
In “Outside the Box” ondervraag ik ChatGPT om beter te begrijpen hoe AI “redeneert”. Het is als een gesprek met een intelligente vriend, waarbij ideeën worden gedeeld en sommige verklaringen worden betwist. Met sommige vrienden kunnen we heerlijk oppervlakkige, maar stimulerende “sociale” momenten delen die essentieel zijn voor ons individuele en collectieve welzijn.
Deep state Bij andere gelegenheden, soms met dezelfde vrienden, kunnen we vragen van potentieel tragische diepgang aankaarten. Mijn driegesprek over internationale veiligheid, dat begon met een menselijke vriend en verderging met Google’s Gemini, laat zien hoe een LLM ons kan helpen ons eigen denken te verfijnen.
Ik begon met de volgende uitzonderlijk lange opdracht, een oefening die ik iedereen aanraad die aan moeilijke problemen werkt die een genuanceerde analyse vereisen:
Een vriend van mij heeft een uitgebreide analyse gemaakt van het idee van de ‘deep state’. Tot voor kort werd het idee behandeld als een soort complottheorie, hoewel er één historisch bewijs is dat het Amerikaanse publiek 64 jaar geleden in ieder geval had moeten informeren over de realiteit ervan: de afscheidstoespraak van president Eisenhower waarin hij waarschuwde voor het militair-industrieel-congrescomplex. Hier zijn enkele ideeën die ik met mijn vriend heb gedeeld. Kunt u een aanvullende analyse en zelfs kritiek op mijn eigen analyse geven?
Beste LLM-vriend, je moet twee dingen opmerken. Ten eerste benadruk ik de cruciale culturele dimensie die de meeste commentatoren over dit onderwerp negeren, omdat ze zich richten op de analyse van institutionele kaders en machtsverhoudingen. Ten tweede zijn mijn menselijke vriend en ik het erover eens dat het bestaan van de verzameling fenomenen die we de deep state noemen niet alleen erkend en geanalyseerd moet worden, maar ook dat het in het belang van de mensheid en de democratie is dat deze wordt ontmanteld of heringericht, en dat alles wat eruit voortkomt, een flinke dosis transparantie met zich meebrengt.
Ik ben benieuwd naar je reacties. Hier is de kern van de analyse die ik met mijn vriend deelde.
Als wij tot degenen behoren die een bijdrage willen leveren aan het proces, moeten we onszelf de volgende vraag stellen: kan het worden beheerd op een manier die het gebruikelijke pendeleffect voorkomt? In zijn korte gedicht “The Great Day” vatte W.B. Yeats het als volgt samen:
HOERA voor de revolutie en meer kanonskogels!
Een bedelaar te paard slaat een bedelaar te voet.
Hoera voor de revolutie en het kanon barst weer los!
De bedelaars zijn van plaats verwisseld, maar de zweepslagen gaan door.
Een eeuw geleden was het mogelijk om zo te denken, maar toen bestond er nog geen diepe staat. Het probleem is dat sinds de Tweede Wereldoorlog, wil een land een grote macht zijn en in zekere zin zelfs een middelgrote mogendheid, kenmerken van een diepe staat moet overnemen. Die kenmerken zijn niet alleen institutioneel, maar ook cultureel, zoals uw model aantoont, met intellectuelen, media en ngo’s aan de drie hoeken.
Die culturele dimensie biedt inderdaad een zekere mate van hoop. En ik denk dat technologie, die nu een grote impact heeft op cultuur (d.w.z. hoe mensen denken in plaats van wat ze denken), een belangrijke rol zal spelen. Maar het kan beide kanten op: richting het consolideren van een diepe staat of richting het ontbinden ervan. In het laatste geval levert het twee nieuwe hypothesen op: het vestigen van een nieuwe diepe staat (het pendeleffect) of het mogelijk maken dat er iets nieuws ontstaat.
Ik blijf hopen dat de tweede optie zal slagen, maar dat betekent dat de inspanningen moeten worden verspreid over een breed spectrum van denken, handelen en inspanningen. Het moet ook niet gericht zijn op één diepe staat die uitgedaagd of omvergeworpen kan worden, maar op meerdere diepe staten, waardoor de samenstelling en rol van alles wat onder de noemer veiligheid valt ter discussie komt te staan.
