Er zit iets goed fout in de ambtelijke top.
In de afgelopen periode zijn er diverse voorbeelden naar voren gekomen die erop wijzen dat er iets goed mis zit in de ambtelijke top. Meest recente voorbeeld is toch wel de ‘concept’-coronawetgeving. Voor het schrijven van concept-teksten die als wet moeten worden ingevoerd en achtereenvolgens door de Tweede en Eerste Kamer geloodst moeten worden mag ik toch aannemen dat er topjuristen in dienst zijn van het ministerie. Juristen die de wet tot achter de komma kennen, en de juiste bewoordingen weten te vinden voor nieuwe wetsteksten. Hoe kan het dan gebeuren dat er wetgeving bedacht wordt die haaks staat op én in conflict is met de bestaande Grondwet? Zo ongeveer iedere rechtsstaatkundige stond de afgelopen weken op zijn/haar achterste poten bij het lezen van deze concept-wet. Is het opportunisme, is het een probeersel geweest, of tast iets of iemand de grenzen af?
Werkelijk iedereen buitelt over de tekst uiteindelijk, vaak in niet milde statements. Zelfs (!!!) Jesse Klaver geeft in de Kamer te kennen een dergelijke wet nooit te zullen ondersteunen. Er is kennelijk geen ambtelijk mechanisme dat in werking treedt om dergelijke flagrante schendingen van de Grondwet intern te corrigeren alvorens deze naar buiten komen. De betreffende ambtenaren komen ermee weg
Tweede voorbeeld? De klimaatwet. Het onderdeel ‘van het gas af’ is geen klimaatmaatregel maar een anti-aardbevingsmaatregel. Desondanks zijn de maatregelen opgenomen in de klimaatwet (…) In de klimaatwet is opgenomen dat het intredingsrecht gebruikt mag worden om iemand definitief ‘van het gas’ te halen (pagina 34/35). Dat is een grove schending van het in de wet verankerde ‘huisrecht’ (artikel 12 Grondwet). Opa van 80 gaat écht niet van het gas af door nog in zijn laatste levensfase de erfenis voor zijn kinderen er doorheen te jagen, of nog erger, een nieuwe lening voor 30 jaar tot misschien wel € 60.000 aan te gaan enkel en alleen omdat een gemeenteambtenaar vindt dat hij van het gas af moet. Juridisch heeft hij echter geen poot om op te staan, want de gemeentelijke ambtenaar voert de wet uit. De flagrante schending van artikel 12 door de ambtelijke bedenkers van het klimaatplan vindt nauwelijks ergens weerklank. Kennen ‘onze’ ambtenaren de wet niet, of interesseert het hen niet als burgers daarvan het slachtoffer worden?
Derde voorbeeld? De Belastingdienst en de toeslagenaffaire. Hoe is het mogelijk dat werkelijk niemand intern ingrijpt als duidelijk wordt dat er sprake is van grof ambtelijk machtsmisbruik? Mensen die in de vernieling worden gebracht en ambtelijk Nederland kijkt toe, nee, de top probeert het zelfs met man en macht vooral toe te dekken. Kamer en journalisten worden aantoonbaar tegengewerkt. Kennelijk heerst er een cultuur dat het allemaal wel normaal is, of heerst er een angstcultuur en is iedere vorm van (intern) protest het eigen doodvonnis?
Kan dit allemaal maar? Neen! Er is een Ambtenarenwet waarin een dergelijk handelen verboden wordt. De integriteit van de ambtenaar en het ambtenarenapparaat mag nimmer ter discussie staan. Bovenstaande voorbeelden tonen echter aan dat deze wet niet nageleefd wordt.
In een zeer interessante nadere toelichting op de Ambtenarenwet is het volgende bepaald:
De burger mag verwachten dat de overheid zijn taak in overeenstemming met de rechtsstatelijke en democratische kaders en op een eerlijke en onbevooroordeelde wijze vervult.
Onder hoofdstuk 3.4.2 gaat men nog verder:
Artikel 3.3. Awb bepaalt dat het bestuursorgaan de bevoegdheid tot het nemen van een besluit niet voor een ander doel gebruikt dan waarvoor die bevoegdheid is verleend. Het verbod dat wordt gerekend tot de algemene beginselen van behoorlijk bestuur kan worden beschouwd als een van de pijlers van onze rechtsstaat. Het beschermt tegen willekeur.
Het wordt hoog tijd dat het ambtenarenapparaat in Nederland eens kritisch onder de loep wordt genomen en de betreffende ambtenaren vervolgd worden. Integriteitsbewustzijn of integriteitsbesef wordt beschouwd als een kerncompetentie waarover iedere overheidswerknemer dient te beschikken.