Hij onderhield intensieve contacten met Nederlandse en Belgische jihadisten en sluisde gelijktijdig informatie door naar de Belgische staatsveiligheidsdienst. In zijn nieuwste boek ’Dubbel leven’ beschrijft de Palestijns-Vlaamse onderzoeker Montasser AlDe’emeh (29) de periode waarin hij werkte als informant. Dit gevaarlijke dubbelspel leverde hem een plek op de dodenlijst van IS op. AlDe’emeh waarschuwt Europa: „We zijn op weg naar een burgeroorlog.”
Na een reis door Syrië besluit @___Montasser___ informant te worden voor de Belgische veiligheidsdiensten. “Dat vond ik wel cool, eerlijk gezegd!”
▶️ https://t.co/RWognU8xcZ pic.twitter.com/RMUA74OzUS
— EenVandaag (@EenVandaag) April 13, 2018
Je hoeft hem nauwelijks een vraag te stellen. Montasser AlDe’emeh brandt onmiddellijk los, gezeten in een café – ergens in België – waar hij zicht houdt op de entree. Hij vertelt: over z’n leven als zoon van Palestijnse vluchtelingen. Over zijn verhouding met België, zijn aangenomen vaderland dat hij zegt ’te willen beschermen’. Over zijn reizen door het Midden-Oosten, tot diep in oorlogsgebied. Over zijn contacten met jonge moordenaars – jihadi’s uit België en Nederland – die meenden met de stichting van het kalifaat een droom te verwezenlijken. En over de multiculturele samenleving, die onder stroom staat. Hij komt veel in Molenbeek, de Brusselse jihadwijk, en waarschuwt: „Laat geen vluchtelingen meer binnen want we importeren een burgeroorlog. We moeten eerst weten wat we moeten doen met de mensen die we hier nu hebben.”
AlDe’emeh – getrimde baard, strak in pak – is Arabist, islamoloog en jihadexpert. Nu zijn infiltratie-werk voor de geheime dienst is beëindigd, werkt hij verder aan zijn proefschrift over de ideologie van de jihad. Voor dat onderzoek zocht hij contact met honderden geradicaliseerde moslimjongeren, met wie hij soms urenlange gesprekken voerde. Niet alleen op internet-fora, ook in het veld: in 2014 trok Montasser met jihadisten illegaal de grens tussen Turkije en Syrië over en bracht twee weken door bij Nederlandse en Belgische jihadstrijders. Na die reis benaderde de Belgische veiligheidsdienst hem.
AlDe’emeh zat op die brief van de Staatsveiligheid te wachten, bekent hij. Het leek hem ’cool’ als spion actief te zijn en bovendien vond hij het aanleveren van informatie zijn maatschappelijke plicht. Voelde hij zich geen verrader? „Ik deed het voor België en trouwens ook voor uw veiligheid. Dankzij inlichtingen mede van mij, die in het geheim werden doorgegeven aan de AIVD, zijn in Nederland hoogstwaarschijnlijk aanslagen voorkomen. Ik had mijn eigen informanten in Nederlandse radicale milieus. Geradicaliseerde jongeren die begonnen te twijfelen gingen op zeker moment informatie geven. Ik zou willen dat de imams in de moskeeën hun volgelingen opriepen: word allemaal informant, meld het als u mensen ziet radicaliseren.”
Islamdeskundige @___Montasser___ deed zich voor als sympathisant van Syriëgangers om zo informatie te krijgen van radicale moslimjongeren. "Ik weet tot wat ze in staat zijn".
▶️ https://t.co/RWognU8xcZ pic.twitter.com/RZ0t04wGXB
— EenVandaag (@EenVandaag) April 13, 2018
Oneerlijkheid
Hij hekelt de ’oneerlijkheid’ en de naïviteit waarmee Europese leiders omgaan met de grote thema’s van deze tijd: de massa-immigratie, de islam, de gebrekkige integratie. „Waarom hebben politici niet de ballen om de probleemwijken in te gaan en tegen die ouders te zeggen: neem eindelijk verantwoordelijkheid voor je radicaliserende kinderen, grijp in, alvorens wij de politie moeten inschakelen. Nee, in plaats daarvan prijzen zij onvoorwaardelijk de multiculturele samenleving. Dat is toch niet normaal?”
Hij werkt tegenwoordig veel met schoolkinderen. AlDe’emeh wijst hen op het belang van democratische verworvenheden. „Op heel wat scholen die ik bezoek in Brussel is de meerderheid moslim: zeventig, tachtig, over enkele jaren honderd procent. Die kinderen, die moeten ons later gaan beschermen hè. Die worden ook politie-agent. Is dat een geruststellende gedachte? Met het gebrek aan kritisch denkvermogen bij velen onder hen, de gesegregeerde mentaliteit van de volwassen waartussen zij leven, hun door imams en predikers ingegeven irrationele angsten, het gebrek aan empathie voor andersgelovigen in hun gemeenschappen? Die kinderen leven fysiek misschien hier, maar geestelijk leven ze vaak nog in middeleeuwse structuren. Als we daar nu niets aan doen, waar eindigen we dan?”
