dr. Anna Wócjik is rechtsgeleerde en doet onderzoek naar de rechtsstaat en mediapluralisme. In het interview legt ze uit waarom de EMFA zo belangrijk is, waarom het nog steeds geen wondermiddel is en hoe de mediavrijheid in Polen onder vuur kwam te liggen.
Mediavrijheid in de EU: dr. Anna Wójcik is een Poolse rechtsgeleerde. Haar voornaamste onderzoek richt zich op de rechtsstaat en de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht en het mediapluralisme in Polen. Momenteel is ze Humboldt Foundation Fellow aan het Max Planck Instituut in Heidelberg.
netzpolitik.org sprak met Anna Wójcik over mediavrijheid in Europa. We wilden weten of de geplande EU-wetgeving inzake mediavrijheid, afgekort als EMFA, echte verbeteringen kan brengen, wat daar het belangrijkste aan is en wat de situatie is met de mediavrijheid in Polen.
Opmerking: we hebben het interview op 7 december afgenomen. De EU-instellingen hebben nu in de trialoog overeenstemming bereikt over de EMFA.
Indignatie.nl: De European Media Freedom Act (EMFA) wordt gerechtvaardigd door het feit dat de mediavrijheid in de EU steeds meer wordt bedreigd. Deelt u deze veronderstelling en wie bedreigt volgens u de mediavrijheid in de Europese Unie?
Anna Wójcik: Ik zou met iets positiefs willen beginnen: als we de Europese Unie vergelijken met andere landen in de wereld, is het nog steeds relatief de beste plek ter wereld om journalist zijn en dit beroep vrijelijk uitoefenen. Omdat de EU-lidstaten bovenaan de ranglijst van persvrijheid staan.
de ranglijst van Reporters Without Borders van dit jaar behoren de EU-lidstaten Ierland, Denemarken, Zweden, Finland, Nederland, Litouwen, Estland en Portugal bijvoorbeeld tot de tien beste landen ter wereld. Er zijn echter grote verschillen binnen de Unie. Hongarije staat bijvoorbeeld op de 72e plaats en Griekenland op de 107e plaats op de wereldranglijst.
De EMFA is bedoeld als een van de maatregelen om de democratie in de EU te versterken, omdat een van de componenten van de democratie mediavrijheid en pluralisme is. Sinds 2010 is er sprake van een toenemende democratische achteruitgang in Hongarije.
En sinds 2015 zijn we getuige van een achteruitgang in Polen. Deze landen zijn achterop geraakt op het gebied van de mediavrijheid. En het gebeurde snel omdat hun regeringen vastbesloten waren dit te doen. En zoals we in dit voorbeeld hebben gezien, is het nog steeds mogelijk dat onze democratieën snel verslechteren op het gebied van mediavrijheid.
We hebben dus gezien dat de institutionele structuur belangrijk is voor de mediavrijheid, maar nog belangrijker zijn de houdingen van regeringen, hun plannen en de algemene politieke cultuur. En om de problemen in Polen en Hongarije kort toe te lichten: de regeringen politiseerden het toezicht op de media, veranderden de publieke media in partijpropagandamachines en introduceerden verschillende barrières voor particuliere, onafhankelijke media die kritiek uitten op de regering.
Mediatoezichthouders dreigen deze mediakanalen bijvoorbeeld met het intrekken van hun uitzendvergunningen of leggen willekeurige boetes op voor hun berichtgeving. Staten kopen ook media via tussenpersonen.
In Griekenland is de situatie bijzonder ernstig omdat journalisten worden vermoord en er veel strategische rechtszaken lopen tegen publieke inspraak, strafrechtelijke rechtszaken en civiele rechtszaken Er zijn klachten over onderzoeksrapportage over corruptie of milieuvervuiling. Er was ook een groot afluisterschandaal waarbij aan het licht kwam dat de nationale inlichtingendienst verschillende journalisten bespioneerde.
Veel staten in de westelijke delen van de Unie vertonen ook problematische tendensen in de mediasector. Bijvoorbeeld mediaconcentratie en het gebrek aan transparantie in media-eigendom. En er waren ook aanvallen op journalisten, bijvoorbeeld in Nederland. In sommige landen zijn er ook problemen met het verkrijgen van informatie van de autoriteiten, ondanks dat er wetgeving inzake vrijheid van informatie bestaat. Of omdat onderzoeksjournalisten bang zijn voor spyware of politieonderzoeken.
