Twee weken geleden veroorzaakten ze recordfiles, de Nederlandse boeren die massaal naar Den Haag trokken om hun ongenoegen te uiten. Ook deze week zijn er verspreid over Nederland acties, met wat vandaag het hoogtepunt moet worden: een bezetting van het Binnenhof, het politieke hart van Nederland. Waarom zijn de Nederlandse boeren zo kwaad? “Het gaat om respect.”
De boeren en hun stikstof
“Nee, het zijn niet de boeren met hun trekkers die Nederland besturen. Al zou je bijna denken van wel, de laatste dagen.” Aan het woord is een opiniemaker op de Nederlandse NPO Radio 1 gisterenmiddag.
Aanleiding voor de uitspraak is het provinciaal boerenprotest van de voorbije dagen. Leeuwarden, Groningen, Maastricht, Arnhem, Assen: een voor een kregen de provinciehoofdsteden van de landelijke provincies honderden tractoren in de binnenstad, om bij de provinciehoofdsteden duidelijk te gaan maken waar het om draait: met de landbouwers ga je niet sollen. En de provinciehuizen deden grote toegevingen: de beruchte “stikstofwetten” gaan voorlopig op de schop.
Volgens berekeningen van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (kortweg RIVM) zijn de Nederlandse landbouwers verantwoordelijk voor 46 procent van de stikstofuitstoot in Nederland. Vooral de veehouders met hun grote hoeveelheden ammoniak zijn volgens het RIVM het grote probleem. Daarop kwam de beruchte stikstofwet tot stand: landbouwers die niet hun volledige hoeveelheid rechten opgebruiken, zouden die kwijtraken. Met andere woorden: wie 1.500 koeien mag houden, maar er nu maar 600 heeft, zou het in de toekomst op die 600 moeten houden. “Broodroof”, vonden de boeren. Het lijkt erop dat ze hun slag nu thuishalen: de verschillende provinciehuizen zullen de wet “op zijn minst voorlopig niet toepassen”.
En het is niet de enige toegift en belofte die de boeren kregen. Tijdens de protesten twee weken geleden beloofde minister van Landbouw Carola Schouten van de ChristenUnie nog dat er zolang zij minister van Landbouw is “geen halvering van de veestapel komt”. Dat was nochtans een suggestie aan het kabinet om het stikstofprobleem aan te pakken. Een suggestie waar ook coalitiepartner D66 oren naar heeft. Boerendochter Schouten deed verregaande beloftes, met de bedoeling de landbouwers te paaien.
Je zou dus kunnen zeggen dat de boeren vlot veel binnengehaald hebben de voorbije weken. Des te verwonderlijker is het aanhoudende protest.
Nederland 1 en 2
De woede van de landbouwers zit veel dieper dan in een stikstofwet onder of boven. Volgens de landbouwers worden ze veel te weinig gerespecteerd. Centraal daarbij is het idee dat de landbouwers Nederland van voedsel voorzien en dat ze daar in deze tijden vooral kritiek mee oogsten.
Kritiek, in de eerste plaats van mensen die ver van de landbouw afstaan: de stedelingen in de Randstad. Zij die zich “moreel superieur voelen in het midden van Nederland en neerkijken op de rest”.
Meer en meer vormen de twee delen elk een “Nederland op zich”, met steeds minder begrip voor elkaar.
Nederland 1: de stedelingen
De Randstad is het dichte stedelijke netwerk, verspreid over de provincies Zuid-Holland, Noord-Holland en Utrecht, met Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht als belangrijkste steden. Er wonen zo’n 7 miljoen van de in het totaal 17 miljoen Nederlanders in het gebied.
De Randstad, dat is het gebied waar de economische kern van Nederland ligt. Het is het gebied van de goedbetaalde jobs voor een steeds hoger opgeleide bevolking in de steeds minder betaalbare hippe steden als Amsterdam of Utrecht. Het is het gebied van de ambtenaren en politici in het chique Den Haag en de industrie in het multiculturele Rotterdam. Het is de regio van de duizenden studenten in steden als Leiden.
Het is de regio waar je overal altijd de trein opspringt, waar de snelwegen breder en netter zijn met een snelheidslimiet van 100 km/u, waar je goedbeschermd meters onder de zeespiegel kan wonen. Het is gebied waar de roetveegpieten over een paar weken het straatbeeld uitmaken, klimaatmarsen door weer en wind trekken en de beroemde Nederlandse debatcultuur er gewoon bij hoort. Het is de regio waar volgens premier Mark Rutte vorige jaar tijdens een interview “de witte wijn nippende Amsterdamse elite” woont. Een geintje, zei hij achteraf. Maar Rutte geint zelden zomaar.