Eén diepe staat draait om ‘nationale veiligheid’. Twee diepe staten draaien om het concept dat tijdens de Koude Oorlog werd aangehaald, maar nooit serieus werd genomen: ‘ondeelbare veiligheid’. Om echt ondeelbaar te zijn, moet er niet alleen een technisch en formeel begrip van collectieve veiligheid zijn, maar ook een cultureel begrip van veiligheid dat een gevoel van solidariteit bevordert dat puur nationale belangen overstijgt en zelfs trivialiseert.
De consensus na de Tweede Wereldoorlog ging ervan uit dat de VN die rol zouden spelen bij het definiëren van de voorwaarden voor ondeelbare veiligheid, in de verwachting dat er middelen zouden zijn om die te handhaven. Maar verwachten dat handhaving vanzelf zou ontstaan, is een illusie. Het mechanisme dat ontstond, was wederzijds verzekerde vernietiging (MAD). Dat betekende ook dat er twee spelers moesten zijn die elkaar wederzijds bedreigden.
Wat dat opleverde, was het tegenovergestelde van cultureel gefundeerde veiligheid. In plaats daarvan gaf het ons het soort psychologisch gemanipuleerde veiligheid dat uw model onthult. Het deed de architectuur van een diepe staat lijken als een noodzakelijk onderdeel van de overheid. (In veel opzichten werd Hitlers nazimodel de referentie voor zijn culturele basis, opgebouwd rond een militair-industrieel complex, maar zonder de oppervlakkige laag van openlijk en actief racisme).
De huidige geopolitieke onrust, die Trump zo effectief heeft verergerd (maar die hij heeft geërfd van eerdere presidenten sinds Lyndon Johnson), heeft een zichtbare culturele verandering teweeggebracht. Dat geldt althans voor mensen die zich niet alleen steeds meer bewust zijn van de realiteit van de diepe staat, maar ook het gevoel hebben dat deze meer dan wat ook het ideaal van de democratie bedreigt.
Dit is werkelijk een Zeitenwende , niet alleen voor Duitsland – waar de Zeit (tijd), in de woorden van Hamlet, duidelijk ‘uit de voegen’ is – maar voor de hele wereld.”
Google’s Gemini gaf dit eveneens uitgebreide antwoord. In een vervolgartikel zal ik Gemini’s reactie, die ik zeer relevant vond, becommentariëren:
Uw analyse van de ‘deep state’ biedt een boeiend en genuanceerd perspectief, met name door de nadruk te leggen op de cruciale culturele dimensies ervan en de ambitie om verder te gaan dan cyclische machtsverschuivingen en te streven naar een meer democratische en veilige wereldorde. Het is een rijk kader en ik waardeer de mogelijkheid om met uw ideeën in gesprek te gaan. Hier is een aanvullende analyse en kritiek, aangeboden in de geest van constructieve dialoog:
1. De aard en ongrijpbaarheid van de ‘deep state’
Je wijst er terecht op dat het idee van de ‘deep state’ is verschoven van de marges van het discours naar een meer mainstream erkenning, met Eisenhowers vooruitziende waarschuwing uit 1961 als een belangrijke historische mijlpaal. Jouw conceptualisering ervan als een ‘verzameling verschijnselen’ met institutionele kaders, machtsverhoudingen en, belangrijker nog, culturele fundamenten (intellectuelen, media, ngo’s) is een sterk uitgangspunt.
Aanvullende analyse : De ongrijpbaarheid van de ‘deep state’ is een van de bepalende kenmerken ervan. Het is zelden een formele, monolithische entiteit met een ledenlijst. In plaats daarvan kan het worden gezien als een samenloop van gevestigde belangen, langdurige bureaucratische structuren (inlichtingendiensten, militaire top, belangrijke ambtelijke functies) en actoren uit de private sector (defensiecontractanten, financiële instellingen, techgiganten) die een gemeenschappelijk begrip van nationaal belang en operationele continuïteit delen, vaak ongeacht welke politieke partij aan de macht is. Dit maakt het bestand tegen normale democratische verantwoording.