Dit zijn de grote problemen waarmee de EU worstelt. En als we naar de EMFA kijken, zou ik zeggen dat het belangrijk is om het te zien als een instrument voor de Europese Commissie om democratische terugval te bestrijden.
Indignatie.nl: Denkt u dat de EMFA de mediavrijheid zal verbeteren? Zie jij hiervoor een mogelijkheid?
Anna Wójcik: Nou, we zullen moeten wachten op de definitieve tekst. De vraag blijft hoe de handhaving in de EMFA zal worden gewaarborgd. Waarom is de EMFA noodzakelijk? Omdat er op EU-niveau verrassend weinig regelgeving bestaat over de media. De media vallen traditioneel onder de verantwoordelijkheid van de lidstaten. Dit betekent dat het voor de EU-instellingen moeilijker is geweest om de verschillende beschikbare mechanismen te gebruiken om de EU-waarden in de lidstaten te beschermen in relatie tot de media.
Of beter gezegd: het was een goed excuus om dat niet te doen. De Commissie heeft de bevoegdheid om procedures in te leiden wegens schendingen van het EU-recht en kan de lidstaten voor het Europese Hof van Justitie dagen wegens schendingen van het EU-recht op gebieden die onder het Unierecht vallen.
In Europa vallen mediakwesties traditioneel onder de nationale wetgeving, en er bestaat ook “zachte wetgeving”, de normen van de Raad van Europa, die niet bindend zijn. Met de EMFA zullen we EU-brede standaarden voor media hebben, zowel voor publieke als private media.
Eén hoop van voorstanders van de rechtsstaat in de EU is dat de EMFA het voor de Europese Commissie gemakkelijker zou kunnen maken om verschillende beschikbare mechanismen te gebruiken om de rechtsstaat te beschermen en voor de Commissie om mediavrijheid als onderdeel van de rechtsstaat te beschouwen. Tot nu toe heeft dit niet goed gewerkt.
In de veertien jaar van democratische terugval in Hongarije heeft de Europese Commissie slechts één EU-inbreukprocedure gestart en later één zaak naar het Hof van Justitie van de EU verwezen, en die zaak is nog niet beslist. Het gaat om het niet verlengen van de zendvergunning voor de onafhankelijke nieuwszender Klubradioó, die erg populair was.
De EMFA is zeer breed. Het hangt dus af van de details. Dit geldt ook voor de “Board” (de nieuwe EU-toezichthouder, nvdr), die bestaat uit vertegenwoordigers van de lidstaten en deskundigen van de mediatoezichthouders van de lidstaten. Hoe zorgen we ervoor dat de lidstaten onpartijdige en onafhankelijke leden in de Raad benoemen, en geen apparatchiks van politieke partijen?
En ten tweede, in hoeverre het bestuur onafhankelijk van de Europese Commissie moet optreden. In de eerste versies van de EMFA was het meer een adviesorgaan voor de Commissie en de lidstaten. De Commissie vroeg bijvoorbeeld alleen om richtlijnen als zij dat wilde.
Indignatie.nl: Tot nu toe ziet het er als volgt uit: het secretariaat van de commissie moet worden verzorgd en ook gefinancierd door de Commissie. Wat vind je van zo’n onderhandelingsresultaat als het uiteindelijk wordt gerealiseerd?
Anna Wójcik: Ik zou denken dat de politieke invloed van de EU op het lichaam dan zou toenemen. Wat we nodig hebben is een onafhankelijk orgaan dat kan ingrijpen als het alarmerende ontwikkelingen in de EU-lidstaten waarneemt.
Indignatie.nl Wat is volgens u de belangrijkste bepaling? Waar kijk je naar de EMFA en denk je: “Dit zal een verschil maken”?
Anna Wójcik: Het feit dat we een EU-brede regelgeving voor de media hebben, is baanbrekend. De zachte wetgeving van Europa wordt nu harde wetgeving.
Indignatie.nl: Wat bedoel je met het feit dat zachte wetgeving ook < a i=4>harde wet zal?
