We zaten onderhand wanhopig te wachten op de eerste wee toen het nieuws over Sywert voor enige verstrooiing zorgde. Goed nieuws, want ik zie deze wijsneus graag vallen. De Volkskrant onthulde dat Sywert van Lienden niet de barmhartige Samaritaan is die ‘om niet’ handelde in mondkapjes om volk en vaderland te dienen, maar dat hij flink verdiende aan de coronacrisis.
Aan ons.
Ik legde de hand op de dikke buik naast me en zei dat ik alles goed vond, als er maar geen Sywert uitkomt. Niets nieuws onder de zon, dat vond ik ook al na zijn gevoelloze preek over de vluchtelingen in kamp Moria, toen hij mee ging schrijven aan het CDA-verkiezingsprogramma en toen hij een filmpje de wereld in stuurde over hoe hij met hogedrukreiniger zijn tuinpad schoonspoot. Sywert is de burgerlul die je niet wilt zijn, de buurman die je niet in de VvE wilt hebben: een oude zak die per ongeluk in een jong lichaam is geland en overal over meekakelt.
Op twitter wees iedereen naar een interview met Geen Stijl waarin hij zei dat hij en zijn hulptroepen het allemaal ‘om niet’ hadden gedaan en dat dit hun steentje was om bij te dragen aan de zorg.
‘Steentje’.
Niersteentje, galsteentje, steentje in onze schoen, steen aan een touw om zijn nek.
Heerlijk dat hij van de sokkel werd getrokken waar hij zelf op was geklommen, wel een naar gevoel over al die miljoenen. Sywert van Lienden multimiljonair, je kon het ook zien als de grootste heist ooit: miljoenen roven terwijl je van alle kanten op de schouders werd geslagen.
Zijn zelfbenoemd ‘ontdekker’, internetcolumnist Jan Dijkgraaf liet hem na de publicatie in De Volkskrant alvast als een baksteen vallen. Zo gaat dat in die kringen. Zo maak je vieze handjes, maar even snel zijn ze weer schoon.
Bart Nijman van Geen Stijl en prins Constantijn van Oranje – een mooi span – namen het voor hem op. We mochten niet te snel over Sywert oordelen, tenminste niet op de manier waarop hij zelf over anderen placht te oordelen. We moesten maar even afwachten waar Sywert nog mee zou komen.
Zelf reageerde de zelfbenoemde weldoener alleen op bijzaken. Op de belangrijkste vraag of en hoeveel hij zelf aan zijn mondkapjeshandel over heeft gehouden, zweeg hij. Hij heeft alles – alles! – gedocumenteerd, het ligt allemaal klaar voor ‘het weerwoord’, ‘de verantwoording’, ‘de parlementaire enquête’ en ‘de rechtszaak’.
Ga er maar vanuit dat hij zich heeft verrijkt en nooit meer hoeft te werken, een vreselijke gedachte. En dan is er ook nog die minieme kans dat hij alles kan weerleggen, of dat hij al zijn winst aan zorginstanties of goede doelen heeft geschonken. Dan zitten we voor straf de rest van ons leven met zijn moralistische burgermansgepreek.