Media Desinformatie , door AI gegenereerde inhoud en nepnieuws vormen een ernstige bedreiging voor onze democratische processen . Nu de helft van de wereldbevolking deelneemt aan meer dan 80 nationale verkiezingen in 2024 – inclusief de Europese verkiezingen in juni – zijn onafhankelijke en betrouwbare mediakanalen belangrijker dan ooit, en er worden belangrijke stappen gezet om deze te beschermen.
In december 2023 bereikte het Europees Parlement een akkoord over de voorgestelde European Media Freedom Act (EMFA). Deze wet heeft tot doel de nationale wetgeving van de EU-leden op het gebied van redactionele vrijheid, pluralisme en onafhankelijkheid van de media te harmoniseren. Het werd aangenomen als reactie op de digitale transformatie van de mediasector in de afgelopen decennia.
Het voorstel werd met een grote meerderheid (448 stemmen voor, 102 tegen en 75 onthoudingen) goedgekeurd, nadat het in april 2021 was aangekondigd door commissaris Thierry Breton. Het maakt deel uit van een raamwerk om mediabedrijven duurzaam te maken, terwijl het ook de democratische participatie bevordert, desinformatie bestrijdt en de vrijheid, onafhankelijkheid en pluralisme van de het nieuws stimuleert.
Er bestaat in de hele EU bezorgdheid over het wantrouwen dat voortkomt uit politieke vooroordelen in de media, evenals over een gebrek aan transparantie op het gebied van media-eigendom en de toewijzing van staatsreclame. De EMFA heeft tot doel politieke inmenging in redactionele beslissingen in zowel publieke als private media te bestrijden en journalisten en hun bronnen te beschermen.
Waar haalt Europa zijn nieuws?
Volgens het Digital News Report 2022 is de kans groter dat Noord-Europeanen de pers beschouwen als vrij van buitensporige politieke inmenging dan hun buren in het zuiden en oosten. Finland en Nederland hebben het hoogste vertrouwen in de onafhankelijkheid van het nieuws, respectievelijk 50% en 46%. Deze mening wordt daarentegen slechts gedeeld door een kleine minderheid in Griekenland (7%), Spanje en Italië (13%), en Hongarije en Bulgarije (15%).
Uit een Eurobarometer-enquête uit juli 2022 bleek dat televisie de belangrijkste nieuwsbron was voor 75% van de EU-burgers, vooral onder de oudere generaties. Daarentegen gebruikt 43% online nieuwsplatforms, 39% de radio, 26% sociale media en blogs. Gedrukte media kwamen als laatste binnen: slechts 21% vertrouwt er regelmatig op.
Hoewel traditionele nieuwsbronnen nog steeds relevant zijn, kreeg 88% van de ondervraagden hun nieuws via smartphones of computers. Tegenwoordig is betalen voor nieuws de uitzondering: van degenen die online toegang kregen tot nieuws, deed 70% dat gratis.
In de recentere European Media Industry Outlook , gepubliceerd door de Europese Commissie in mei 2023, wordt opgemerkt dat consumenten eraan gewend zijn geraakt niet voor nieuws te betalen als gevolg van online bedrijfsmodellen. Mediakanalen moeten daarom voortdurend experimenteren en innoveren, en steunen op sterke punten zoals merkentrouw en het vertrouwen van hun publiek.
Het waarborgen van de vrijheid van inmenging
Volgens de nieuwe regels zijn de EU-lidstaten verplicht de redactionele vrijheid van de media te respecteren. De pers moet op haar beurt zorgen voor totale transparantie in wat zij publiceren, wat ook tot uiting moet komen in hun online aanwezigheid en andere gemakkelijk toegankelijke inhoud.
De EMFA beschermt nieuwsmedia, journalisten en huishoudens tegen spywareprogramma’s, op enkele uitzonderingen na. Bovendien kunnen journalisten niet worden vervolgd voor het beschermen van de vertrouwelijkheid van hun bronnen. Dit detail is in de nieuwe wet opgenomen omdat de regelgeving momenteel per EU-lidstaat verschilt.
De wet versterkt ook de bescherming van publieke nieuwskanalen, aangezien deze een sleutelrol spelen bij het informeren van het publiek. De nabijheid van de publieke media tot nationale politieke instellingen kan hen echter meer openstellen voor politieke inmenging. De EMFA omvat daarom ook maatregelen om de publieke media te reguleren, inclusief transparante selectieprocessen voor haar directeuren, en maatregelen om ervoor te zorgen dat zij alleen onder bepaalde omstandigheden kunnen worden ontslagen of aftreden.
Over deze kwestie was de vicevoorzitter van de EU voor Waarden en Transparantie, Věra Jourová, ondubbelzinnig : “geen enkele publieke media mag in een propagandakanaal worden veranderd.”
De lidstaten zijn ook verplicht stappen te ondernemen om concentraties van particulier media-eigendom te beoordelen, aangezien dit het pluralisme van de niwuws kan aantasten.
Een ander belangrijk aspect is de verplichting voor overheden op alle niveaus (nationaal, regionaal en lokaal) om jaarverslagen te publiceren over de verdeling van publieke media-investeringen. Aanbieders van doelgroepgegevens moeten op hun beurt gedetailleerde informatie verstrekken over de methoden die zij gebruiken.
De EMFA herinnert grote digitale platforms eraan dat zij aanzienlijke invloed uitoefenen op deze sector als geheel. Onlineplatforms met meer dan 45 miljoen gebruikers (een vrijwel expliciete verwijzing naar de “Big Five” technologiebedrijven) die willen stoppen met het publiceren van Nieuws-inhoud moeten mediabedrijven vooraf informeren en hun klachten met prioriteit behandelen.
Dergelijke grote bedrijven moeten via jaarverslagen aantonen dat zij aan deze verplichting voldoen.
Het herwinnen van het vertrouwen van het publiek
Zelfs met zijn beperkingen kan het EMFA een belangrijke rol spelen bij het creëren van een klimaat van vertrouwen. Het kan helpen de journalistiek levensvatbaarder te maken, gezonde concurrentie aan te moedigen en de kans op misbruik door zowel EU-regeringen als grote technologieplatforms te beperken.
Hoewel het wettelijke kader dat daarin wordt gecreëerd hard nodig is, gaat het niet ver genoeg. Nieuwsbedrijven moeten creatief en innovatief blijven om relevant te blijven voor een steeds sceptischer publiek, dat nieuws niet op dezelfde manier consumeert als voorgaande generaties.
Tegenwoordig weten we dat alleen een gezamenlijke inspanning om het vertrouwen en de loyaliteit van het publiek te herwinnen mediabedrijven een toename van het aantal betaalde abonnees zal opleveren. Deze consumenten zijn degenen die de maatschappelijke last op zich nemen van het in stand houden van de media, hoewel er pas na aanzienlijke aarzeling een consensus over dit punt onder de nieuwsbedrijven is ontstaan.