‘Het is theater zoals te verwachten en te voorzien was’, schreef Jan Fabre in 1982. Hadden de Britten dat scenario gelezen, de Brexit-volksraadpeging was anders uitgevallen. Maar de conservatieve eerste minister David Cameron liet zich ringeloren door naïeve overmoed. Hij onderschatte de populisten als partijgenoot Boris Johnson en de grofgebekte Nigel Farage, de sensatietabloids, en bleef blind voor de giftige erfenis van het Thatcherisme.
In plaats van hervonden eenheid maakte de definitieve uittreding van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie vanaf 2020 plaats voor een nachtmerrie. Eng nationalisme en nostalgie naar een verloren wereldrijk mondden uit in een sociale hecatombe en een ongeziene economische crisis.
Integratie
Londen was altijd al een koele minnaar van Europese integratie geweest. Het zag de EU als een losse belangenorganisatie en mikte op een groter marktaandeel. Het zijn maar de verwaseming van de Europese Vrijhandelsorganisatie en de snelle dekoloniseringen die de Britten tot overstap naar de toenmalige Europese Economische Gemeenschap (EEG) dwongen. De aanvraag gebeurde in 1961. Tot hun frustratie bleef de Franse president Charles De Gaulle zijn veto hanteren tot zijn aftreden in 1969. De conservatief Edward Heath slaagde erin het VK de unie binnen te loodsen in 1973.
Dat is dus nu door diezelfde Tories ongedaan gemaakt, met als argument het behoud van eigen soevereiniteit. Farage had gouden bergen beloofd, enorme investeringen en een eigen netwerk van internationale handelsovereenkomsten. Daar komt weinig tot niks van in huis.
Noodkreet
Will Hutton pakte in The Observer uit met de noodkreet: ‘Stop met onszelf te bedriegen dat we een rijke natie zijn. Kijk in de spiegel: het VK is bankroet.’ Het land is niet langer een kredietverlener, het kan de pond maar rechthouden door ‘de welwillendheid van vreemden’, zoals Mark Carney, ex-gouverneur van de Britse Centrale Bank, het illusieloos zei. De schuldenlast overtreft met 30 procent het eigen vermogen. De staatsschuld is op 20 jaar tijd verdrievoudigd.
Even onverdacht is de inkeer van parlementslid Steve Baker, leider van de vroegere Tory European Research Group, die de deal van Theresa May met de unie torpedeerde. In The Times en een tv-interview brak hij psychologisch. De Brexit heeft heel wat mensen “angst, woede en depressie” bezorgd. Het Noord-Ierse Protocol botst tegen een muur.
Spreekbuis
Even onverdacht is The Spectator, een notoir conservatief weekblad, waaraan Boris Johnson nog meewerkte. Vandaag is het de spreekbuis van extreem liberaal denken. Op 3 juni maakte Kate Andrews brandhout van premier Sunaks beleidskeuzes. Op 24 juni vatte de redactie nogmaals de te volgen weg samen in ‘Europe turns right’: ‘De ergernis groeit op het continent om regeringen die mateloos uitgeven, mateloos belastingen opleggen, en zich met alles moeien.’
Want er valt wat te herstellen in conservatieve ogen. De gezondheidszorg, de sociale bijstand en het onderwijs slorpen enorme bedragen op. De komende vier jaar moet er 16 procent bijkomen, tot 330 miljard pond (384 miljard euro, red.). The Spectator fulmineert tegen Sunaks voornemen om in de huidige begroting 5 miljard vrij te maken voor 30 uren gratis kinderoppas per gezin.
De Nationale Gezondheidsdienst is zo goed als geïmplodeerd, personeel én patiënten zijn het slachtoffer geworden van jarenlange besparingen. Ondertussen zijn de belastingen ‘niet alleen hoger dan ooit in de jaren ’70, maar hoger dan gelijk wanneer na de oorlog’. Bedrijven zijn er niet beter aan toe. In maart 2021 kondigde Sunak (toen Begrotingsminister) een taksverhoging aan met 6 procent. Voor correct conservatisme is bovendien staatsinterventie, zeker voor prijscontroles, uit den boze.
Productiviteit
The Economist linkt die noodgreep aan een falende productiviteit, en de warrige migratiepolitiek. Het blad stelt vast dat de ongebreidelde instroom van buitenlanders sinds 2010 steeds minder opbrengt. ‘In 2015 waren laagbetaalde werklui in de voedselindustrie 30 procent productiever in Nederland, Frankrijk en Duitsland’, klinkt het. De redenen liggen voor de hand: automatisering hinkt achterop en de beperkingen op inwijking vanaf 2021 zorgen nu al voor arbeiderstekorten.
Grenzen
Het opnieuw openzetten van de grenzen bracht geen beterschap, al blijft de inwijking stijgen tot 606.000 vorig jaar. ‘Brexiteers wanted fewer but higher-skilled immigrants. The opposite happened: fewer than one in seven arrivals last year were skilled workers.’ Die laatsten verdienen op jaarbasis ten minste 30.500 euro.
The Economist besluit wrevelig: Groot-Brittannië blijft ter plaatse trappelen, het management is incompetent, investeringen blijven uit, de belastingen zijn warrig en de inwijkingsvoorwaarden onduidelijk. William Keegan wijst in The Guardian op de wanhoop van vluchtelingen door armoede, oorlogen en epidemieën. Dat kan Londen niet alleen aan, stelt hij. ‘De impasse met Europa dwingt ons te erkennen dat de uitstap uit de EU een historische vergissing was. Alleen gaat de uiterst rechtse fractie van de Conservatieven dat nooit toegeven. Er heerst een omertà over de bittere ervaringen met en drastische gevolgen van de Brexit.’
Peiling
Het publiek heeft lak aan dat wegmoffelen. Het belangrijke peilingagentschap YouGov volgt al jaren de publieksopinie na de Brexit. En stelt nu ‘high levels of Bregret’ vast, spijt om de ondoordachte uitstap. Een piek is bereikt op 15 augustus. Nog amper 32 procent van de Britten steunt Brexit, 51 procent wil terug in de EU waaronder 18 procent van voormalige ‘Leave-voters’. 57 procent vindt de volksraadpleging van 2016 een stomme fout en 46 procent eist binnen de tien jaar een nieuw referendum.
Maar één op vijf vindt nog dat de regering de Brexit goed heeft aangepakt, tweederde spreekt van een ramp. Niet dat de Europese leiders populairder worden: 45 procent kent Ursula von der Leyen niet, 77 procent fronst bij Charles Michel. Dan nog: 43 procent vindt dat de EU het stukken beter doet. De afgrond wenkt.