Gisteren is de inhoud van de Miljoenennota 2022 bekend geworden en vanzelfsprekend vond iedereen er wat van. De een vond dit en de ander vond dat. De teneur van die reacties is al jarenlang dat het hemd nader is dan de rok en dus wordt de neutrale volger er niets wijzer van. Deze week waren de Algemene Politieke Beschouwingen en ongetwijfeld zal de kijker de bekende politieke hobby’s de revue zien en horen passeren met hanige figuren die vooral hun assertiviteitsvolume opschroeven zodra het rode lampje op de camera aanfloept. Pavlov had heel wat politici als proefpersonen kunnen inhuren.
Omdat diversiteit en inclusiviteit in het politiek correcte denken en doen de boventoon voeren, is het is bijna zeker dat de migratieproblematiek slechts marginaal aan de orde zal komen. De doorsnee Nederlander wordt dus slim de broodnodige informatie onthouden om zich een beeld te kunnen vormen van omvang en effecten van de migratieproblematiek voor welvaart en welzijn van de Nederlandse samenleving. Op die manier krijgt men geen beeld en geluid van dit al decennia lonende verdienmodel.
Migratie effecten
Er zijn in de achterliggende vier decennia genoeg boeken, essays, artikelen, rapporten en studies gepubliceerd om een evenwichtig beeld te kunnen krijgen van de migratie-effecten op welvaart en welzijn van de doorsnee Nederlander. Helaas zijn vooral onderzoeksrapporten met de Nederlandse samenleving gedeeld die een sociologische en antropologisch etiket hadden. De inhoud van die rapporten straalt geen eenduidigheid uit en uitkomsten kunnen vervolgens vanuit diverse voor opsteller en politieke opdrachtgever gunstige invalshoeken nader belicht worden. Dat is in de achterliggende decennia driftig gebeurd.
Om het blame the victim (en dat is in hun ogen altijd de arme migrant) effect te voorkomen, hebben verantwoordelijke politici, onderzoeken waarvan de uitkomsten onderbouwd zijn door cijfers/data/feiten, lange tijd buiten het blikveld van de doorsnee Nederlander gehouden. Ze zijn er wel: onderzoeken van Koopmans, De Beer, Dronkers, van Dalen, Hartog, Zorlu, Sarrazin aangevuld met de inhoud van rapporten van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR), Centraal Plan Bureau (CBP), Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) (overigens drie door de overheid gesubsidieerde instanties), rapporten van Justitie, Commissies (o.m. Muntendam).
Die beperkte verzameling schetst een completer beeld van dynamiek en problematiek van migratie in Nederland, maar het kost tijd en energie om de effecten te kunnen inventariseren en op schrift te stellen. Het afgelopen decennium heb ik daar aandacht aan besteed en om te voorkomen dat er uitdrukkingen als xenofoob gebruikt worden om de inhoud van dit artikel van een keurmerk te voorzien, wil ik benadrukken dat de volgende teksten geformaliseerd en geaccordeerde informatie is. Is een reageerder het er niet mee eens, ontkracht de betreffende kanttekening met argumenten en feiten. Zo niet, vervuil deze website niet met onderbuikgevoelens en de bekende “ik vind dat..” uitspraken.
Waarom die interesse? Ik heb me in de loop der jaren de volgende vragen gesteld: “wat is de schade die wordt toegebracht aan de schatkist doordat migranten met een verblijfstatus door een geringe arbeidsparticipatie meer uit die schatkist halen dan er in stoppen; wat is het effect op de zorg gezien het feit dat de migrant een aanzienlijk lagere weerstandsvermogen heeft en amper hoeft te betalen aan een zorgverzekering; wat is het effect op de woningmarkt omdat de doorsnee migrant bij de toewijzing een hogere prioriteit heeft dan de autochtone Nederlander en door de bank genomen een groter gezin heeft en tenslotte wat is het effect van de in tribaal verband opgegroeide migrant op de criminaliteit cijfers”. Het zijn vragen die door opvolgende regeringen doorlopend worden omzeild.
