MIVD-kenner Bob de Graaff: ‘Minister Ollongren wist zeer waarschijnlijk van sabotageplan Nord Stream’
Aanslag Nord Stream MIVD-kenner Bob de Graaff denkt dat toenmalig minister van Defensie Kajsa Ollongren (D66) en de secretaris-generaal van haar ministerie „met hoge mate van waarschijnlijkheid” geweten moeten hebben van de Oekraïense sabotageplannen en de uitvoering ervan.
Dat is de strekking van vragen die PVV-leider Geert Wilders en twee andere PVV-Kamerleden eerder deze week aan premier Dick Schoof en de ministers van Buitenlandse Zaken en Defensie stelden naar aanleiding van Nord Stream nieuws uit de VS. The Wall Street Journal berichtte donderdag dat de Oekraïense president Volodymyr Zelensky had geweten van de plannen, maar die had ontraden nadat de CIA hem had gewaarschuwd voor de immense gevolgen ervan.
De Amerikanen waren even eerder getipt over het plan door de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD), zo onthulden de NOS, Nieuwsuur en enkele Duitstalige media al vorig jaar. De MIVD had erover gehoord van een Oekraïense bron. Vlak na de daadwerkelijke sabotage van de leidingen, stuurde de MIVD gedetailleerde informatie over de toedracht naar de Amerikanen.
Het nieuws van The Wall Street Journal bracht deze week niet alleen Zelensky in een lastig parket, maar ook Nederlandse politici. Immers, de MIVD opereert niet in haar eentje, maar onder politieke regie van de minister van Defensie en diens rechterhand, de secretaris-generaal. Voorts is er de premier die vanaf het begin actief voorvechter was van militaire steun aan Oekraïne na de Russische inval, februari 2022. Wat wist Mark Rutte?
Bob de Graaff publiceerde in 2022 een boek over de geschiedenis van de MIVD, en kreeg voor zijn onderzoek als een van de weinigen toegang tot de archieven van de dienst. Dat maakt de historicus tot prominent kenner van de binnenwereld van de MIVD. In het boek analyseerde De Graaff onder andere de informatiestromen tussen MIVD en politiek verantwoordelijken, en de afspraken daarover. Deze afspraken en patronen zijn ook nu weer actueel, zegt De Graaff tegen NRC.
Op basis daarvan noemt hij drie personen die, zo zegt hij „met hoge mate van waarschijnlijkheid” geweten moeten hebben van de Oekraïense sabotageplannen, en daarna de uitvoering ervan: minister van Defensie Kajsa Ollongren (D66), de secretaris-generaal van het ministerie als haar rechterhand, en uiteraard de toenmalige chef van de MIVD (nu chef landmacht). Dat premier Mark Rutte van Kyivs betrokkenheid bij de sabotage wist, acht De Graaff „redelijk waarschijnlijk”, onder meer wegens diens persoonlijke betrokkenheid bij het Oekraïnedossier.
Het kabinet wilde vrijdag niet inhoudelijk op de kwestie ingaan. Voor de MIVD en de toenmalig secretaris-generaal geldt hetzelfde.
Eerst de MIVD zelf: Hoe verklaart u de kennelijk goede informatiepositie van de dienst in Oekraïne?
„De geschiedenis leert dat 80 procent van de informatie die de -MIVD krijgt, komt uit routinematige contacten met buitenlandse diensten. Ik weet niet wat in dit specifieke geval de bron van de MIVD was. Maar op grond van het verleden moet je zeker niet uitsluiten dat de informatie afkomstig was van het lopende contact (liaison) van de MIVD met de Oekraïense geheime dienst.
„Deze laatste kan de MIVD gebruikt hebben voor het oplaten van een proefballon over een voorgenomen sabotage. De Oekraïners weten dat zo’n proefballon via de MIVD meteen bij de CIA terechtkomt. Kyiv wil de VS niet rechtstreeks inlichten vanwege de enorme gevoeligheid van de voorgenomen operatie.
„Indirect contact met de VS geeft de Oekraïners de mogelijkheid het voornemen naderhand te ontkennen door te stellen dat de Nederlanders hen verkeerd hebben begrepen – plausible deniability.”
Als dat klopt heeft de MIVD zich misschien als loopjongen laten gebruiken. Was de reactie van de dienst dan wel terecht door de CIA meteen in te lichten?
„Ja, want dat was in het belang van de MIVD. Die wil een betrouwbare partner zijn voor de CIA. Omgekeerd wil de MIVD ook gewaarschuwd worden door de Amerikanen als die signalen opvangen over ontwikkelingen rond bijvoorbeeld de Antillen in het Caraïbisch gebied.”
Dan de politici. Welke wisten meer volgens u?
„Het is zeer waarschijnlijk dat de minister van Defensie en haar secretaris-generaal zijn ingelicht door het toenmalig hoofd van de MIVD, Jan Swillens. Je moet als MIVD-chef wel een erg zwak afgestelde politieke antenne hebben, als je je politieke superieur niet over een dergelijk plan vertelt. De te voorziene geopolitieke, diplomatieke en economische implicaties en gevoeligheden waren daarvoor gewoonweg te groot.
„Bovendien wist Ollongren goed hoe ze de gebruikelijke formuleringen van het MIVD-hoofd over de mate van waarschijnlijkheid van het nieuws en de betrouwbaarheid van de bron, moest interpreteren. In een vorig leven had Ollongren ook al met dat bijltje gehakt, als minister van Binnenlandse Zaken, verantwoordelijk voor de -AIVD. En eerder, als secretaris-generaal van Algemene Zaken onder Rutte, was ze voorzitter van de Raad voor de Veiligheids- en Inlichtingendiensten (CVIN). Daarin komen iedere week of elke twee weken de hoofden van de diensten samen met ambtenaren van Algemene Zaken.
„Verder is de secretaris-generaal van Defensie [destijds Gea van Craaikamp, sinds augustus 2023 Maarten Schurink] in het dagelijks verkeer binnen het departement de eerst aanspreekbare voor de MIVD. Als sterk betrokkene bij het reilen en zeilen van die dienst was Van Craaikamp zeer waarschijnlijk ook op de hoogte van de informatie uit Oekraïne.”
In het Torentje komen veel inlichtingenstromen samen, bijvoorbeeld binnen de door u genoemde Raad. Wat zegt dat over de informatiepositie van premier Rutte?
„Het is redelijk waarschijnlijk dat ook de premier wist van de betrokkenheid van Kyiv bij de sabotage van Nord Stream. De reden waarom ik hier een kleine slag om de arm houd, is de ministeriële autonomie. Hoe groot die is, zag je in 1973. Toen besloot Defensie-minister Henk Vredeling op eigen houtje Israël met wapenleveranties te helpen in de oorlog tegen de Arabieren. Dat gebeurde achter de rug van toenmalig premier Joop den Uyl.
„Wel acht ik de kans op herhaling van zo’n scenario n