‘Er zullen altijd zieke en demonische geesten zijn die onschuldige mensen willen pijn doen en het kwaad willen zien winnen van het goede.’ Met die zinsnede nam die goeie ouwe Donald Trump, terug van nooit weg geweest, tijdens de jaarlijkse bijeenkomst van de wapenlobby NRA (National Rifle Association) de verdediging op van de vrije wapendracht.
In Texas, of all places, waar vorige week een 18-jarige snotneus, pas trotse bezitter van een halfautomatisch geweer, negentien kinderen en twee leerkrachten had neergemaaid.
Lieden die over HET kwaad orakelen zijn meestal religieuze fanatici, maar af en toe waagt ook een politicus er zich aan, om aan de goede kant van de geschiedenis te gaan staan, met veel media-aandacht en groot applaus. Dat lukte Trump perfect: de genodigden die enige gêne voelden om op dat moment en op die plek present te geven, bleven gewoon weg.
Het punt is helaas dat bij enig nadenken – voor zover we Donald Trump die activiteit kunnen toedichten – het ‘kwaad’ poreus wordt en men de zaken makkelijk kan omkeren. Men zou met evenveel gemak de wapenlobby, die tal van republikeinse politici sponsort, zelf als een duivels consortium kunnen betittelen. De statistieken spreken voor zich: Amerika staat met zijn 21.500 moorden per jaar -zelfmoorden niet meegerekend- aan de absolute wereldtop van landen die niet in oorlog zijn. Er zijn meer vuurwapens in omloop dan de VS inwoners heeft, de NRA boert dus goed.
Bladluizen en sproeimiddelen
Let op het laatste woord van de vorige zin, ik onthou me van enig moreel oordeel: zo’n wapenwinkelier moet ook zijn gezin voeden en zijn minnaressen onderhouden. Het kwaad betekent voor iedereen iets anders, wist de wijsgeer Arthur Schopenhauer (1788-1860) ons duidelijk te maken. Voor de tuinliefhebber zijn bladluizen kwaadaardig, voor die beesten zelf is de tuinman met zijn sproeimiddelen een genocidaire crimineel. Poetin en Zelenski zien elkaar als de incarnatie van het kwaad en zoeken wederzijds naar het best werkende sproeimiddel. Idem voor republikeinen en democraten: beiden strijden voor het goede én tegen elkaar.
Wat er ook van zij, hoe hard de NRA ook lobbyt, het zijn de politici die de wetten maken. Zijn zij de boosdoeners? Dat zou wel eens kunnen. Maar het zijn de kiezers die hen de meerderheid geven. Is het volk zelf kwaadaardig? Het systeem? De politie die de schutter een uur liet begaan alvorens binnen te vallen? De duivel achter dit alles? Het zou me benieuwen hoeveel van die ouders van neergeschoten kinderen voor de republikeinen stemmen, de ferventste verdedigers van de vrije wapendracht. Weten ze niet wat goed is voor hen, of blijven ze hopen dat meer wapens de samenleving veiliger zal maken?
Delicater nog is de stelling van sommige randfilosofen dat elke dode mens een goede mens is, variant op de aangebrande grap die president Theodore Roosevelt in 1886 debiteerde: ‘I don’t go so far as to think that the only good Indians are the dead Indians, but I believe nine out of every 10 are’. (Ik zal niet zover gaan om te denken dat de enige goede Indianen, dode Indianen zijn, maar ik geloof wel dat het geldt voor negen op de tien.) Dat lijkt dan weer op de jagers die hun hobby verdedigen door te zeggen dat ze het wildbestand op peil houden. Zowel op rechts als op links is de mening te vinden dat er teveel mensen op deze aardkluit rond lopen, dat overbevolking hét kwaad van de wereld is. Is iemand die daar iets aan doet, die schutter in Texas bijvoorbeeld, dan een goed mens?
