
Een recent Frans overheidsrapport waarschuwt dat de Moslimbroederschap een fundamentalistische agenda in heel Europa propageert. De groep gebruikt moskeeën, scholen en lobbyactiviteiten om invloed te verwerven en seculiere democratieën te verzwakken. Europese regeringen worden geconfronteerd met een bedreiging die het hele continent bestrijkt en moeten samenwerken om radicalisering, onrust en toekomstige veiligheidscrises te voorkomen.
Het Franse ministerie van Binnenlandse Zaken publiceerde onlangs een rapport waarin de Moslimbroederschap ervan wordt beschuldigd haar fundamentalistische agenda in Frankrijk en de rest van Europa te promoten.
Dit rapport, dat eind vorige maand de krantenkoppen haalde, waarschuwt dat Europese landen ernstige gevolgen kunnen ondervinden als ze niet in actie komen. Het Europees Parlement bestempelt de Moslimbroederschap als een terroristische organisatie. De Franse autoriteiten beschrijven de groep als een langdurige bedreiging voor de nationale stabiliteit en beweren dat ze ernaar streeft haar invloed in heel Europa uit te breiden. Ze stellen ook dat de Broederschap heeft geprobeerd het beleid van de Europese Unie (EU) vorm te geven door middel van uitgebreide lobbyactiviteiten.
Het rapport beschrijft een netwerk van 139 moskeeën, 280 verenigingen en 21 scholen in Frankrijk dat door de Broederschap wordt beheerd om de sharia te bevorderen. Volgens Franse functionarissen gebruikt de groep deze instellingen om ideologische controle uit te oefenen, moslimgemeenschappen te beïnvloeden en democratische vrijheden te misbruiken om haar agenda te bevorderen.
De Moslimbroederschap, meer dan 100 jaar geleden in Egypte opgericht om een staat te vestigen die geregeerd wordt door islamitische wetgeving, blijft haar ideologie verspreiden via pan-Europese organisaties. Frankrijk, bekend om zijn sterke toewijding aan het secularisme, heeft hier met spoed op gereageerd. De Franse president Emmanuel Macron heeft zijn regering opgedragen nieuwe maatregelen voor te stellen om de invloed van de Broederschap, die hij een “bedreiging voor de nationale cohesie” noemt , te bestrijden.
Een Europees probleem
Andere Europese regeringen hebben gereageerd op de Franse alarmerende geluiden. De Zweedse regering kondigde bijvoorbeeld plannen aan om een eigen onderzoek te laten uitvoeren naar wat zij ‘islamitische infiltratie’ noemt.
De reikwijdte van de Moslimbroederschap reikt verder dan Frankrijk. De autoriteiten geloven dat de Broederschap actief is in het Verenigd Koninkrijk, Zweden, Duitsland en Oostenrijk. Deze ontwikkelingen wijzen op een uitdaging die het hele continent bestrijkt en een gecoördineerde EU-respons vereist om democratie en seculiere waarden te beschermen.
De invloed van de Broederschap bedreigt niet alleen de interne stabiliteit van Europa, maar ook haar geopolitieke focus. Als de groep sterker wordt in landen rond de Middellandse Zee – zoals Egypte, Libië of Tunesië – moeten EU-leiders mogelijk hun middelen en aandacht afleiden van Oekraïne. Terwijl de EU prioriteit blijft geven aan het bestrijden van Russische agressie, zouden nieuwe veiligheidsrisico’s langs de zuidgrens een strategische herijking kunnen afdwingen.
Deze verschuiving zou ook de publieke opinie kunnen veranderen. Rechtse partijen zouden de zorgen over fundamentalistische dreigingen kunnen uitbuiten om politieke voet aan de grond te krijgen. Als de instabiliteit toeneemt in door de Broederschap beïnvloede regio’s, kunnen ook migratiepatronen veranderen. Politieke onrust en gewapende conflicten dwingen vaak meer mensen om naar Europa te vluchten, wat extra druk legt op de grenzen en asielstelsels van de EU.
Wat kan de EU doen?
EU-landen moeten gezamenlijk en krachtig reageren. Een mogelijkheid is het creëren van een ideologisch tegennarratief. Het steunen van seculiere en gematigde moslimbewegingen kan de aantrekkingskracht van de Broederschap verminderen, vooral onder jongeren die een groter risico lopen op radicalisering.
Europese regeringen kunnen ook investeren in het maatschappelijk middenveld. Financiering van media, grassroots-organisaties en lokale gemeenschapsprogramma’s zal bijdragen aan de versterking van democratische waarden, vrijheid van meningsuiting en vreedzame politieke betrokkenheid. Deze inspanningen moeten zowel binnen Europa als in landen waar de Broederschap regeert, plaatsvinden.
Tegelijkertijd moet het buitenlands beleid van de EU regeringen in de regio van het Midden-Oosten en Noord-Afrika (MENA) ondersteunen die radicalisering willen bestrijden. Europese leiders zouden programma’s moeten financieren die de integratie van jongeren bevorderen, de toegang tot onderwijs uitbreiden en banen creëren. Deze programma’s bieden langetermijnoplossingen voor de kwetsbaarheden die fundamentalistische groeperingen uitbuiten.
EU-functionarissen zouden ook diplomatie moeten gebruiken om regionale partnerschappen op te bouwen. Door samen te werken met de regeringen in het Midden-Oosten en Noord-Afrika kan de EU de reikwijdte van de Broederschap beperken en het risico op radicalisering in Europa verkleinen.