Onze westerse samenlevingen lopen wegens het groeiend aantal vervreemden concreet gevaar, zegt AlDe’emeh. „Maar als je daarop wijst, word je voor gek versleten. De media zijn liever bezig met het haar van Trump en maken je belachelijk als je beweert dat het lijkt alsof we het einde van het Romeinse Rijk gadeslaan. Maar worden er dan geen aanslagen gepleegd door radicale moslims? Groeit extreem-rechts niet in Europa? Is er niet overal haat zichtbaar? Ik zal u zeggen, als het zo verder gaat, zullen in Europa op lange termijn meer mensen in conflicten sterven dan in het verkeer.”
Een gevaar is dat criminelen en vervreemde radicalen de handen ineen slaan, zegt AlDe’emeh: criminelen die hun ’zondige’ verleden willen afkopen door een strikt orthodoxe interpretatie van de islam te omarmen. „Jongeren van 18 jaar in Antwerpen, die in de drugshandel kapitalen verdienen en rondrijden in dikke BMW’s. Over tien jaar zijn die gasten dat criminele leven beu en gaan dan rust nemen in de radicale islam. Die verdwijnen zo van het ene systeem in het andere.”
Keihard
Geert Wilders en diens populistische geestverwanten bieden met hun pleidooi voor ’de-ïslamisering’ geen oplossing, meent AlDe’emeh. „Die zijn te rechtlijnig. Er zijn duizenden moskeeën in Europa, tientallen miljoenen moslims. Die gaan niet meer weg. We moeten die mensen zien mee te krijgen. Maar dat kan alleen als we eerlijk zijn en keihard vasthouden aan onze rechtsstaat en aan ons seculiere systeem.”
Wanhopige ouders zoeken hem op, zegt AlDe’emeh, vragen om advies. In deradicaliseringsprogramma’s gelooft hij niet, dan is het al te laat. „Die helpen geen bal. Alles begint bij de opvoeding. De ouders moeten hun kinderen voorbereiden op een leven in onze seculiere samenleving. Die kinderen leven nu in een spagaat tussen twee werelden, ze raken in de war, zoeken naar identiteit. Die vinden ze in radicaal-islamitische ideologieën.”
Hij zou zelf bereid zijn om zijn bloed te geven voor België, benadrukt AlDe’emeh enkele malen. Toen Montasser twee jaar oud was kwam hij met zijn familie uit een vluchtelingenkamp in Jordanië naar Europa. Zijn vader haalde het gezin weg uit Molenbeek omdat de wijk Arabiseerde en pompte de dankbaarheid jegens hun nieuwe vaderland er bij Montasser in.
Ironisch genoeg werd Montasser door diezelfde Belgische staat veroordeeld wegens valsheid in geschrifte. Hij schreef in 2016, toen hij werkte als informant, een valse deradicaliseringsverklaring voor een familielid van een imam. Montasser zegt dat hij hoopte op die manier de banden met zijn bronnen warm te houden. Maar de rechter veroordeelde hem ook in hoger beroep. AlDe’emeh kreeg een halfjaar voorwaardelijk. Wrang, vindt hij. „Ik respecteer de rechtsstaat, maar ik ben het met die veroordeling niet eens.” Hij pleit voor het opstellen van een juridisch kader dat infiltranten de mogelijkheid biedt, indien nodig en in overleg, de wet te kunnen overtreden. „Opdat informanten en infiltranten niet in een grijs gebied moeten werken. Het versterken van de inlichtingendiensten in België en Nederland zou sowieso een prioriteit moeten zijn, zeker in deze tijden.”
Infiltrant
Aan zijn werk voor de geheime dienst kwam door zijn veroordeling een eind. Verwacht hij geen problemen nu hij in zijn boek uit de school klapt over die samenwerking? AlDe’emeh: „Een deel van de rol die ik heb gespeeld bij de Staatsveiligheid zal altijd verborgen blijven. Ik heb alleen die dingen kunnen beschrijven die geen directe info prijsgeven over methodes, operaties, dossiers, bronnen of inspecteurs.”
De onthulling heeft zijn leven moeilijker gemaakt: zo moet zijn verblijfplaats geheim blijven wegens de vele doodsbedreigingen. „Maar ik had geen keuze. Ik kwam tot de vaststelling dat de wet mij als infiltrant niet beschermde. Met mijn boek leg ik alles uit.”
’Dubbel leven’ is niet alleen een persoonlijk relaas, zegt AlDe’emeh, maar ook een eerbetoon aan zijn land: aan België. „Toen mijn land mij nodig had, stond ik er. En als België me in de toekomst weer nodig heeft, zal ik er weer staan.”