In Marokko zijn twee Nederlanders veroordeeld tot de doodstraf. Shardyone S. (31) en Edwin R.M. (27) schoten op 3 november 2017 in café La Créme in Marrakesh de zoon van een hoge rechter dood. Vermoedelijk gaat het om een vergismoord, en was eigenlijk een vijand van topcrimineel Ridouan Taghi het doelwit.
Beide verdachten werden in juli 2019 al ter dood veroordeeld door een lagere rechter. Dat vonnis is nu bevestigd door het gerechtshof in Marokko.
De Marokkaanse politie had de twee al op het oog toen ze het land binnenkwamen, omdat ze opvallende rastakapsels droegen. Na de vergismoord konden ze snel gearresteerd worden.
Relatie met Taghi
De politie vermoed dat de aanslag gericht was op Mustapha el F., een Nederlandse Marokkaan die in het criminele milieu bekendstaat als Moes. Hij was tijdens de schietpartij wel in het café aanwezig, maar was kort voor het schieten begon naar een andere zitplaats verhuisd.
In het proces stonden meer Nederlanders terecht. Zij werden veroordeeld tot lange gevangenisstraffen. Zo legde de Marokkaanse rechter Jouad F., een neef van Taghi, zes jaar cel op wegens betrokkenheid bij de moord. Hij werd in oktober 21 door de Marokkaanse politie opgepakt in de kustplaats Tétouan.
Ook twee broers van Taghi kregen lange gevangenisstraffen opgelegd.
De veroordeelden zwegen aanvankelijk, maar na de veroordeling in 2019 hebben ze toch verklaringen afgelegd. Daarbij wees Edwin R.M. Taghi aan als opdrachtgever voor de huurmoord. Taghi zou ook opdracht hebben gegeven voor de moord op een broer van R.M. Ze deelden ook informatie over een moordlijst die in het criminele milieu rondgaat. Daarop zou ook Peter R. de Vries hebben gestaan.
Geen uitlevering
De Nederlanders die ter dood veroordeeld zijn, moeten hun straf uitzitten in Marokko. Dat land levert geen gevangenen uit die de doodstraf hebben gekregen.
De veroordeelden gaan in hoger beroep. Dat Marokko de straf ook echt ten uitvoer zal brengen, is onwaarschijnlijk: de doodstraf is er voor het laatst in 1993 voltrokken. Een woordvoerder van het ministerie van Buitenlandse Zaken laat desgevraagd weten dat alle Nederlandse betrokkenen consulaire bijstand krijgen.