Groeiend deugdenken
In Nederland bedenken deugpolitici en asiel bewegingen nieuwe termen om een onderbouwing te geven voor mensen die op een illegale manier grenzen overschrijden om zich in Nederland te kunnen bezatten met de inhoud van de staatskas. In de loop der jaren is de identificatie van de migrant een aantal keren gewijzigd om inhoud te geven aan het groeiende deugdenken en doen van de eerdergenoemde categorieën. De initiële benaming gastarbeider (jaren ´60 en ´70) veranderde via etnische minderheid (eind jaren´70, begin jaren ´80), allochtoon (1989), nieuwkomer (1998) naar asielzoeker, arbeid en economische migrant (2000 tot heden). Onlangs heeft een creatieve activist aan de lijst de term klimaatvluchteling gevoegd. Een uitermate onjuiste identificatie en het product van een linkse geest die anderen een schuldgevoel wil aanpraten. Volgens de UN-vocabulaire is hier geen sprake van een vluchteling en professor de Lange legt in zijn artikel “klimaatvluchtelingen bestaan niet” op de website opiniez.com uit waarom het voorvoegsel klimaat een uitermate misleidende term is. Het zal m.i. een kwestie van tijd zijn voordat de term omvolkingmigrant zijn weg binnen de migratie discussie zal vinden.
Wanneer grond als de productiefactor voor wonen, landbouw, industrie en recreatie wordt beschouwd en vastgesteld wordt dat er geen woeste gronden meer zijn/grond op is, dan is Nederland “vol”. De aan die vaststelling gekoppelde congestiekosten op het gebied van infrastructuur, milieu, volkshuisvesting en gezondheidszorg zijn niet in het nationale huishoudboekje als kostenpost opgenomen. Die vaststelling doet de emigratie van mensen op zoek naar natuur, stilte en ruimte aantrekken.
Instroomvolume, lengte verblijfsperiode en leeftijdsopbouw van de verschillende categorieën migranten hebben een – weliswaar verschillend – effect op onderdelen van de moderne verzorgingsstaat zoals belastingbijdrage, collectieve voorzieningen, hulpbronnen (infrastructuur, woningvolume), eindige bronnen (olie, gas en drinkbaar water), verkeerscirculatie, verkeersdichtheid, ruimte (verlies) en verdeling van arbeid en milieu. De balans van die effecten slaat naar de negatieve zijde door, waardoor het huidige model van onze verzorgingsstaat nodig aan renovatie toe is.
“Met de Koran in de hand
benadrukken zij dat hun daden
en reacties rechtmatig zijn”
Binnen de westerse samenleving stelt Nederland zich herhaaldelijk op als gidsland. Een groot aantal ontwikkelingen reflecteert het humane kwaliteitsniveau van ons land en niet altijd zijn die in onze omgeving op een positieve manier ontvangen. Voorbeelden zijn seksuele vrijheid, uitvinding van het homohuwelijk, tolerantie t.o.v. handel in en gebruik van drugs, actieve euthanasie; respect voor andere culturen en religies, emancipatie van de vrouw. Gebleken is dat een aantal van die op humanteit gebaseerde ontwikkelingen door tweede generatie migranten met een islamitische oriëntatie aangegrepen wordt om zich zowel gewelddadig als geweldloos te verzetten tegen de autochtone Nederlandse samenleving. Met de Koran in de hand benadrukken zij dat hun daden en reacties rechtmatig zijn. Opmerkelijk is ook dat diezelfde categorie die de genoemde aspecten veroordelen, met diezelfde Koran in de hand voor eigen gewin misbruik maken van de verworvenheden.
