Na de aanslag op misdaadjournalist Peter R. de Vries is dé grote vraag: wie zit achter deze moordpoging en waarom? Veel informatie wil de politie voorlopig niet kwijt, maar in de Nederlandse pers wordt opvallend vaak naar één naam verwezen: Ridouan Taghi en zijn Marengo-proces. Waar draait het om? En wat heeft Peter R. de Vries daarmee te maken?
Amsterdam, dinsdagavond 19.30 uur. Misdaadjournalist Peter R. de Vries verlaat de studio’s van RTL, waar hij eerder op de avond te gast was. Op dat moment weerklinken vijf schoten. De Vries valt neer. Zwaargewond. De laatste update over zijn toestand kwam gisteravond laat: “Hij vecht voor zijn leven”.
In de Nederlandse pers wordt geopperd dat de aanslag op De Vries uit de hoek van de zware drugscriminaliteit zou komen. En helaas hoeft dat niet echt te verbazen. Hij heeft nogal wat vijanden in het criminele milieu en zijn naam circuleert al langer op dodenlijsten van verschillende beruchte criminelen.
Op die lijst van Willem Holleeder bijvoorbeeld, een zware gangster die in 2019 nog levenslang kreeg als opdrachtgever van zes liquidaties. Maar ook die van Ridouan Taghi, een beruchte drugscrimineel die momenteel terechtstaat in een van de grootste en zwaarst beveiligde drugsprocessen ooit bij onze noorderburen. Net de zaak waar De Vries zich momenteel in vastgebeten had en waar de afgelopen maanden al verschillende afrekeningen geweest zijn.
Het web rond Ridouan Taghi ontrafeld
Maar we beginnen bij het begin: wie is Ridouan Taghi, wat heeft hij op zijn kerfstok en wat is de link met Peter R. de Vries?
Ridouan Taghi – bijnaam “de kleine” – lijkt de spil te zijn in een dodelijk crimineel web. Een web dat zich niet alleen over de Nederlandse onderwereld van de mocromaffia ontsponnen heeft, maar ook steeds meer over de bovenwereld. Een web dat draait rond grootschalige, internationale cocaïnehandel én liquidatiemoorden.
Opnieuw komt de zogenoemde mocromaffia in Amsterdam in beeld, de georganiseerde misdaad die vooral gelinkt wordt aan mensen met de Marokkaanse nationaliteit en/of afkomst.
Eigenlijk komt de 43-jarige Taghi pas relatief laat in het vizier van politie en gerecht, op enkele veroordelingen in zijn jeugdjaren en wat verkeersboetes na. In 2015 valt zijn naam voor het eerst in een grote drugszaak, het 26koper-dossier, al is Taghi daar zelf geen verdachte. “Ridouan Taghi is een grote speler in de cocaïnehandel”, verklaart een hasj-handelaar uit Utrecht, die voor zijn leven vreest. Dat zinnetje doet alle alarmbellen afgaan. De jacht op Taghi is geopend.
Hét kantelpunt in die jacht volgt enkele jaren later, op 14 januari 2017, wanneer Nabil B., die jarenlang deel uitmaakte van Taghi’s criminele organisatie, beslist om te praten met de politie. Enkele dagen eerder is een vriend van B. doodgeschoten in Utrecht in opdracht van Taghi. Een “spijtig ongeluk”, want de schutter had zich van doelwit vergist. Nabil B. krijgt wroeging tegenover de familie, die hij al jaren kent, en beslist om zich te laten oppakken. Nog diezelfde avond zal hij aan de speurders zeggen: “Ik wil kroongetuige worden”.
Ik wil kroongetuige worden
Een zinnetje waarmee hij niet alleen het lot van Taghi, maar ook zijn eigen lot – en dat van zijn omgeving – lijkt te bezegelen. “Hy weet ga iedereen van hem laten slapen als die my naam heeft genoemt (sic.)”, schrijft een woedende Taghi letterlijk, die weet dat B. gepraat heeft. En, laat er geen misverstand over bestaan: slapen is codetaal voor vermoorden.
Het is dan ook niet niks wat B. gedaan heeft: zijn verklaringen vormen samen met de versleutelde berichten die het gerecht kon meelezen de kern van het Marengo-proces, waar Taghi en 16 anderen momenteel terechtstaan voor zes moorden en enkele moordpogingen tussen 2015 en 2017. Het gerecht denkt overigens dat hij nog voor veel meer moorden de opdracht gegeven heeft, maar dat zijn andere dossiers en onderzoeken.
Het 26koper-dossier? Het Marengo-proces? Waarom die namen? Eigenlijk heeft dat niet echt een reden en dus ook niet echt een betekenis. Een computer kiest en beslist die namen willekeurig, om ervoor te zorgen dat het een neutrale naam is.
Taghi lijkt woord te hebben gehouden en wraak genomen te hebben op Nabil B. Op 29 maart 2018 wordt Reduan B. koelbloedig vermoord. Reduan B. is, jawel, de broer van Nabil, en had niets te maken met het criminele milieu. Hij is alleen slachtoffer omdat hij “de broer van” is. De dader heeft 20 jaar cel gekregen, maar nooit willen zeggen wie de opdrachtgever was, al kijken de speurders dus wel in de richting van Taghi. Met deze moord wordt een grens overschreden. Tot dan leek de ongeschreven criminele code dat er niet geraakt wordt aan onschuldige familieleden.
