Ministers hebben zich in de ministerraad verschillende keren kritisch uitgelaten over Kamerleden die meer informatie wilden over de toeslagenaffaire, vooral uit als het parlementariërs uit coalitiefracties waren. Dat blijkt uit een eerste lezing van tientallen pagina’s notulen die het kabinet maandagavond naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.
Zo is minister Koolmees van Sociale Zaken (D66) ontstemd over CDA’er Pieter Omtzigt en VVD-Kamerlid Helma Lodders. Die zouden een “gezamenlijke strijd” met de SP voeren tegen toenmalig staatssecretaris Snel, een partijgenoot van Koolmees. De rol van de twee coalitiefracties is wat Koolmees betreft “weinig behulpzaam” bij het oplossen van de problemen.
Uit berichtgeving van RTL Nieuws was vorige week al duidelijk geworden dat CDA-minister Hoekstra zijn partijgenoot Omtzigt had geprobeerd te ‘sensibiliseren’, tot rede te brengen. Uit de vrijgegeven notulen blijkt dat Hoekstra zich ook ergerde aan de suggestie van Omtzigt dat ambtenaren van zijn ministerie van Financiën incompetent waren. Het ‘sensibiliseren’ liep op niets uit.
VVD-minister Van Nieuwenhuizen zegt op 12 juli 2019 dat het “in geen geval acceptabel is dat coalitiefracties een scherper standpunt innemen dan oppositiefracties”. Premier Rutte is dat met haar eens.
In diezelfde vergadering neemt D66-minister Kaag het juist op voor de kritische Kamerleden van de coalitiepartijen. Ze noemt het “een gezond teken” dat er fel wordt gedebatteerd. Maar dat moet dan wel binnen “werkbare kaders” gebeuren en daar moet het kabinet wat haar betreft afspraken over maken met de fractievoorzitters van de coalitiepartijen.
Maar het algemene beeld is dat veel ministers zich ergeren aan de voortdurende stroom van vragen uit de Tweede Kamer. Daardoor komt staatssecretaris Snel niet toe aan het daadwerkelijk oplossen van de problemen bij de Belastingdienst, zo is de redenering.
Zeer gevoelig
De publicatie van de notulen werd vrijdag toegezegd door het kabinet na berichtgeving door RTL Nieuws, dat in een reconstructie op basis van bronnen onder meer meldde dat het kabinet bewust informatie over de toeslagenaffaire heeft achtergehouden voor de Tweede Kamer.
Dat ligt zeer gevoelig, niet alleen omdat de toeslagenaffaire een delicaat onderwerp is waar dit kabinet al over is gevallen. Onlangs leidden opmerkingen van VVD-leider Rutte over Omtzigt in de formatie tot een motie van afkeuring in de Tweede Kamer. Juist vertrouwen en de wens voor “een nieuwe bestuursstijl” staan in de formatie bovendien centraal.
Uit de notulen blijkt dat er in het kabinet voortdurend discussie was over wat er wel of niet gedeeld moest worden met de Tweede Kamer. Conceptstukken en ambtelijke notities moeten geheim blijven, vinden verschillende ministers. Die vallen volgens hen niet onder de informatieplicht die het kabinet aan de Kamer heeft.
Dat gold ook voor het volledig feitenrelaas dat de Kamer wilde hebben op initiatief van Omtzigt. Staatssecretaris Snel weigert dat te geven, omdat het “verstrekkende gevolgen” zou hebben voor andere dossiers. Minister Grapperhaus uit nog wel zijn zorgen over het niet verstrekken van het feitenrelaas, maar uiteindelijk krijgt Snel steun voor zijn opstelling van de ministerraad.
Dat de notulen van de ministerraad worden gepubliceerd is hoogst uitzonderlijk. Deze stukken blijven normaal gesproken 25 jaar geheim, al kunnen wetenschappers ze soms al na ongeveer 20 jaar gebruiken voor onderzoek.
Volgens premier Rutte blijft het ook bij deze ene keer. “Vertrouwelijk beraadslagen in de ministerraad is voor de bestuurbaarheid van Nederland op de lange termijn van cruciaal belang, vanwege de functie van de ministerraad binnen het gehele staatsbestel”, schrijft hij.