Op 27 oktober wandelde Elon Musk glunderend het hoofdkwartier van Twitter in San Francisco binnen, met iets wat wij een pompbak of een lavabo noemen (Latijn voor ‘ik zal wassen’), maar wat in het Engels een sink heet.
Die olijke Elon Musk. Een begeleidende tweet (of course) maakte dat duidelijk: we gaan hier grote kuis houden. Ondertussen mag de rijkste man ter wereld zich eigenaar van de grootste toog ter wereld noemen en is de helft van het personeel aan de deur gezet. Musk doet wat hij belooft.
Meteen ook het sein voor allerlei lieden die met de democratie begaan zijn, om aan de alarmbel te trekken: een rijkaard die zomaar een sociaal medium opkoopt, waar gaan we naar toe. Die democraten vergeten dat Twitter voordien in handen was van een obscuur gezelschap van referentie-aandeelhouders, waaronder ene prins Al-Waleed bin Talal al-Saud van Saoedi-Arabië, bekend om zijn mensenrechten. Musk liet de prins een papier tekenen waarin hij afstand doet van inspraak. Wat ik helemaal geen slecht idee vind.
Toch is de onrust van groothandelaars in mensenrechten niet geluwd. Volker Türk, de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten bij de Verenigde Naties, maande verleden zaterdag de nieuwe eigenaar van Twitter aan om, jawel, de mensenrechten te respecteren. Zijn die nu meer in gevaar dan voorheen? Want dat is nu net wat Elon Musk zegt te gaan doen: een van de belangrijkste mensenrechten, de vrijheid van mening, herstellen door Twitter te ont-schoonmoederen.
Termen als ‘haatspraak’ (hate speech) worden al te sterk misbruikt om meningen te filteren en politiekcorrecte censuur uit te oefenen. Je kan immers elke stevige polemiek als ‘haattaal’ beschouwen. Maar een belangrijk principe van de westerse Verlichtingstraditie is nu net dat je er verbaal stevig kan en mag inhakken, zonder dat iemand moet vrezen voor politie aan zijn deur of een mes op de keel.
Digitale bevrijding
Dat brengt ons op de essentie van het begrip ‘media’. Kranten en zenders zijn altijd spreekbuizen van ideologieën of belangengroepen geweest. Tot op vandaag. De Standaard is in een paar jaar tijd een woke-krant geworden, dat weet ondertussen zowat iedereen, en hanteert het etiket ‘extreem-rechts’ puur als stigma in een zoektocht naar ‘staatsvijanden’, zoals in de zaak Yannick Verdyck bleek.
De VRT, waarvan we allemaal aandeelhouder zijn, doet in wezen hetzelfde: framen, de zaken gekleurd (!) voorstellen, eventueel informatie achterhouden. De nieuwsredactie van deze zender is ideologisch zo bevooroordeeld als wat. Daar bestaat zelfs onderzoek en cijfermateriaal over. Reden waarom de openbare omroep voor mij gerust mag verdwijnen, als indoctrinatie-instelling die met belastinggeld gefinancierd wordt.
Wat in het papieren tijdperk ondenkbaar was, werd werkelijkheid met de digitale technologie: de meningen van acht miljard planeetbewoners allemaal publiek maken, met mogelijkheid om in discussie te gaan. Had men dit een paar eeuwen geleden tegen Voltaire gezegd, hij zou het niet geloofd hebben.
De papierpers, die zich graag op de borst klopte als kwalitatief superieur en onbevooroordeeld, toonde zich steeds meer als een nukkige oude tante die gewoon niet meer mee kon. Met het internet werd die bijna zielige arrogantie opengebroken en kon iedereen een blog of een youtubekanaal of zelfs een digitale TV-zender beginnen.
