Open brief van rechter Baltasar Garzón aan Sebastián Piñera over de repressie en geweld tegen de demonstranten.
Mijnheer de President,
Ik ben Baltasar Garzón, de Spaanse rechter die op 16 oktober 1998 de aanhouding van Augusto Pinochet in Londen beval. Ik ken u niet en ik ben ook niet geïnteresseerd om met u kennis te maken, zoals ik dat wel heb gedaan met alle andere democratische presidenten van uw land, waar ik zo van hou. Wellicht omwille van de genegenheid voor het Chileense volk en omwille van de verdediging die ik altijd heb opgenomen van de slachtoffers, de verdediging van de inheemse bevolking en van de meest kwetsbaren, heb ik besloten om u deze boodschap te sturen met diepe pijn en verontwaardiging over wat in Chili aan het gebeuren is.
Het is duidelijk dat de Chilenen ‘basta’ hebben gezegd
Mijnheer de President, het blijkt duidelijk dat de Chilenen nu ‘basta’ hebben gezegd, het is genoeg. En ze zeggen het klaar en duidelijk. Het gaat over een spontane sociale uitbarsting die door geen enkele politieke partij wordt gestuurd. Een simpel studentenprotest tegen de verhoging van het metroticket, dat zeer streng werd onderdrukt door de politie, Carabineros de Chile, was de lont die de razernij en de gedurende bijna dertig jaar opgehoopte woede deed ontvlammen. Zij zijn de uitvoerders van een politieke beslissing die door uw regering werd genomen.
Mijnheer de President, u zult het met mij eens zijn dat, achter het zogenaamde economische wonder — dat velen toeschrijven aan Pinochet, een ontwikkelingsmodel dat tijdens de overgangsperiode en de latere democratie werd aangehouden — het trieste record schuilgaat dat Chili één van de zeven meest ongelijke landen van de wereld is, op hetzelfde niveau als Rwanda, volgens de Gini-index toegepast door de Wereldbank.
Grote rijkdom en constante verarming
Het is juist dat uw land ontwikkeld is en grote rijkdom kent, maar die is er alleen voor een beperkte politieke en ondernemerselite. Zo kent Chili ook onverbeterlijke macro-economische cijfers, met een gestage groei over decennia, maar ook met een langzame en constante verarming en schuldenlast bij de overgrote meerderheid van de burgers, die dit jaar zelfs een historisch hoogtepunt bereikte, volgens de pers en de Centrale Bank zelf.
Uw land, mijnheer de President, trad jaren geleden toe tot de club van rijke landen, de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO), als gloednieuw ontwikkeld land, met hoge graden van productiviteit en mededinging, maar opnieuw, ten koste van lage lonen voor de arbeiders en van een vrijwel onbestaande sociale bescherming.
Als hoogste politieke autoriteit moet u weten dat de Grondwet die op dit ogenblik van kracht is in Chili werd aangenomen onder volle militaire dictatuur, via een referendum dat plaatsvond terwijl de stromannen van Pinochet de politieke tegenstanders martelden, vermoordden en deden verdwijnen. Die Grondwet onderging verschillende aanpassingen om de transitie en later de overgang naar de democratie mogelijk te maken, maar de geest en de bedoeling zijn dezelfde gebleven. Er is geen “sociale” of democratische Rechtstaat, maar een “liberale” of “neoliberale” of “subsidiaire” Rechtstaat.
Er bestaat werkelijk geen welvaartstaat. Wie kwaliteitsvolle dienstverlening wil, moet dat uit eigen zak betalen
Dat brengt met zich mee dat, behoudens uitzonderingen, de openbare dienstverlening van de Staat van slechte kwaliteit is, bedacht voor personen met zeer lage inkomsten of behoeftigen, zodat wie er toegang wil toe krijgen op geschikte wijze, die diensten op de markt zal moeten kopen. Dit geldt voor onderwijs, gezondheidszorg, pensioenen, transport enzovoort. Er bestaat, ondanks de inspanningen van enkele progressieve regeringen, werkelijk geen welvaartstaat. Volgens de liberale logica moet de Staat klein, zo klein mogelijk, zijn en moet al wie gebruik wil maken van een kwaliteitsvolle dienstverlening, dat uit eigen zak betalen, en zo worden de burgers tot simpele consumenten van private diensten herleid.