Intussen lijkt die grens ver achter ons. Niet alleen de broer van Nabil B. heeft de zaak met zijn leven moeten bekopen, ook advocaat Derk Wiersum, die de kroongetuige bijstond, wordt in 2019 op straat doodgeschoten. Opnieuw denkt het gerecht aan Taghi als opdrachtgever. Voor justitie staat het vast: een mensenleven is weinig of niets waard voor Taghi. Taghi zelf kan trouwens lang uit de handen van de politie blijven. Pas eind 2019 wordt hij in Dubai gevat en uitgeleverd aan de Nederlandse politie. Sindsdien verblijft hij in de zwaarst bewaakte gevangenis, in Vught.
Is misdaadjournalist Peter R. de Vries het volgende slachtoffer geworden op de dodenlijst? Veel weten we nog niet over de verdachten, hun motief en hun eventuele link met het Marengo-proces. Wat wel vaststaat is dat De Vries nauw verweven is met Nabil B. Hij is sinds vorig jaar de vertrouwenspersoon van B. en staat hem samen met twee advocaten bij met juridisch advies.
Eerder had De Vries al laten weten dat hij op de dodenlijst stond van Taghi, iets wat die laatste in een brief staalhard ontkende. Over de beveiliging die De Vries al dan niet zou hebben gekregen, wilde de politie nog niets zeggen. Tekenend is ook de enorme politiemacht die na de aanslag op De Vries meteen postvatte aan het huis van de huidige advocaat van Nabil B.
Liever rechtop sterven dan op je knieën leven
Peter R. de Vries
Bedreigingen waren De Vries ook niet vreemd, maar ze leken hem weinig te deren. “Part of the job”, noemde hij het. “Liever rechtop sterven dan op je knieën leven” was zijn motto. Woorden die na gisteren wrang klinken.
Benieuwd om het hele web rond Ridouan Taghi visueel te zien? Onze collega’s van de NOS hebben het grafisch gemaakt, bekijk hun web hier.
Waar eindigt dit?
De vraag is nu: waar eindigt dit? Moet iedereen die schrijft over drugscriminaliteit nu voor zijn leven vrezen? “Drugscriminelen deinzen nergens voor terug”, zegt correspondent Joris van Poppel. “Dit is een snoeiharde wereld. Met geweld denken ze alles te kunnen bereiken. Het toont welke greep de misdaadwereld op onze samenleving heeft.”
Eenzelfde geluid klinkt bij Omar Souidi, een Antwerpse advocaat die geregeld pleit in drugsdossiers en die De Vries ook persoonlijk kent. “Ik heb de beelden zien binnenkomen, dit is verbijsterend. Nederland heeft al vele jaren een gigantisch probleem: politicus Pim Fortuyn (die in 2002 vermoord werd, red.), filmregisseur Theo van Gogh (die in 2004 doodgeschoten werd, red.), advocaat Derk Wiersum, niemand is nog veilig. Als je op een bepaalde lijst terechtkomt, kan het morgen jouw beurt zijn.” Ook Souidi benadrukt dat er geen grenzen meer zijn: “De deur staat wagenwijd open. Dat is bijzonder onthutsend en stemt tot nadenken.”
Als je op een bepaalde lijst terechtkomt, kan het morgen jouw beurt zijn
Advocaat Omar Souidi
Kan dat soort drugsgeweld ook overwaaien naar ons land? Souidi vreest dat dat op een dag wel eens het geval kan zijn. “We zien hier ook wel nare dingen gebeuren. Amsterdam is wel nog een andere grootteorde, maar ook hier gaat het niet de goede richting uit en krijgen verschillende mensen al bewaking.” Ook criminologe Charlotte Colman wijst erop dat het in Nederland toch nog allemaal gewelddadiger en zichtbaarder is. “Maar er is wel een sterke link tussen ons land en Nederland.”
We zien hier eigenlijk op kleine schaal wat we in Latijns-Amerika gezien hebben.
“Vergis je niet”, zegt ook Tom Decorte, hoogleraar Criminologie aan de UGent. “Nederland mag dan historisch gezien een incubatievat zijn, de tentakels van die kopstukken zitten overal, ook bij ons. Dit is een globaal probleem. We zien hier eigenlijk op kleine schaal wat we eerder in Latijns-Amerika gezien hebben. Daar wilde men de grote kartels met repressie vernietigen, maar het effect is dat die versplinterd zijn in tientallen kleinere kartels die elkaar beconcurreren. Dat is een escalerende spiraal van geweld die je niet kan winnen. Die criminelen zijn niet gebonden aan grenzen, wetten of budgetten, en politie en gerecht zijn dat per definitie wel.”
Zijn conclusie? We moeten het verdienmodel in vraag stellen waardoor onderwereldfiguren zo’n machtig imperium kunnen uitbouwen.” Dé oplossing bestaat niet volgens Decorte. “Natuurlijk moeten we de strijd met de georganiseerde misdaad aangaan, maar we moeten nadenken hoe we de politiemiddelen slim inzetten en hoe we als samenleving met drugs zelf omgaan.”
“Hoe dan ook”, besluit Decorte, “wil je geen samenleving waar criminelen afrekeningen houden bij daglicht”.
En laat dat nu precies zijn wat er met Peter R. de Vries lijkt gebeurd te zijn.