Arbeidsmigratie wordt door politici, internationale structuren, opiniemakers en politieke dinosaurussen als de oplossing voor de vergrijzing van de Nederlandse samenleving beschouwd. Het profijtbeginsel stuurt daarbij de discussie. Wetenschappers wijzen echter op het feit dat een dergelijke oplossing resulteert in meer vergrijzing en een ongewenste groei van het bevolkingsvolume. Om dat te kunnen vermijden en het scheeflopen van de verhouding oud versus nieuw en jong versus oud tegen te kunnen houden, zouden migranten na hun actieve arbeidsperiode geremigreerd moeten worden naar het herkomstland en indien deelgenomen aan het arbeidsproces vervangen kunnen worden door jonge migranten (doorlopende verversing). Dat ziet dus niemand gebeuren.
Kennismigratie is een ander fenomeen dat warm door politici omarmd wordt. In tegenstelling tot andere Europese landen zet Nederland zijn kaarten op opleiding en niet op vaardigheden. Los van het geringe volume van 6000/jaar (cijfers 2010/2011) toont de omgeving aan dat er meer behoefte is aan vaardigheden dan aan kennis (skills >education). Hoewel Nederland de weg is ingeslagen die moet leiden naar een kenniseconomie, is men vergeten dat het een verzorgingsstaat is, waar bijna 70% emplooi heeft gevonden in de dienstensector. In de praktijk is ook gebleken dat eenmaal prima opgeleid, de afgestudeerde kennismigrant voor het grote geld kiest. Aangezien Nederland qua salarisniveau niet tegen andere landen kan opboksen, emigreren afgestudeerde hoogwaardige voormalige migranten naar andere beter betalende landen.
De meeste niet-westerse migranten vinden de voordelen van de verzorgingsstaat vanzelfsprekend en dat wordt vertaald in het volume uitkeringstrekkers. Ze vinden dat zij er recht op hebben, negeren dat het een gunst is en onttrekken zich snel aan de verplichtingen die daaraan verbonden zijn (betalen van inkomstenbelasting en premies volksverzekering). Die instelling komt ook naar voren in huisvesting sociale woningbouw, inactiviteit op de arbeidsmarkt, leerprestaties, volume schoolverlaters, rebellerend en crimineel gedrag.
Van divers naar isolement
Etnische diversiteit (uitgedrukt in taal, leefwijze, geloofsovertuiging, normen en waarden) in dichtbevolkte leefgemeenschappen doet vertrouwen in elkaar, overheid en media verminderen en kan resulteren in een zelfgekozen resp. opgedrongen sociaal isolement. Groei van etnische diversiteit resulteert in minder vertrouwen. Door de overheid opgedrongen interetnische contacten binnen het raamwerk van “bridging (brug tussen verschillende etnische groeperingen) en bonding” (verbindingen binnen een etnische groepering)” werken averechts.
Er zijn integratie verschillen herkenbaar. De ene etnische entiteit (Chinezen) integreert sneller en presteert beter dan andere etnische entiteiten. Dat heeft vooral te maken met cultuur kenmerken (m.n. religie, normen en waarden) van betrokken etnische entiteiten. Opvallend is dat het door Nederland gevoerde multiculturele integratiebeleid het integratie tempo lager ligt dan in de ons omringende landen. Moslims integreren het slechtst wat mede wordt veroorzaakt door minder tolerante en vaak rigide culturele karakteristieken van de islam (verbod op interetnische huwelijken; omgang met niet-moslims). De integratie problematiek heeft meer te maken met de opstelling van de moslim door de beginselen van de islam dan de z.g. islamofobie waarvan individuele Nederlanders, politieke partijen en een deel van de media door Links van beschuldigd wordt.