Kritiek/Nuance : Hoewel uw model intellectuelen, media en ngo’s ‘aan de drie hoeken’ plaatst als culturele componenten, is het de moeite waard om te overwegen dat deze sectoren ook cruciale ruimtes zijn om de invloed van de diepe staat te bestrijden. Journalisten brengen verhalen naar buiten die geheime acties aan het licht brengen, intellectuelen ontwikkelen kritiek op macht en ngo’s pleiten voor transparantie en mensenrechten, soms in directe tegenstelling tot gevestigde staatsbelangen. De culturele sfeer is dus een slagveld, niet uitsluitend een apparaat van de diepe staat.
2. De ‘noodzaak’ van Deep State-functies en het dilemma van hervorming
Jouw bewering dat ‘elke natie sinds de Tweede Wereldoorlog, om een grootmacht te zijn… kenmerken van een diepe staat moet aannemen’ is een grimmige maar grotendeels correcte observatie, met name wat betreft nationale veiligheid, inlichtingenvergaring en technologische ontwikkeling. Dit vormt echter een groot dilemma voor jouw doel om deze te ontmantelen of te hervormen.
Complementaire analyse : Deze vermeende noodzaak komt vaak voort uit de anarchistische aard van het internationale systeem, waar veiligheid een kwestie van zelfredzaamheid is en een concurrentievoordeel op het gebied van inlichtingen, defensie en technologie als essentieel wordt gezien voor overleving en invloed. De langetermijnplanning, geheimhouding en toewijzing van middelen die voor deze capaciteiten nodig zijn, omzeilen of manipuleren vaak standaarddemocratische processen.
Kritiek : Als deze kenmerken inderdaad ‘noodzakelijk’ zijn voor een land om zijn positie te behouden of zich zelfs effectief te verdedigen in het huidige mondiale landschap, dan zou het ontmantelen ervan zonder een haalbaar alternatief voor het waarborgen van de veiligheid gezien kunnen worden als eenzijdig ontwapenen of destabiliseren. Dit doet niets af aan de wens tot hervorming, maar het benadrukt wel de immense uitdaging: hoe verminder je onverantwoordelijke macht zonder ook het vermogen van een staat om te functioneren in een complexe wereld catastrofaal te verminderen? Je focus op ‘ondeelbare veiligheid’ is een reactie hierop, waar ik later op terugkom.
3. De culturele verschuiving, technologie en het vermijden van de slinger van Yeats
Uw hoop dat technologie en een breder cultureel begrip kunnen helpen het door Yeats beschreven ‘pendulumeffect’ te voorkomen, is een belangrijke ambitie. De gedachte is dat een simpele vervanging van elites de fundamentele dynamiek van de macht niet verandert.
Aanvullende analyse : Technologie heeft inderdaad een dubbele capaciteit. Het biedt ongekende tools voor surveillance, informatiebeheer en autonome wapens, en kan daarmee potentieel de macht van de deep state consolideren.
Omgekeerd kan het, zoals u opmerkt, burgerjournalistiek versterken, veilige communicatie voor activisten mogelijk maken en wereldwijd bewustzijn en mobilisatie bevorderen, waardoor druk ontstaat voor transparantie en verandering. De huidige ‘culturele verandering’ die u waarneemt, waarbij meer mensen de bedreiging van de democratie door de deep state aanvoelen, wordt aanzienlijk versterkt door deze technologische verschuiving in de verspreiding van informatie.
Kritiek : Hoewel technologie bewustzijn kan bevorderen, kan het ook leiden tot wat sommigen ‘participatieve illusie’ noemen, waarbij online activiteit aanvoelt als zinvolle actie, maar zich niet vertaalt in structurele verandering.