Anna Wójcik: Er zijn aanbevelingen van het Comité van Ministers van de Raad van Europa over verschillende aspecten die verband houden met de waarden van mediavrijheid en pluralisme. Deze aanbevelingen worden al tientallen jaren gedaan. De toegevoegde waarde van de EMFA is dat de regeringen van de lidstaten het argument verliezen dat mediakwesties niet onder de EU-wetgeving vallen. Dit geeft de Commissie een duidelijke rechtsgrondslag om inbreuken op het EU-recht tegen lidstaten te vervolgen wegens inbreuken op de mediavrijheid.
Deze instrumenten zijn zeer effectief gebleken in het geval van Polen, toen de rechtsstaat achterbleef op het gebied van de rechterlijke onafhankelijkheid. Bovendien kunnen rechters in de lidstaten het Hof van Justitie van de EU vragen hoe de EMFA in de onderhavige zaken moet worden geïnterpreteerd, en het Hof van Justitie zal deze normen in zijn uitspraken gedetailleerder toelichten. Op de langere termijn zou dit de standaarden van wat regeringen in Europa aan de media kunnen doen, echt kunnen verbeteren.
Daarnaast introduceert de EMFA tests op het pluralisme van de media: nationaal beleid dat invloed heeft op de media wordt beoordeeld op basis van hun impact op het pluralisme van de media, in het bijzonder beleid dat invloed heeft op de mediaconcentratie.
Indignatie.nl: Afgezien van de details is het, als ik u goed begrijp, belangrijk dat we feitelijk een soort EMFA hebben. Zodat de Commissie kan ingrijpen, kan het Hof van Justitie van de EU ingrijpen en democratische instellingen ondersteunen die in hun thuisland worden aangevallen.
Anna Wójcik: Precies. En ook dat het maatschappelijk middenveld meer argumenten zal hebben. Maar we moeten ook afwachten wat de uitkomst van de trialoog zal zijn. De Anti-Slapp-richtlijn is bijvoorbeeld uiteindelijk veel beperkter dan het oorspronkelijke ontwerp van de Europese Commissie.
Dit zou ook kunnen gebeuren met de EMFA, waarbij de lidstaten het laatste woord hebben. Er is veel weerstand tegen de wet van machtige zakenlobbyisten in veel lidstaten, waaronder Duitsland, en in Europese kranten die media-uitgevers vertegenwoordigen. Ze beweren dat het niet de taak van de overheid is om zich met de media te bemoeien, dat dit een last zou zijn voor kleine bedrijven, enzovoort.
Indignatie.nl: U noemde het lobbywerk en de voorbehouden in sommige lidstaten, en ik denk dat Duitsland een heel goed voorbeeld is. Er is veel weerstand van de deelstaten, die de hoofdverantwoordelijkheid hebben voor de wetgeving in de media- en culturele sector in Duitsland, maar ook van ondernemersverenigingen.
Er is dus veel kritiek geweest en sommigen beweren dat het mediabeleid strikt de verantwoordelijkheid is van de EU-lidstaten of – in het geval van Duitsland – van de deelstaten. Bent u het eens met deze standpunten? Denkt u dat er een kans bestaat dat de EMFA door het Europese Hof van Justitie wordt vernietigd? Of is dit juridisch gezien simpelweg niet mogelijk?
Anna Wójcik: Als de EMFA wordt aangenomen, wordt het bindende wetgeving. Maar natuurlijk stellen nationale regeringen soms nieuwe EU-wetgeving en -mechanismen in vraag. Dit was het geval met de EU-conditionaliteitsverordening, die de EU-begroting beschermt door de uitbetaling van EU-middelen afhankelijk te stellen van de naleving van de rechtsstaat. Hongarije en Polen hebben deze verordening aangevochten bij het Hof van Justitie van de EU en wilden deze nietig verklaren.
Als een rechtshandeling van de EU EU-verdragen of grondrechten schendt, kan een EU-regering, de Raad van de EU, de Europese Commissie of het Europees Parlement het HvJ vragen om de handeling nietig te verklaren. Volgens artikel 263, lid 1, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) kan een verordening (en EMFA is een verordening) het voorwerp uitmaken van een dergelijke actie. In beide zaken die door de Hongaarse en Poolse regering waren aangespannen, oordeelde het Hof van Justitie van de EU dat de Conditionaliteitsverordening verenigbaar is met het EU-recht.
Het nationale raamwerk voor mediaregulering in Duitsland is geavanceerd en zal van kracht blijven. Uiteraard zullen de lidstaten hun nationale mediaregelgeving moeten herzien in het licht van de EMFA. Normen en waarden die al in de nationale wetgeving zijn vastgelegd, zullen in de EMFA worden weerspiegeld.
