Zolang de politiek bestaat, is desinformatie en nepnieuws altijd een van haar favoriete instrumenten geweest – of het nu gaat om staatspropaganda of om pogingen om inlichtingendiensten in binnen- en buitenland te beïnvloeden. Maar tot nu toe waren desinformatie en misleidende toespraken het voorrecht van de heersende elite,
Nepnieuws De opkomst van digitale platforms heeft de situatie veranderd, te snel voor de samenleving, de wetgeving en zelfs de politici om bij te houden. Tegenwoordig hebben politieke minderheidsactoren en -groepen (en vaak kwaadwillige) toegang tot enorme verspreidingsmiddelen, die ze kunnen gebruiken om allerlei soorten haat te desinformeren en aan te wakkeren.
Plausibele elementen suggereren dat de opkomst van neo-nationalisten in de Verenigde Staten en Europa verband houdt met dit nieuwe fenomeen.
Om te begrijpen hoe deze desinformatiemachine werkt, wie hem controleert, wie hem gebruikt en hoe autoriteiten en bedrijven zich eraan aanpassen, interviewden Investigate Europe-journalisten meer dan honderd experts, wetenschappers, politici en socialemediamedewerkers. Hun conclusies? Europa is niet voldoende bewapend om de ‘fake news’-machine te stoppen.
Uit dit onderzoek blijkt:
- de methoden die nieuw populistisch rechts gebruikt om nepnieuws te verspreiden
- dat de marketingtrucs die door sociale-mediaplatforms worden gebruikt een bijzonder vruchtbare voedingsbodem creëren voor dit nieuwe populistische rechts
- dat het orgaan dat speciaal door de Europese Unie is opgericht om desinformatie te bestrijden, worstelt om zijn legitimiteit en competentie aan te tonen
- dat de regeringen van de lidstaten en de Commissie hun controlemacht zullen overdragen aan bedrijven (met name Google, Facebook en Twitter) terwijl deze laatste toch geld zullen verdienen aan verkiezingscampagnes (dankzij politieke advertenties)
- dat de normen met betrekking tot de transparantie van verkiezingsadvertenties op internet – in de landen waar deze zijn toegestaan – niet voldoende zijn en vooral nog niet volledig worden toegepast.
In de aanloop naar de Europese verkiezingen domineren extreemrechtse partijen het online debat
In vijf Europese landen werden extreemrechtse partijen over het algemeen het meest genoemd in publieke commentaren online, in een periode van vijf maanden voorafgaand aan de Europese verkiezingen in mei 2019. Dit blijkt uit een onderzoek uitgevoerd door Alto-Analytics, een Spaans bedrijf die tussen 15 december 2018 en 20 januari 2019 bijna 48 miljoen berichten analyseerde die in Europa op internet waren gepubliceerd.
Lees het hele onderzoek van Leïla Miñano
EU-experts staan onder druk om de regelgeving inzake nepnieuws te versoepelen, zeggen interne bronnen
Dit artikel in het Engels door Nico Schmidt en Daphné Dupont-Nivet werd oorspronkelijk gepubliceerd door OpenDemocracy. Het is hier weergegeven onder de Creative Commons-licentie en laat zien hoe Google en Facebook EU-experts onder druk hebben gezet om de EU-richtlijnen inzake online desinformatie en nepnieuws te versoepelen.
Op sociale netwerken zijn het de extreemrechtse groeperingen die het hardst schreeuwen
Lees hier een voorrapport in het Engels door Nico Schmidt, gepubliceerd in Tagesspiegel vóór de publicatie van ons hoofdonderzoek, en vertaald uit het Duits voor doeleinden van deze site. Vind ook links naar partnermedia die onze artikelen in het Duits, Nederlands en Portugees hebben gepubliceerd.