Minister wil opheldering Utrecht over statushouders die baan opzegden na het krijgen van een huis

Het wekelijkse vragenuurtje van de Tweede Kamer is weer voorbij en daar is een opvallende vraag gesteld aan de gemeente Utrecht: wat is er gebeurd bij de statushouders die, nadat ze in Utrecht een woning hadden gekregen, hun baan hebben opgezegd? Dat wil Minister Karien van Gennip (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) graag weten.

„Het is een behoorlijk bizarre situatie”, zei de minister tijdens het wekelijks vragenuurtje van de Tweede Kamer.

Van Gennip: ‘Het mag niet zo zijn dat statushouders alles laten vallen zodra ze een huis hebben’

Zaterdag bracht het Financieel Dagblad het nieuws dat tientallen statushouders ontslag hebben genomen nadat ze deze zomer vanuit een asielzoekerscentrum (azc) naar een Utrechtse huurwoning waren doorgestroomd. Alhoewel het FD dus schrijft dat het om tientallen statushouders zou gaan, gaat het volgens Van Gennip in de werkelijkheid om zes personen.

VVD-Kamerlid Thierry Aartsen vroeg de minister om tekst en uitleg, en vooral ook om een veroordeling, want hij vindt het ‘onacceptabel’ dat statushouders hun baan opzeggen zodra ze een huis krijgen. „Er moet een sanctie komen”, vindt Aartsen.

Hij is niet de enige: Van Gennip deelt zijn mening. „Het mag niet zo zijn dat statushouders alles laten vallen zodra ze een huis hebben”, stelt de minister. Ze legt uit dat de taal leren en het actief zoeken naar betaald werk daarbij hoort. Ook zegt ze dat het opleggen van sancties niet aan de landelijke overheid is, maar aan de gemeente zelf. „Die kan eventueel korten op de bijstandsuitkering,” aldus Van Gennip.

Groter probleem of juist misverstand?

Van Gennip is nu wel met de gemeente Utrecht in gesprek om te achterhalen wat er aan de hand is. Ze heeft geen signalen dat dit ook in andere gemeenten gebeurt. Daarop zijn de reacties van de partijen wisselend. Zo willen de VVD en het CDA van de minister weten of het een Utrechts of een breder probleem is, en reageren vooral D66, SP en Denk milder.

Zij vinden het kwalijk dat alle statushouders over een kam worden geschoren, terwijl niet duidelijk is wat er aan de hand is. De SP is ervan overtuigd dat het een misverstand is; dat het aan statushouders niet goed is uitgelegd wat er van hen wordt verwacht. DENK vindt dat er onnodig gediscrimineerd wordt, zeker na de oproep van de PVV om deze mensen meteen hun huis en Nederland uit te zetten. Hij vroeg Van Gennip afstand te nemen van dergelijke “discriminerende drek”.