Hypocriete moraal en deugdenkers
Moraal definieert het goede, maar brengt geen inzicht. Alles is omkeerbaar, goed en kwaad hangen aan elkaar vast en zijn tot elkaar veroordeeld, wat wel eens de paradox van Sint-Michiel wordt genoemd: als hij de draak overwint, verliest hij zijn reden van bestaan. De Gutmensch – vandaag in zijn postmoderne versie van woke – veroordeelt het ondeugdzame, immorele, maar vergeet dat zijn leven alle zin verliest als de slechterik verdwijnt. De criticus hangt aan zijn voorwerp als de teek aan een warm lichaam. Deze symbiose bepaalt zelfs een groot deel van onze economie én politiek handelen.
Ooit prees ik de criminaliteit omdat ze de politie en het gerecht werk geeft, de prostitutie omdat ze seksueel geweld indamt, de censuur omdat ze ons slim maakt, en de mainstream media omdat ze me dagelijks inspiratie geven om een vlammend artikel te schrijven. Het ‘kwaad’, beste vrienden, als het al bestaat, bevordert onze conditie. Vijanden houden ons scherp, ze zijn onze grootste bondgenoten.
Het weze duidelijk: de natuur kent geen goed en kwaad, hooguit positief en negatief, orde en wanorde, twee volstrekt complementaire krachten. De moraal probeert de schijn op te houden en jaagt op het kwaad zoals dus de tuinder op bladluizen. Kopen, die spuitbus! Moraal is in laatste instantie vooral een intellectuele valstrik, een verkoopargument.
Wat die planeet betreft: werkelijk alle producten die ik vandaag koop, prijzen zich aan als ‘goed voor de planeet’, wat in feite een hilarisch motto is want de planeet trekt zich van al onze goede of kwade voornemens niets aan. Als de eendagsvlieg, mens genaamd, al lang verdwenen is, zal de aarde er nog zijn, tot ze door de zon – die ons vroeger lekker deed bruinen maar nu huidkanker veroorzaakt – wordt opgeslokt. Binnen een vijf miljard jaar, schat men. Sla alvast een voorraad zonnebrandcrème in.
Entropie
Mijn gevoel: we moeten deze kwestie open trekken en kosmische dimensies verkennen. Binnen 1032.000 jaar – dat is nog wel even – is het gedaan met de kosmos en de tijd an sich: de warmtedood is dan een feit, alles wordt koud en donker. Dat zullen wij niet meer meemaken, het kan ook complete nonsens zijn -volgens andere theorieën bestaat de tijd helemaal niet – maar het helpt om even aan de waan van de dag te ontsnappen.
Wist u trouwens, dat u, door een horloge te gebruiken, de wanorde in het heelal doet toenemen? Klokken verbruiken als het ware een fractie van de totale orde die er in het universum is, waardoor er elders meer wanorde optreedt. Ik verzin dit niet, onderzoekers in Wenen (waar anders) hebben verhoogde warmte rond een precisieklok vastgesteld, te wijten aan de toegenomen entropie. Orde die wanorde teweeg brengt? Dat lijkt bizar, maar we kennen allemaal de principes van de kansberekening: wanneer één persoon de onwaarschijnlijke combinatie van zeven cijfers correct raadt (orde), moeten duizenden anderen ernaast zitten (wanorde), anders gaat de loterij failliet.
U verkort dus de tijd dat het heelal nog bestaat, door hem te meten; hoe accurater, hoe sterker het effect. En wij die zo graag op tijd komen. Mensen die veel op hun uurwerk kijken, zeker van een goed merk, zijn slecht bezig. Reden waarom de dief die de gouden horloge van Bart Versluys ontvreemd heeft, onterecht wordt gebrandmerkt als de incarnatie van het kwaad.
Kijk dus uit met teveel poetsen en ordenen thuis, klasseren, structureren, u veroorzaakt elders chaos die toch weer op uw dak terecht komt. Bij uitbreiding wordt er ook orde gecreëerd én tijd gedood door lieden die symfonieën componeren, teksten schrijven, kruiswoordraadsels oplossen, theorieën over het heelal uitdenken, of gewoon grappen verzinnen. Dat is dan ook de reden waarom ik deze beschouwing niet langer maak dan nodig, namelijk om het einde van het heelal niet verder te bespoedigen. Het wordt hier nu zelfs al serieus warm. In het West-Vlaams is daar een woord voor: tetitatutè.