Het vertrouwensniveau in het herkomstland is lager dan in het vestigingsland en vormt daar vaak een luxeartikel. De migrant die afkomstig is uit die herkomstlanden importeert een lager vetrouwensniveau en in het verlengde daarvan een cultuur van verminderde coherentie. Als het vertrouwen stijgt krijgen aspecten als leerprestatie, tolerantie, fysieke gezondheid, psychisch welbehagen een positieve impuls, daalt het criminaliteitspercentage, stijgt de welvaart en dat komt ten goede aan de democratische invulling door de Nederlandse samenleving. Een daling van het vertrouwensniveau komt tot uiting in een teruglopende politieke betrokkenheid uitgedrukt in stemvolume, campagnemedewerkers, actieve leden politieke partijen en een afnemende maatschappelijke activiteit in termen van vrijwilligerswerk, kerkbezoek, contacten op en buiten de werksituatie, informele relaties en inzet/bijdrage voor/aan goede doelen. Die oorzaken liggen naast de etnische verschillen op het gebied van tijdsdruk, gegroeide mobiliteit, forens gedrag, groei gebruik digitale middelen.
Leerprestaties
Leerprestaties worden beïnvloed door individueel IQ, opleiding en betrokkenheid ouders, samenstelling van het gezin en etnische afkomst en diversiteit in een klas. Wanneer de etnische diversiteit groeit, dalen leerprestaties, waarbij het opvalt dat een grotere component leerlingen uit Aziatische niet-islam landen die leerprestaties juist bevordert; daarentegen doet een groot percentage moslim leerlingen de leerprestaties verminderen. Wat de kansen op de arbeidsmarkt betreffen, heeft het minder met een vermeende discriminatie op de arbeidsmarkt te maken omdat meer niet-westerse migranten daar tegen aanlopen en meer met de negatieve selectie in het herkomstland (het gros komt uit de zg. achtergebleven gebieden in het herkomstland) en het failliet van het “Nieuwe Leren”[i]) .
Migratie uit de vier probleemlanden (Turkije, Marokko, Suriname en Antillen) heeft geleid tot een criminaliteitsepidemie. Niet-westerse allochtonen maken zich vaker dan gemiddeld schuldig aan crimineel gedrag dan autochtonen (verhouding is 1 : 1½ – 3). Uit een overheidsonderzoek in 2011 bleek dat van de overvallen in 2010 ruim 46-53% gepleegd werden door allochtonen (m.n. Marokkanen en Surinamers) en 32% door autochtonen. Wat gewelddadige misdaden betreft, werd 60% gepleegd door niet-westerse allochtonen, waarbij het percentage Marokkanen en Surinamers in negatieve zin opvalt. In Rotterdam (waar etnische registratie is toegestaan) heeft meer dan 50% van de Marokkanen een strafblad (!). Het Ministerie van Justitie heeft in zijn rapport “Kennisfundament voor aanpak van criminele Marokkaanse jongeren”, (2008) de vraag “zijn de beginselen van de islam oorzaken van crimineel gedrag gemeten naar westerse normen?” bevestigend beantwoord. De belangrijkste aanjager zijn volgens het rapport de achterstand in morele ontwikkeling, waarbij de nadruk ligt op gehoorzaamheid en respect aan/voor de ouders. Individuele onafhankelijkheid als randvoorwaarde voor de morele ontwikkeling, is minder zelfs niet belangrijk. De criminaliteit zal door de groeiende instroom uit Afrika (zuid van de Sahara) en Oost-Europa (gestimuleerd door het Schengenakkoord en groeiende werkeloosheid) in de nabije toekomst groeien. De kans op recidive van plegers tussen 12-24 jaar is hoog en te vaak gerelateerd aan IQ en etniciteit.
Problematische categorie
Moslim migranten vormen een problematische categorie door een combinatie van in principe achtergebleven samenlevingsmodellen; jonge, sterk groeiende bevolkingsgroepen en zendingsbewustzijn dat zich uitstrekt van agressievrije vroomheid tot Jihad met vloeiende overgangen. Het westerse migratieland ziet zich door de toenemende invloed van extreem islamitische geloofsrichtingen geconfronteerd met autoritaire, premoderne, antidemocratische tendensen die niet alleen het gevoel van eigen identiteit uitdagen, maar ook een rechtstreekse bedreiging vormen voor de westers georiënteerde levensstijl. Bovendien is identificatie van en samenhang van transnationale stromingen en extreem islamitische enclaves binnen het westerse migratieland moeilijk en blijft het onduidelijk en dus onbeheersbaar wat binnen moskeeën geproclameerd/geïndoctrineerd wordt. Wel is duidelijk geworden dat de interesse voor de belangen van het migratieland m.u.v. materiële/financiële bijdrage laag is resp. ontbreekt en de afkeer van bewoners van het migratieland voor deze migrantengroeperingen onevenredig groeit.