Indignatie.nl: Sommige mensen in Duitsland hebben betoogd dat deze Uniebrede regelgeving de situatie in Duitsland zou kunnen verergeren of verzwakken. Dus je zou deze bewering niet ondersteunen?
Anna Wójcik: Ik denk dat ik een concreet voorbeeld nodig heb, want dat is een heel algemeen standpunt.
In principe maken mediavrijheid en pluralisme ook deel uit van de algemene waarden van de EU, toch? Dit volgt uit artikel 2 van het EU-Verdrag. En deze waarden gaan over democratie, de rechtsstaat en anderen. De EU-instellingen beschouwen mediavrijheid daarom als onderdeel van de rechtsstaat. Je zou dit kunnen vergelijken met de kwestie van de rechterlijke onafhankelijkheid, een ander aspect van de rechtsstaat.
We hadden dit conflict al jaren, bijvoorbeeld tussen Polen en de EU over de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht. Regeringen zeiden dat de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht en de organisatie van hun rechterlijke macht nationale bevoegdheden waren.
En dan heeft het Hof van Justitie van de EU de afgelopen jaren de gelegenheid gehad om veel zaken te behandelen die door de Commissie, maar ook door rechters, waren aangespannen in verband met de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht. En hij heeft herhaaldelijk herhaald dat de lidstaten deze verantwoordelijkheid dragen. Maar over het geheel genomen moet de organisatie van de rechterlijke macht voldoen aan de normen van rechterlijke onafhankelijkheid.
Ik denk dat EMFA ook zoiets belooft. Het is dus gewoon een kwestie van verduidelijken wat de EU verstaat onder mediavrijheid en pluralisme. Dit zijn zeer vage termen. Je zou kunnen zeggen dat we pas leren wat ze betekenen als we ze kwijtraken. En we komen er in sommige specifieke gevallen gedetailleerd achter. Het is dus altijd lastig om er in algemene termen over te praten. Maar ik denk dat wij als maatschappelijk middenveld via de EMFA meer argumenten zullen krijgen. Juridische argumenten.
Indignatie.nl: Misschien kunnen we een concreet voorbeeld geven, omdat u twee monitoringprojecten uitvoert met betrekking tot de rechtsstaat in Polen. Kunt u kort samenvatten hoe de mediasector in Polen onder vuur ligt?
Anna Wójcik: Ten eerste besloot de regering de controle over de mediaregulering over te nemen en stelde loyale mensen aan als mediaregulatoren. Het creëerde ook een tweede mediaregulator die toezicht hield op de zogenaamde nationale media, dat wil zeggen de publieke media. En toen nam ze de controle over de publieke media over, omdat ze het nieuwe bestuur, het nieuwe management, kon benoemen. Als gevolg hiervan werden honderden journalisten ontslagen bij de publieke televisie en radio.
Dit is hoe de regering erin slaagde de publieke media in een propagandamachine te veranderen, wat betekent dat ze vooral de nieuwsprogramma’s, de nieuwssecties, veranderde in volledig partijdig, belasterend voor de oppositie, zeer ideologisch nieuws. En dat was een groot probleem omdat veel mensen, vooral ouderen, gewend waren deze berichten te zien. Bovendien is dit de televisie die het hele land bestrijkt. Zelfs de meest afgelegen plaatsen. Dit gaf de toenmalige regering een enorm voordeel.
Aan de andere kant werden er obstakels opgeworpen voor de onafhankelijke particuliere media. Ze beantwoordden bijvoorbeeld geen vragen meer van journalisten en nodigden hen zelfs niet uit voor interviews. Later was het erg moeilijk om informatie van de autoriteiten te verkrijgen, hoewel de Freedom of Information Act nog steeds van kracht is. En toen probeerden ze ook de particuliere media te bedreigen.
Dus begonnen ze aanvankelijk alleen mediakanalen te ondersteunen die goed over hen schreven. Ze lieten veel door de overheid gefinancierde advertenties zien in deze media. En de overheid deed er alles aan om met publiek geld mediaorganisaties te financieren die aanvankelijk erg klein en niet erg populair waren. Ze discrimineerden andere mediakanalen die als centristische, liberale of linkse kranten worden beschouwd. Ze hebben bijvoorbeeld al hun advertenties ingetrokken.