Het is de regio waar bepaalde politieke partijen zich in het bijzonder thuisvoelen en massaal stemmen binnenhalen: de ecologisten van Groen-Links, de links-liberalen van D66 en de rechts-populisten in maatpak van Forum voor Democratie. Het zijn de Nederlanders die zichzelf vaak in talkshows terugzien, wier opinies al iets vaker in nationale kwaliteitskranten terug te vinden zijn.
Nederland 2: de landbouwers
Daartegenover staat het andere Nederland: het platteland, de verdergelegen regio’s: grote delen van Friesland, Groningen, Gelderland, Overijsel, Drenthe, Zeeland. Grosso modo: de eindeloze uitgestrektheid aan de randen van Nederland.
Het is in die gebieden dat de landbouwers, nog zo’n 250.000 in Nederland, voornamelijk wonen. Het is de regio van de grote stallen, de weiden, de alleenstaande boerderijen naast de sloot. De dorpen met de kerken – voor elk type christendom één apart – in het midden.
Het is het Nederland waar je treinen van privémaatschappijen kan nemen omdat de NS er al wegtrok, waar je op de smalle snelwegen 130 km/u kan rijden, waar je het best een auto kunt hebben. Het is het Nederland waar je wel nog “echte zwarte pieten” kan zien en waar ze zich vaak afvragen “waar ze in de Randstad toch allemaal mee bezig zijn”. Het Nederland, ook, waar de regionale kranten in de bus liggen en waar – in de Bijbelbelt – op zondag de winkels dicht zijn. Het is het Nederland waar niet elk woord gezegd hoeft te worden.
Het is de regio waar de christelijke partijen zoals CDA en in de Bijbelbelt ChristenUnie en de rechts-conservatieve SGP het goed doen. Het gebied waar de radicale SP op links nog kan bekoren. De regio waar je op de meeste rechtse kant voor Wilders en zijn PVV gaat.
Wederzijds onbegrip
De Nederlandse krant NRC Handelsblad werd de voorbije weken lid van een aantal Facebookgroepen van boze boeren. Groepen waar het protest voorbereid wordt. Uit een analyse van wat daar leeft, wordt het vrij duidelijk dat het om meer gaat dan de stikstofregeltjes.
Een van de populaire memes in die Facebookgroepen is een prentje waarop de helft van de Randstad onder water staat: “De oplossing voor de klimaat-, CO2-, stikstof- en zwartepietendiscussie” is de bijbehorende tekst. Samen met het verdwijnen van de Randstad en zijn bewoners zouden dus ook de zorgen van de boeren verdwijnen. Het zijn de Randstedelingen en hun ’thema’s’ die de landbouwer tot boeman gemaakt hebben, is de achterliggende boodschap. Zo circuleren er ook memes over Greta Thunberg die “CO2 kan zien” of Congolese kinderen die kobalt moeten ontginnen voor “papa’s elektrische auto”.
En de politiek? Die reageert zoals je zou verwachten. Twee tweets de ochtend van 1 oktober, tijdens de eerste grote actiedag. Groen-Links-voorman Jesse Klaver: “Ik snap de boosheid van de boeren, maar het systeem van de bio-industrie is failliet. We moeten toe naar minder dieren in Nederland. Dat is geen leuke boodschap, maar wel de waarheid.” Gert-Jan Segers, de leider van ChristenUnie: “Zo begrijpelijk! Onze boeren zorgen iedere dag voor ons voedsel en verdienen niet onze stank maar onze dank! Wij zetten ons als ChristenUnie daarom iedere dag in voor een betere toekomst van onze ongeëvenaarde landbouw. En straks staan we naast de boeren.”
Beide heren hadden een duidelijke boodschap, een die klopte voor hun publiek, voor hun stukje Nederland. Een waar ze allebei niet slechter van worden. Het is de botsing tussen “landbouwers, allemaal goed en wel, maar de stikstof…” en “stikstof, allemaal goed en wel, maar de landbouwers…”.
Het is Nederland 1 en Nederland 2. Waarbij de ene kant “schoon genoeg heeft van de andere”, om het op zijn Nederlands te zeggen.