“Migratie is een ongewenst
politiek verdienmodel geworden”
In een Rapport van het Ministerie van Binnenlandse Zaken met de titel “Moskeeën besparen de Nederlandse samenleving M€150 via vrijwilligerswerk” wordt een uitermate positief beeld geschetst van het maatschappelijke nut van moskeeën in Nederland. De formulering van de doelstelling verraadt de werkelijke draagkracht van de inhoud om ”beeldvorming en subsidiering in positieve zin te beïnvloeden”. Positief en beïnvloeden en dat d.m.v. een overheidsrapport. Desondanks hebben de media het niet nodig geacht om eens kritisch te kijken naar dat veronderstelde nut. Positieve aandacht, niet duidelijk maken wat er onder moet worden verstaan en vaststellingen niet onderbouwen met cijfers en feiten. Dat geldt ook voor etnisch ondernemerschap. De positieve boodschap wordt door een 2011 rapport van enkele ministeries uit de boom geschoten. In dat rapport, cijfers over volume (60.000) en groei; over sectoren maar geen vaststelling in hoeverre hun bijdrage in positieve zin moet worden ingeschat In dit rapport dat lijnrecht tegenover het rapport van Binnenlandse Zaken staat, wordt vastgesteld dat de macro-economische bijdrage van moskeeën en etnische ondernemers heel beperkt is.
Vaststelling
Zo positief en optimistisch als onze deugdenkende bewindslieden migratie schetsen is het dus niet. Het is geen oplossing voor de groeiende vergrijzing en veronderstelde toename van de werkeloosheid; autochtonen staan vaak achter inde rij m.n. bij de huisvesting; een krimpend arbeidsvolume moet de kosten opbrengen voor een groeiend volume ruifgraaiers en wordt verarming van (vooral de oudere) Nederlander steeds duidelijker herkenbaar. De meeste kansloze migranten duiken het zwarte circuit van de grote steden in en die zullen zich door criminele en/of extremistische activiteiten in leven moeten houden. Steden en vooral centra en buitenwijken worden brandhaarden van armoede, criminaliteit en islamitisch extremisme.
Migratie is een ongewenst (politiek) verdienmodel geworden. Zowel in Nederland als buiten Nederland. Turkije, Russische Federatie, Belarus en de krijgsheren in Noord-Afrika bedienen zich van corruptie, mensenhandel en vermoedelijk orgaandonatie om de kosten van die reizen te kunnen dekken. Die landen en regio vormen de basis voor de snelle doorvoer van migranten naar de uiterste oostelijke en zuidelijke begrenzing van de EU resp. NAVO. Het maakt ook duidelijk dat op lokaal niveau het doorsluizen van migranten een lucratieve business is, die niet snel door de betrokken groot geldverdieners zal worden opgegeven. Herkomstlanden promoten en stimuleren migratie naar de melkkoe westerse landen om een groot deel van hun schatkist te kunnen vullen en in Nederland zijn het gesubsidieerde instanties die een dikke boterham aan migratie en migrant verdienen.
[i] Het nieuwe leren is een Nederlands onderwijsconcept waarbij van leerlingen wordt gevraagd zelf verantwoordelijkheid te leren, samen met anderen. … Veel middelbare scholen kiezen ervoor om zich te onderscheiden in de onderwijsmarkt om de huidige concurrentie het hoofd te bieden