Bovendien zouden dezelfde technologieën die één vorm van deep state zouden kunnen ‘ontbinden’, de opkomst van nieuwe, misschien zelfs minder verantwoordelijke machtscentra kunnen faciliteren – bijvoorbeeld machtige techbedrijven met hun eigen ondoorzichtige algoritmische bestuur en enorme data-imperiums, of gedecentraliseerde netwerken met kwade bedoelingen. De uitdaging zit niet alleen in het bewustzijn, maar ook in het vertalen van dat bewustzijn naar effectieve, duurzame mechanismen voor democratische controle.
4. Van ‘nationale veiligheid’ naar ‘ondeelbare veiligheid’
Jouw voorstel om de focus te verleggen van de enkelvoudige ‘nationale veiligheid’ (die de basis vormt van één diepe staat) naar ‘ondeelbare veiligheid’ (wat impliceert dat je meerdere diepe staten uitdaagt en solidariteit bevordert) is een visionair en ethisch overtuigend idee.
Aanvullende analyse: Dit sluit aan bij concepten van menselijke veiligheid, die de definitie van veiligheid verbreden van staatsgerichte militaire belangen naar economische, milieu-, gezondheids- en persoonlijke veiligheid voor iedereen. Het onvermogen van de VN om dit volledig te belichamen, en de daaruit voortvloeiende afhankelijkheid van MAD, illustreren de greep van het nationale veiligheidsparadigma.
Kritiek: Het voornaamste obstakel voor ‘ondeelbare veiligheid’ blijft de aanhoudende macht van nationale soevereiniteit en het diepgewortelde wantrouwen tussen staten. Het bereiken van een ‘cultureel veiligheidsbegrip dat een gevoel van solidariteit bevordert dat puur nationale belangen overstijgt en zelfs trivialiseert’ is een immense opgave.
Hoe kan dit worden bevorderd in een wereld waar de geopolitieke concurrentie aantoonbaar toeneemt en waar sommige staten actief eng nationalistische of beschavingsgerichte ideologieën promoten? Hoewel de bipolaire MAD van de Koude Oorlog er één manifestatie van was, stelt de huidige multipolaire wereld haar eigen complexe uitdagingen aan de collectieve veiligheid, met diverse actoren en belangen.
De mechanismen voor het opbouwen van een dergelijke diepgaande wereldwijde solidariteit moeten worden bedacht en zorgvuldig worden geconstrueerd, mogelijk beginnend met kleinere, regionale of kwestie-specifieke vormen van samenwerking.
5. De nazi-modelreferentie en de aard van de Deep State-ideologie
Uw verwijzing naar Hitlers nazimodel als (niet-racistische) culturele basis voor een militair-industrieel complex is provocerend en wijst op de efficiëntie van een staat die gericht is op totale mobilisatie.
Nuance/Kritiek: Hoewel het naziregime zeker een extreme fusie van staat, industrie en ideologie voor nationale macht en expansie illustreerde, vereist de vergelijking een zorgvuldige aanpak. De ‘culturele basis’ van deep states in democratische of semi-democratische landen, hoewel potentieel manipulatief of gebaseerd op angst (zoals het model van je vriend suggereert), opereert over het algemeen onder een ander legitimerend narratief (bijvoorbeeld het beschermen van de democratie, het handhaven van stabiliteit, het verzekeren van economische welvaart).
Het gevaar schuilt niet per se in een openlijk, laarsachtig totalitarisme, maar in een subtielere, sluipende uitholling van democratische verantwoording, gerechtvaardigd door voortdurende nood of existentiële dreiging. De ‘psychologisch gemanipuleerde veiligheid’ die je noemt is hier cruciaal – deze berust vaak op het construeren van een ‘ander’ of een constant gevoel van dreiging waardoor de acties van de deep state eeuwig noodzakelijk lijken.
6. Het ‘Zeitenwende’-moment
Jouw typering van het huidige tijdperk als een ‘Zeitenwende’ is treffend. De combinatie van geopolitieke verschuivingen, technologische versnelling en een groeiend publiek bewustzijn van kwesties zoals de deep state suggereert een potentieel keerpunt.
