Verreweg de meeste pensioenfondsen hoeven volgend jaar niet te korten op hun oudedagsuitkeringen, ook niet als ze volgens de regels onvoldoende geld in kas hebben voor de toekomst. Dat maakte minister Wouter Koolmees vorige maand bekend. Koolmees hoopte met dit besluit rust te creëren aan het front. Rust die hij heel goed kan gebruiken bij het uitwerken van de pensioenhervormingen waarover hij eerder een akkoord sloot met vakbeweging en werkgevers.
Maar die hoop is deze week al de bodem ingeslagen. Want de FNV eist niet alleen dat de pensioenkorting ook in 2021 niet doorgaat, ze wil tevens dat de fondsen dan hun uitkeringen mogen verhogen. Dat laatste is al een jaar of tien niet meer gebeurd. “Pensioengat gaapt,” kopte De Telegraaf vrijdag dan ook met koeienletters boven een interview met FNV-vicevoorzitter Tuur Elzinga.
Aan de eerste eis van de vakcentrale zal het kabinet vermoedelijk wel willen voldoen. Nog geen drie maanden na het aanbreken van 2021 zijn er immers Kamerverkiezingen. Geen politicus die goed bij zijn verstand is zal dan het mes willen zetten in miljoenen pensioenen. Dat zou electoraal zo ongeveer zelfmoord zijn.
Maar de tweede eis van de FNV ligt aanzienlijk gevoeliger. Het is waar dat de meeste pensioenfondsen hun uitkeringen al een decennium niet meer hebben mogen aanpassen aan het prijspeil (indexeren) omdat ze hun financiële situatie niet op orde hadden. Maar dat zal over een jaar niet plotsklaps anders zijn. De dekkingsgraad van de meeste pensioenfondsen ligt vrijwel zeker ook in 2021 onder de 100 procent. Dat is in de nieuwe, nog in de maak zijnde pensioenregels de absolute ondergrens voor indexatie.
Tegemoetkomen aan de verlangens van de FNV kan alleen door het rentepercentage te verhogen waarmee de pensioenfondsen hun reserves moeten berekenen. En daar willen de regeringspartijen absoluut niet aan. PvdA en GroenLinks trouwens evenmin. Want de rekenrente verhogen betekent volgens deze partijen dat de pensioenfondsen straks niet genoeg geld meer hebben om de huidige jongeren uit te betalen.
De partijen (een ruime Kamermeerderheid) worden hierin gesteund door mensen die ervoor doorgeleerd hebben. President Klaas Knot van De Nederlandsche Bank bijvoorbeeld. En ex-minister van Financiën Jeroen Dijsselbloem. En tal van hoogleraren economie. Zij wijzen erop dat de rente in de markt momenteel heel laag is, dus moet dat ook gelden voor de daaraan gekoppelde rekenrente. “We kunnen het korten van de pensioenen niet blijven uitstellen,” doceerde Knot niet zo lang geleden. Laat staan dat je ze zou kunnen indexeren.
Het vervelende is dat allerlei andere mensen, die er ook voor hebben doorgeleerd, het tegendeel beweren. Volgens diverse directeuren van pensioenfondsen en andere deskundigen kan de rekenrente best omhoog. Zij wijzen op de fraaie beleggingsrendementen die de fondsen momenteel maken. Gezamenlijk hebben ze meer dan 1500 miljard in kas. Waarom moet die rekenrente dan zo laag blijven? Waarom moeten de pensioenfondsen zich arm rekenen?
Van deze discussie, die al jaren woedt, hoopte Koolmees verlost te zijn bij het uitwerken van zijn hervormingsplannen. Maar niks hoor, ze gaat gewoon door. Zelfs nog voor de besprekingen met vakbonden en werkgevers over het nieuwe pensioenstelsel goed en wel begonnen zijn, schalt de onverzettelijke taal al door de polder.
Het kabinet zou natuurlijk een commissie van deskundigen aan het werk kunnen zetten om te bestuderen of de rekenrente niet toch kan stijgen. 50PLUS (warm voorstander van een hogere rekenrente) heeft daar al diverse keren op aangedrongen. Maar het is de vraag of de twee kampen zich niet al te veel hebben ingegraven om het nog eens te kunnen worden. Zou een onderzoekscommissie tot de conclusie komen dat de rekenrente moet blijven zoals ze is, dan zullen de tegenstanders zich daar niet bij neerleggen. Mocht de commissie een verhoging van de rekenrente adviseren, dan zal het kabinet zich vermoedelijk met hand en tand verzetten.
Het beste zou zijn als de marktrente opeens fors ging stijgen. Dan zou de rekenrente dat ook doen en was de discussie meteen beëindigd. Dan zou er een weldadige vrede neerdalen in de polder. Maar de kans dat zoiets gebeurt is uiterst miniem.