverleners en patiënten slaan de handen ineen. Maandag presenteert actiegroep ‘Lijm de zorg’, een manifest voor een betere jeugdzorg en betere geestelijke gezondheidszorg (ggz). Steun is er van onder meer vakbonden CNV en FNV, bekende psychiaters als Damiaan Denys en Paul Verhaeghe én politieke partijen GroenLinks en de VVD.
De initiatiefnemers willen een einde maken aan de „stille ramp” die zich zou voltrekken in de jeugdzorg en ggz. De wachtlijsten zijn lang en groeien, het aantal plekken blijft beperkt. Vooral jongeren die meerdere psychiatrische problemen zijn al gauw „te complex” en vallen daarom tussen wal en schip, aldus Louis de Mast, voorman van de beweging en werkzaam als woonbegeleider van mensen met autisme.
De Mast kan ze zo oplepelen, de voorbeelden van jongeren die het hardst hulp nodig hebben, maar nergens terechtkunnen. Jongeren die niet alleen autistisch zijn, maar ook een eetstoornis hebben. Die een trauma hebben van seksueel geweld én suïcidaal zijn. „Als ze na soms een half jaar wachten op een behandeling aan de beurt zijn, zegt een instelling: ‘Sorry, je klachten zijn te complex, we kunnen je niet helpen.’” Dan begint al het wachten op een behandeling weer van voor af aan.
Minder marktwerking
De oplossingen, aldus het manifest: de oprichting van landelijke specialistische centra waar mensen met meerdere complexe psychische problemen terecht kunnen die voor bestaande inrichtingen té complex zijn. Minder regeldruk en administratieve lasten, zodat hulpverleners zorg kunnen bieden, in plaats van formulieren moeten invullen. Minder marktwerking, zodat conflicten tussen verzekeraars, overheden en instellingen vermeden worden.
Het zijn grote lijnen, een noodkreet, zonder al te veel precieze invulling over hóé de ggz en jeugdzorg precies beter moeten. Het doet denken aan het manifest ‘Scherp op Ouderenzorg’ dat Hugo Borst en Carin Gaemers zo’n drie jaar geleden presenteerden. Daarin riepen ze de politiek op verantwoordelijkheid te nemen voor het probleem dat te veel ouderen niet de zorg kregen die ze nodig hadden. Met effect: het manifest werd unaniem door de Tweede Kamer omarmd, veel punten kwamen in het regeerakkoord van kabinet-Rutte III en er werd 2,1 miljard uitgetrokken voor extra zorgwerkers.
Op zulke daadkracht hoopt De Mast nu ook van minister Hugo de Jonge (Volksgezondheid, CDA). Hij moet „de regie oppakken” zodat jongeren die nu nergens terecht kunnen, toch een plaats krijgen. De Jonge is verantwoordelijk voor het zorgstelsel, de specifieke verantwoordelijkheid over lokale zorginstellingen ligt bij gemeenten. Woensdag debatteert de Kamer over vier jeugdinstellingen die sluiten, waardoor er nog minder specialistische plaatsen beschikbaar zijn voor jongeren.
Helpdesk
Een eerste, snel te realiseren maatregel uit het manifest zou volgens Kamerleden Lisa Westerveld (GroenLinks) en Martin Wörsdörfer (VVD) de opening van een helpdesk zijn. Daar zouden jongeren en ouders terechtkunnen als ze nú zorg nodig hebben maar die nergens kunnen krijgen.
Westerveld kreeg het afgelopen half jaar naar eigen zeggen zo’n driehonderd berichten van radeloze jongeren en ouders. Soms, zegt ze, was het zó dringend dat ze de mails naar een speciaal team van het ministerie van Volksgezondheid stuurde. „Maar eigenlijk wil ik niet onderdeel worden van het doorverwijzen, terwijl dáár juist een einde aan moet komen.”
De twee Kamerleden trekken sinds eind vorig jaar samen op, nadat Westerveld in de Tweede Kamer jongeren met psychiatrische problemen had uitgenodigd. Wörsdörfer, net woordvoerder jeugdzorg van de VVD geworden, kwam luisteren. „Door al die verhalen van jongeren heb ik geen aanmoediging meer nodig om me hiervoor in te zetten”, zegt hij. Samen vroegen ze De Jonge om een landelijk beeld van de wachtlijsten, maar twee maanden later hebben ze nog geen antwoord gekregen.
Nine Kooiman van de Nederlandse Politiebond (NPB), oud-Kamerlid (SP) en gezinsvoogd in de jeugdzorg, deelt die urgentie: „Veel jongeren en verwarde personen raken bij de politie uit beeld en kunnen nergens terecht. We zien ze pas weer als het te laat is: als ze suïcidaal zijn, of crimineel.”
Psychiater Jim van Os, als hoogleraar verbonden aan het UMC Utrecht, is enthousiast over het manifest, maar mist wel een fundamenteel punt: „Het gaat vooral over behandelzorg, maar we moeten ook investeren in een weerbare samenleving. Je kan ook ziek worden van een samenleving die zich richt op maakbaarheid. Maak de jeugd weerbaarder voor de toxische elementen van de samenleving: alles meetbaar, alles haalbaar, een constante druk om te presteren.”