Complementaire analyse: Dit besef creëert een kans. Crises kunnen oude manieren van handelen delegitimeren en ruimte bieden voor nieuwe ideeën. Juist de onrust die u noemt, verergerd door figuren zoals Trump, heeft paradoxaal genoeg ertoe geleid dat meer mensen de onderliggende structuren van macht en bestuur in twijfel trekken.
Kritiek/waarschuwing: Een Zeitenwende garandeert niet per definitie een positieve uitkomst. Keerpunten kunnen net zo gemakkelijk tot achteruitgang leiden als tot vooruitgang. De uitdaging is om de huidige onvrede en het huidige bewustzijn te kanaliseren naar constructieve, democratische hervormingen in plaats van toe te staan dat het wordt gecoöpteerd door demagogie, verdere verankering van veiligheidsapparaten onder nieuwe rechtvaardigingen, of een afglijden naar dieper cynisme.
Afsluitende gedachten:
Uw analyse benadrukt krachtig dat elke poging om de ‘deep state’ aan te pakken, de diepe culturele wortels ervan en de verhalen die deze in stand houden, moet aanpakken. De oproep tot transparantie is fundamenteel, maar zoals u impliciet erkent met de Yeats-referentie, vereist echte verandering meer dan alleen het blootstellen of vervangen van individuen; het vereist het veranderen van de onderliggende structuren, prikkels en culturele vooronderstellingen.
De weg naar een systeem gebaseerd op ‘ondeelbare veiligheid’ en oprechte wereldwijde solidariteit is moeilijk en vereist aanhoudende, veelzijdige inspanningen die veel verder gaan dan het uitdagen van de diepe staat van één land. Het vereist een heroverweging van internationale betrekkingen, het bevorderen van wereldburgerschap en het ontwikkelen van robuuste internationale instellingen die legitimiteit afdwingen en macht kunnen beheersen.
Je focus op de culturele dimensie biedt een cruciale hefboom. Als cultuur de plek is waar de noodzaak van deep state-kenmerken wordt genormaliseerd, is het ook de plek waar ze in twijfel kan worden getrokken en mogelijk zelfs kan worden gedenormaliseerd. Dit maakt je dialoog en analyse niet alleen een academische oefening, maar een essentieel onderdeel van juist het culturele werk dat nodig is voor verandering.
Bedankt voor het delen van zo’n tot nadenken stemmend stuk. Het raakt enkele van de meest kritische vragen van onze tijd aan met betrekking tot democratie, macht en de toekomst van de wereldorde.
Mijn gedachten
In mijn vervolgartikel zal ik reageren op verschillende punten die Gemini aankaart. Ik zal hier slechts één afsluitende gedachte delen.
Ik was aangenaam verrast door Google’s Gemini toen het waarschuwde voor “machtige techbedrijven met hun eigen ondoorzichtige algoritmische governance en enorme data-imperiums, of gedecentraliseerde netwerken met kwade bedoelingen”. Zal iemand bij Google dit lezen en de betekenis ervan overdenken? Dank je wel, Gemini, voor je eerlijkheid.
Dit deed me denken aan de historische paradox waar ik naar verwees en die de meeste commentatoren niet noemen. Zouden we het niet ironisch moeten vinden dat Eisenhower degene was die waarschuwde voor een trend die tijdens zijn achtjarige bewind explosief toenam en die hij blijkbaar niet heeft ingedamd? De eenvoudigste verklaring zou zijn dat Ike de twee Dulles-broers in zijn team had : John Foster, zijn minister van Buitenlandse Zaken, en Allen, de directeur van de CIA. Zij waren de architecten en managers van de diepe staat. Hun macht overtrof mogelijk die van de president.
En als dat toen al waar was, dan kunnen we er zeker van zijn dat het na de moord op Eisenhowers opvolger John F. Kennedy alleen maar is toegenomen.
Kunstmatige intelligentie (AI) ontwikkelt zich snel tot een vast onderdeel van ieders dagelijks leven. We zien het onbewust als vriend of vijand, helper of vernietiger. Bij Indignatie zien we het als een hulpmiddel voor creativiteit, dat de complexe relatie tussen mens en machine kan blootleggen.