Onze eigen prinses Máxima is al jaren een actieve voorvechter van microfinanciering. Microkrediet is hier een belangrijk onderdeel van. De prinses heeft zich hier altijd hard voor gemaakt. De laatste tijd ligt “Máxima’s microkrediet” vanuit verschillende hoeken onder vuur. Hoe gaat onze kroonprinses daarmee om?
Sinds haar jonge jaren is Prinses Máxima met economie en financiën bezig. In 1995 studeerde ze af aan de Katholieke Universiteit te Argentinië met een hoofdrichting economie. Het grootste deel van haar carrière werkte ze bij banken als Dresdner Kleinwort Benson, HSBC en Deutsche Bank. Ook na haar huwelijk in 2002 bleef Máxima actief op haar vakgebied, zij het met een meer maatschappelijke invalshoek.
Maximaal microkrediet
Al jaren zet onze prinses zich in voor de zogenaamde microfinanciering. Ook in Nederland. Voorbeelden hiervan zijn diensten als leningen, spaarrekeningen, verzekeringen, overboekingdiensten, microkrediet leningen en andere financiële producten voor mensen die daar bij gewone banken geen toegang toe hebben. Microkredietstelsels, vaak naar het model van de Grameen Bank, spelen hierin een grote rol. Hierbij worden kleine bedragen aan kansarmen geleend om een kleine onderneming op te zetten. De leningen zijn niet gebaseerd op onderpand, maar maken gebruik van kleine groepjes van leners die als een peer-to-peer constructie elkaar moeten ondersteunen en bewegen tot aflossing. Muhammad Yunus, pionier in de microkredieten en oprichter van Grameen Bank, ontving hiervoor in 2006 de Nobelprijs voor de Vrede.
Máxima zet zich maximaal in voor microkrediet. Ze maakt onder andere deel uit van de internationale Adviseursgroep van de Verenigde Naties voor een Toegankelijke Financiële Sector, en is ze erevoorzitter van het G20 ‘Global Partnership for Financial Inclusion‘. In 2009 werd ze benoemd tot de ‘Secretary-General’s Special Advocate for Inclusive Finance for Development’. In deze functies brengt Prinses Máxima het bedrijfsleven, banken, wetgevers, toezichthouders, microfinancieringsinstellingen (MFI’s) en internationale organisaties samen en vervult zij tevens een adviserende rol aan de Nederlandse regering en secretaris-generaal Ban Ki-moon van de Verenigde Naties. Op deze manier kan ze de belangrijkste internationale spelers mee laten doen en legt ze de basis waarop microkredietstelsels wereldwijd breed geïmplementeerd kunnen worden.
In Nederland maakt Prinses Máxima deel uit van het Nederlands Comité voor Ondernemerschap en Financiering. Dit comité is in augustus 2011 opgericht als vervolg op de Raad voor Microfinanciering, die een adviserende rol had bij het coachen en het verstrekken van kleine leningen aan startende en bestaande ondernemers. Hierdoor kunnen deze mensen met een lening van maximaal 50.000 euro toch een zaak beginnen of uitbreiden, mits ze aan bepaalde voorwaarden voldoen.
In diskrediet
De laatste tijd is het idee van microkrediet steeds meer onder vuur komen te liggen. Naast critici als Milford Bateman, Thomas Dichter en Ha-Joon Chang, nu ook door voorstanders als Esther Duflo en Jonathan Morduch. De kritiek gaat vooral over de hoge rentes op de leningen, de inflexibiliteit bij het terugbetalen (de eerste betaling is al na een week) en dat de kredieten de meeste mensen helemaal niet de armoede uit helpen.
‘Opvallend genoeg hebben we na dertig jaar van de beweging voor microfinanciering weinig hard bewijs dat deze de levens van cliënten op meetbare wijze verbeterd.’
Máxima’s macro-redding
Hoewel ze blijft benadrukken dat in veel gevallen microkredieten wel werken, zag ook de prinses dat er de laatste jaren nogal wat aan te merken was op de werkwijze van verschillende MFI’s en hun effect op de armoede in ontwikkelingslanden. Daarom organiseerde ze in januari vorig jaar een congres in Den Haag om daar met de microfinancieringsinstellingen een antwoord op te formuleren.
‘Microkredieten zijn teveel gericht op het uitlenen van geld op verzadigde markten. Dat leidde tot een concurrentieslag en agressieve marketing. We zien nu de gevolgen die dat heeft voor cliënten, beleggers en markten’
Samen met anderen heeft Prinses Máxima in samenwerking met de Verenigde Naties ‘Principles for Investors in Inclusive Finance’ opgesteld. Dit document bestaat uit zeven principes voor microfinanciering:
1. Diversheid aan financiële diensten
2. Bescherming van de cliënt
3. Eerlijke behandeling
4. Verantwoord investeren
5. Transparantie
6. Evenwicht tussen sociale en financiële opbrengst
7. Geharmoniseerde normen voor investeerders
Deze punten zijn vooral bedoeld om de microfinanciering eerlijker, efficiënter en duurzamer te maken. Het doel is alle verleners van microkredieten dit document te laten ondertekenen.
The fight continues…
Prinses Máxima blijft strijden voor microfinancieringen. In een speech die georganiseerd werd door de Wereldomroep noemt ze de eerdergenoemde bevinding van Murdoch en Roodman, die stelt dat er nog weinig concreet bewijs is dat microkredieten de positie van de cliënten structureel verbeteren. Tegelijkertijd wijst ze erop dat er veel verschillende onderzoeken zijn, elk met hun beperkingen aan indicatoren en methodes, waardoor vergelijkingen en generalisering lastig zijn. Er kunnen vaak tegenstrijdige conclusies uit rollen, die bovendien per land verschillend zijn. Daarom is Máxima voorstander van meer onderzoeken die met elkaar vergeleken kunnen worden. Daarnaast stelt ze duidelijke bestaande methodes voor, waarmee MFI’s de voortgang van hun cliënten kunnen meten. Zo kunnen de financiële producten die het meeste helpen, vaker gebruikt worden.
‘At the end of the day,’ zo stelt Máxima, ‘financial services is just a means to an end, and not an end in itself.’