Studieschulden van 20.000 euro tot zelfs 40.000 euro, terwijl je niet abnormaal leeft. Sinds de invoering van het ‘sociaal leenstelsel’ worden deze bedragen steeds vaker aangetikt. Het idee? De bakker om de hoek hoeft niet voor de advocatenstudie te betalen. Een vrij logische redenering. Maar klopt die dan ook?
Begin van alle ellende
Met ingang van het collegejaar 2015/2016 begon de ellende: studenten met ouders die modaal of bovenmodaal verdienden hadden geen recht meer op een basisbeurs. In plaats daarvan werd de studie gezien als een investering in jezelf. Je werd geacht om te lenen bij DUO als je geld tekortkwam op je maandelijks budget. En lenen deden de studenten massaal: de totale studieschuld is op het moment 19,3 miljard. In 2014 was dit bedrag 60 procent lager.
Negatieve effecten
De effecten van deze significante stijging spreken, volgens het Interstedelijk Studenten Overleg, voor zich. Studenten gaan later het huis uit, trouwen later, krijgen later kinderen, schamen zich voor hun schuld, werken meer om hun schuld niet al te explosief te laten stijgen, krijgen minder makkelijk een hypotheek en ervaren meer stress; wat kan leiden tot slechtere schoolresultaten (tot zover een meritocratie) en kan zelfs in extreme gevallen een depressie veroorzaken bij studenten.
Asociaal beleid
Het is huidige stelsel is verre van sociaal, het is eerder asociaal. Het argument dat de bakker om de hoek niet voor de advocatenstudie hoeft te betalen is dan ook niet valide. Afgestudeerde studenten verdienen gemiddeld een stuk meer dan hun leeftijdsgenoten zonder hbo-/wo-diploma en betalen dus ook meer inkomstenbelasting. Veruit het grootste gedeelte daarvan gaat naar zaken waar zij geen gebruik van maken; zoals WW, een uitkering en het mogelijk maken van lage vennootschapsbelastingen voor de bakker om de hoek. Als je een groot deel inlevert is het niet vreemd om dan ook een deel terug te krijgen middels een beurs.
Even groot probleem bij middenklasse
Een ander probleem met het sociaal leenstelsel is dat je alleen een aanvullende beurs kan verkrijgen als jouw ouders minder vermogend zijn. Er wordt totaal geen rekening gehouden met het gespaarde bedrag door de ouders wat veel doorslaggevender is in de financiële situatie van een student. Genoeg ouders verdienen namelijk bovenmodaal, alleen hebben zij nog niet (genoeg) gespaard voor hun kind. Door alleen naar het bruto-inkomen te kijken worden ouders van minder vermogende kinderen onterecht voorgetrokken ten koste van middenklasse studenten die het financieel praktisch even zwaar hebben.
Schatkist overschot
Ook beloofde de Rijksoverheid dat het bedrag, wat vrijkwam door de invoering van het sociaal leenstelsel, te investeren in het onderwijs maar niets bleek minder waar. Universiteiten en hogescholen verworven slechts een klein gedeelte van het vrijgekomen bedrag. De rest werd gebruikt om de schatkist te spekken. En wat bleek? Het financiering- en begrotingsoverschot waren positief, en niet zo’n beetje ook. Het begrotingsoverschot betrof alleen in 2018 al 11 miljard (11 jaar lang een basisbeurs voor alle studenten)! De overheid gebruikte deze gelden om de staatsschuld af te lossen in een periode waarin de rente extreem laag was. Een grotere economische misstap de afgelopen 5 jaar is moeilijk te bedenken.
Mislukt project
Studenten en ouders ondervinden structureel last vast dit mislukte project. Het is tijd dat de overheid verantwoordelijk neemt voor dit matige beleid. Een meerderheid van de Nederlandse bevolking, 71 procent volgens een recente peiling van EenVandaag, staat achter een basisbeurs en zelfs een meerderheid van de Tweede Kamer is voor de herinvoering van de basisbeurs, maar door een achterhaald regeerakkoord dreigen studenten de komende jaren ook het slachtoffer te worden van quasi neoliberaal beleid.