Bovendien zijn ze in de loop van de tijd de media gaan bedreigen met nieuwe wetten. Veel particuliere mediakanalen in Polen en Centraal-Oost-Europa in het algemeen zijn eigendom van bedrijven uit het buitenland. De regering beweerde dat het slechts ‘Poolstalige media’ waren, maar in werkelijkheid dienden zij de belangen van andere landen.
Het grootste probleem voor de regering was de Amerikaanse zender TVN, die erg populair is in Polen en kritiek uitte op de regering. PiS wilde de regelgeving wijzigen om eigendom van buiten de Europese Economische Ruimte te beperken.
Dit zou alleen op dit kanaal gericht moeten zijn, aangezien de meerderheid van de aandelen in handen is van Discovery en nu van Warner Bros Discovery. Onder druk van de Verenigde Staten sprak de Poolse president uiteindelijk zijn veto uit over het wetsvoorstel, maar dit was een voorbeeld van hoe ver ze wilden gaan. Het heeft ook een huiveringwekkend effect op andere media, omdat ze nooit wisten wat er ging gebeuren.
De PiS maakte ook gebruik van het grootste bedrijf in heel Midden- en Oost-Europa, PK Orlen, dat wordt gecontroleerd door de Poolse staat. PKN Orlen kocht een belangrijke mediagroep, Polska Press, die eigenaar is van de meeste regionale kranten en honderden online portals. PKN Orlen voerde aan dat het een zakelijke beslissing was om hun communicatie uit te breiden. Het was echter duidelijk een poging om een particulier medium te creëren dat de invloed van de regering en de partij op de informatiesector verder zou vergroten.
Indignatie.nl: Wat denkt u: had de EMFA de verslechtering van de mediavrijheid in Polen kunnen voorkomen of vertragen als deze gedurende deze periode van kracht was geweest?
Anna Wójcik: Het is heel moeilijk om te speculeren over wat er zou zijn gebeurd. Veel zou hebben afgehangen van de wil van de Europese Commissie om de achteruitgang van de mediavrijheid in Hongarije of Polen te voorkomen of te vertragen. Ik denk dat het nog steeds een positieve zaak is voor de toekomst, op voorwaarde dat er geen gevaarlijke regelgeving bestaat die overheden in staat stelt bijvoorbeeld journalisten te monitoren.
Een optimistisch scenario is dat het EMFA het gemakkelijker zou maken om bedreigingen voor de mediavrijheid in de lidstaten te identificeren. En dat het misschien gemakkelijker is om de politieke wil op EU-niveau te mobiliseren om deze bedreigingen het hoofd te bieden.
Maar het gaat niet alleen om de wet, maar ook om de handhaving en de bereidheid van de politieke instellingen van de EU om te reageren op de crisis van de mediavrijheid in de lidstaten. Tegenwoordig bestaat deze crisis in Hongarije, Griekenland en Polen. Jarenlang heeft de Commissie simpelweg een oogje dichtknijpen. De EMFA alleen zal ons niet beschermen. Het is geen toverdrankje, maar het is zeker een belangrijk onderdeel van de toolkit om onze democratieën in de toekomst te beschermen.
Indignatie.nl: Wat moet er nu in Polen worden gedaan om de mediavrijheid te herwinnen?
Anna Wójcik: De nieuwe regering wordt geconfronteerd met aanzienlijke politieke en institutionele beperkingen. Er zijn mensen aangesteld als mediaregulatoren die als loyaal aan de PiS-partij worden beschouwd. En het probleem is hoe we de mediavrijheid kunnen herstellen zonder de rechtsstaat te schenden. De regering zal proberen de onafhankelijkheid van de publieke media te herstellen, wat ook cruciaal is met het oog op de Europese en lokale verkiezingen van volgend jaar.
Het belangrijkste is dat de regering niet langer een antidemocratisch standpunt inneemt. Bijvoorbeeld dat zij als publieke instelling geen misbruik zal maken van haar macht om journalisten of mediabedrijven aan te klagen. Dat hopen wij tenminste.
Het zijn geen engelen, we moeten kijken naar wat ze doen en het is ook heel belangrijk dat het maatschappelijk middenveld waakzaam is. Maar er bestaat grote hoop dat de situatie dichter bij die van landen hoger op de ranglijst van mediavrijheid zal liggen.