Het is daarom, mijnheer de President, dat de laatste jaren protesten naar buiten zijn gekomen van middelbare en universiteitsstudenten, van gepensioneerden, van arbeiders die een waardig loon eisen, zonder dat aan hun eisen gevolg werd gegeven zoals het hoort. Het ongenoegen, het gebrek aan vooruitzichten, de onverschilligheid van de overheid en hun niet nagekomen beloften zijn zeer duidelijk geworden en daar komen de schandalen van miljoenencorruptie van de grote bedrijven, van de politici, zelfs van het leger, het Korps van Carabineros de Chile en, het weze gezegd, van u zelf nog bij.
U wordt beschuldigd van vermoedelijk onwettige verrijking tijdens de dictatuur en van belastingontwijking op onroerende goederen gedurende dertig jaar. Dat alles maakte dat een kleine verhoging van de prijs van de metro de druppel werd die de emmer deed overlopen, samen met een ongecontroleerde en brutale politierepressie tegen de middelbare scholieren.
Geweld lokt geweld uit
U staat voor een sociaal protest zonder weerga onder de democratie. U zult het misschien niet graag horen maar u, als president, vond geen betere uitweg tegen dat protest dan de strategie die jullie, de neoliberale erfgenamen van Pinochet die momenteel het land besturen, goed kennen. U nam uw toevlucht tot het leger en de militairen en stuurde hen de straat op om de mensen te onderdrukken.
Het hoeft niet meer herhaald te worden dat geweld nog meer geweld uitlokt, dat je vuur niet kan blussen met benzine, dat met militairen in de straten er vroeg of laat zwaargewonden en nog meer doden zullen vallen. Het leger is niet opgeleid om de openbare orde te controleren, maar om oorlog te voeren, om de vijand te verjagen of te vernietigen. Telkens de militairen de straat op gaan, zelfs om een veronderstelde oorlog tegen de misdaad “uit te vechten”, verslechterden de zaken er alleen maar op.
De misdaad, de plunderingen en excessen houden niet op. Integendeel, want er komt nog staatsgeweld bovenop, dat zonder aanzien des persoons wordt uitgeoefend en daarna op de slechts denkbare manier verhuld wordt zodat het ongestraft kan blijven. Maar, mijnheer de President, u en de regering die u leidt vergissen zich van doelwit: het volk is niet de vijand maar het slachtoffer, en het volk moet beschermd worden in plaats van gestraft te worden met uitzonderingsmaatregelen.
‘Wij hebben de angst afgelegd!’, zeggen de Chilenen op sociale media. ‘Chili is wakker geworden!’, is één van de slogans van deze spontane sociale beweging die zich nu begint te organiseren. ‘Het is nog maar een begin!’, verzekeren anderen ons. ‘Wij moeten verdergaan!’, bevestigt ook een boer bij het zien van al die protesten. Hij zag hoe een rivier die gisteren nog droogstond, vandaag gisteren plots overvloedig door de bedding stroomt nadat een belangrijk bedrijf het onrechtmatig opgeslagen water vrijgaf aan de mensen die van de landbouw moeten leven.
Wij gaan verder, zullen blijven verdergaan en zeer oplettend de gebeurtenissen in Chili op de voet volgen. Weet dat de schendingen van de mensenrechten die nu plaatsvinden en de misdaden die tegen de burgerbevolking begaan worden deze keer niet ongestraft zullen blijven want naast het parket van Chili en het Nationaal Instituut van de Mensenrechten, is er ook een Universele Rechtspraak, een Internationaal Strafhof, het Interamerikaans Systeem van Mensenrechten en een zeer oplettende en waakzame internationale gemeenschap, die niet zal toelaten dat de gruweldaden van het verleden zich in Chili herhalen.
We laten ons niet meer beetnemen en vernederen door diegene die de democratische uitingen van het volk wil fnuiken
Twijfel er maar niet aan, mijnheer de President, dat wij niet de mening delen van de secretaris-generaal van de OEA (Organisatie van Amerikaanse Staten). De schuld van alles wat in Latijns-Amerika gebeurt legt hij bij Cuba, Venezuela, Rafael Correa, Lula da Silva, Cristina Fernández de Kirchner of Alberto Fernández, en aan al wie afwijkt van de neoliberale golf, die opnieuw onder bescherming van het noorden, zoals dat in de jaren 1970 het geval was, het continent isoleert.
Deze keer zullen wij ons niet meer laten beetnemen en ons niet meer laten vernederen door diegenen die ons opnieuw willen onderwerpen en de weerstand en de democratische uitingen van het volk willen fnuiken.
Baltasar Garzón is jurist en lid van de Latijns-Amerikaanse Raad voor Rechtvaardigheid en Democratie