Dat is ontegensprekelijk een vooruitgang. Er wordt enorm veel onzin op het web verkocht, maar dat mag, moet, niemand is verplicht om dat allemaal tot zich te nemen: elke internetgebruiker is zijn eigen mediacriticus. Ondanks Google en andere giganten is hét internet nog altijd van niemand. Het is een ruimte, een canvas, met daarachter zelfs een onmetelijk diep dark web voor wie helemaal op zijn privacy gesteld is.
Algoritmen en censuur
Natuurlijk staat ook dit model onder druk. Facebook, en Twitter van vóór Musk, hebben een hele doos algoritmen bij de hand om inhoud te blokkeren, altijd met een moreel excuus. Onlangs nog een schorsing opgelopen van Facebook voor de publicatie van een Zwarte Piet-afbeelding. Het is op het kinderachtige af, maar blijkbaar denkt Mark Zuckerberg dat hij anders adverteerders zou afschrikken. De wokeness is diep doorgedrongen tot in de reclamewereld. Zij zijn de echte motor van de censuuralgoritmen. Het zal me zeer benieuwen hoe Elon Musk daarmee zal omgaan.
Democratieën zoals Rusland, China en, jawel, het thuisland van hoger vermelde aandeelhouder, Saoedi-Arabië, rekenen niet op de algoritmen. Ze hebben hun eigen opvattingen over vrije meningsuiting en filteren alle mogelijke dissidente of ‘staatsvijandige’ meningen uit.
China laat helemaal niets door en heeft een ondoordringbare virtuele Chinese muur gebouwd. Het is daar dat de Duitse bondskanselier Olaf Scholz nu zoete broodjes bakt met zijn Chinese collega Xi Jinping, met in zijn zog autoverkopers als Volkswagen-Audi. Dit merk heeft laten weten niet meer te willen adverteren in het Twitter van Musk, omdat het begaan is met de… democratie en de mensenrechten. Hoeveel hypocrisie kan je ten toon spreiden.
Exit het curatieteam
De doortocht van Musk in het hedendaagse communicatielandschap is nu al revolutionair te noemen. Het is een enorme uitdaging om de boodschap en het medium (terug) los te zien van elkaar. In het ideale geval, en in de letterlijke zin van het woord, is een ‘medium’ geen leverancier van content maar een puur doorgeefluik. Zoals een postbode ook geen zaken heeft met wat in de brief staat die hij bezorgt. Of de herbergier die zijn café opendoet en klanten aan de toog laat plaats nemen, wat ze verder ook mogen lullen.
In die zin gaat Elon Musk terug naar de letterlijke betekenis van het woord ‘medium’: iets dat tussen de boodschapper en de ontvanger staat. Het zijn de adverteerders die het model overeind houden. Maar niet om censuur uit te oefenen, zo heb ik het toch begrepen. Want wat blijkt nu?
Zowat de helft van het Twitter-personeel hield zich bezig met ‘contentbeheer’, het doorlichten en beoordelen van berichten, het filteren, iets al dan niet beoordelen als fake news, naast gewoonweg gebruikers de toegang ontzeggen, zoals met Donald Trump gebeurde. Het is vooral binnen dit curatieteam dat de ontslagen vielen. De censuurafdeling dus. We denken aan de lavabo waarmee de nieuwe cafébaas zijn etablissement binnen wandelde.
Het grootste gevaar komt sowieso van overheden die de content willen controleren, beheren en filteren. Dat is in China en Rusland zo, maar bij ons niet anders. Zogezegd om de macht van de Big Tech aan banden te leggen en de vrijheid van mening te waarborgen, wil de Europese Unie via een Digital Service Act (DSA) zelf aan contentbeheer en -controle doen. We weten dan hoe laat het is: je voelt zo dat racisme en ‘haattaal’ weer de stokken zullen zijn om de welbekende hond te slaan.
Als het tot een confrontatie komt tussen schoonmoeder Europa en een Twitterbaas die zaken boven politiek stelt, weet ik voor wie te kiezen. Niet dat het ertoe doet, de EU heeft uw of mijn mening niet nodig.