Er is iets raars met het pensioendossier. De politiek schetst een loodzwart beeld mbt de toekomst van ons pensioenstelsel. De media gaan daar tamelijk algemeen in mee. Twee jaar lang verdiep ik me nu in dit dossier en dat leidt tot de conclusie dat de soep niet zo heet gegeten moet worden.
Overheid maakt zelf de problemen
We hebben een goed stelsel en het is toekomstbestendig. Het komt vooral door de gekunstelde rekenmethodiek die de overheid hanteert waardoor het lijkt alsof het pensioenstelsel op instorten staat. Steeds meer deskundigen en o.a. de vakbeweging pleiten voor “pas op de plaats” als het om de hervorming van het pensioenstelsel gaat. Niemand weet wat van hervormingen waarover de formatiepartners zich nu buigen, voor individuele burgers de gevolgen zullen zijn. Bovendien is zo’n herziening ook niet nodig, zeggen de critici van deze hervormingswoede. Bij het pleidooi om herziening gaat het kennelijk om andere belangen dan de duurzaamheid van het huidige systeem.
Bestuurders duiken weg in de pensioendiscussie
Het is vooral vreemd dat pensioenbestuurders -de belangenbehartigers van de burgers- zich niet in de discussie mengen, ondanks hun grote deskundigheid. Hoe komt dat, vraag ik me af? Het komt omdat pensioentoezichthouder De Nederlandsche Bank, pensioenbestuurders bijna naar Russsisch model in een ijzeren greep houdt. Kort door de bocht: wie niet in lijn met het overheidsbeleid handelt vliegt eruit. En veel pensioenbestuurders (een enkele uitzondering daargelaten)….zijn simpelweg carrièremakers die niet graag afstand nemen van de wereld waarvan ze deel uitmaken want daar liggen hun loopbaankansen en een dikke beloning. Pensioenbestuurders gedragen zich in deze discussie vooral als zetbaas van de overheid en handelen niet vanuit het belang van premiebetalende burgers.
Belangenverstrengeling
Onafhankelijkheid is daardoor ver te zoeken in de pensioendiscussie, ook omdat de meeste media het door politieke partijen neergezette pensioenframe tamelijk kritiekloos volgen. En dat leidt er toe dat mediagebruikers -vriendelijk gezegd- een eenzijdig beeld geschetst krijgen van de staat waarin ons pensioenstelsel zich werkelijk bevindt.
Wie behartigt het burgerbelang?
Beter zou het zijn als burgers zich wèl met de pensioenmachinaties zouden bezighouden. Het gaat om een spaarpot van meer dan 1200 miljard en dat is UW geld. Heb ik uw interesse gewekt lees dan mijn onderbouwing in deze weblog en spreek me tegen daar waar u interessante argumenten hebt…..
Dit valt op in het pensioendossier:
- De pensioendiscussie wordt niet gevoerd vanuit burgerperspectief. Burgers lijken de sluitpost: ze hebben de resultaten van politieke besluitvorming maar te accepteren, los van verwachtingen die in het verleden zijn gewekt.
- Het leidt er toe, dat mensen met een pensioen al jarenlang achterblijven in koopkracht.
- Het actuele pensioenbeleid leidt er toe dat de pensioenen al jarenlang niet zijn verhoogd.
- Overheid en politiek schetsen bij voortduring een negatief beeld van het Nederlandse pensioenstelsel: het zou niet toekomstbestendig zijn, maar dat beeld klopt niet.
- Dat negatieve frame wordt in hoge mate bepaald door het beleid van de Nederlandse overheid. Voor het pensioenstelsel zijn regels bedacht die NIET de stabiliteit brachten die door de overheid werd beloofd en een onnodig negatief beeld schetsen van de soliditeit van pensioenfondsen. De overheid is dus bezig met het bestrijden van problemen, die de overheid zelf heeft veroorzaakt.
- Volgens die overheidsregels “doen” de Nederlandse pensioenfondsen het niet zo best en laat de dekkingsgraad te wensen over. Maar kijk je naar de werkelijke rendementen van pensioenfondsen over een langere periode, dan doen de meeste pensioenfondsen het wondergoed. Er is volop geld om huidige en toekomstige verplichtingen na te komen.
- Er zijn voor verschillende pensioenfondsen berekeningen gemaakt rond de vraag wat er zou gebeuren als dat pensioenfonds vandaag zou sluiten. Dan zouden die pensioenfondsen alle huidige en toekomstige verplichtingen kunnen nakomen en aan het eind van de rit nog miljarden euro’s aan reserve overhouden.
- Er zijn geen redenen te veronderstellen dat het de komende jaren anders zou gaan. Sterker: zouden de pensioenfondsen meer vrijheid van handelen hebben, dan zouden ze het hoogstwaarschijnlijk beter doen dan nu.
- Dat de Nederlandse pensioenfondsen het niet zo slecht doen blijkt uit het feit dat in de top 10 van grootste pensioenfondsen ter wereld 2 Nederlandse pensioenfondsen voorkomen: het ABP en het pensioenfonds voor de zorg, PFZW. Het vermogen van deze pensioenfondsen steeg in 2016 naar wereldmaatstaven meer dan gemiddeld met ruim 7%
- Kritische volgers van de pensioendiscussie valt op, dat veel media tegenvallers in de vermogensontwikkeling van pensioenfondsen WEL en meevallers vaak NIET melden, waardoor er een scheef beeld ontstaat.
Gepensioneerde is de sluitpost
- Bij het behartigen van de pensioenbelangen staat in onze visie niet de positie van de burger centraal, maar spelen de overheidsfinanciën, werkgeversbelangen en verzekeringsbelangen een grote rol.
- Dat zou misschien te verdedigen zijn als je de pensioenreserve zou beschouwen als “gemeenschappelijk” bezit. Maar dat is een onjuiste visie. De ruim 1200 miljard euro in de pensioenpotten is het eigendom van de mensen die dat geld opbrachten. De overheid zou er van af moeten blijven en de eigenaren van dat geld (wij dus) zouden er meer zeggenschap over moeten hebben.
- De overheid bedenkt niet alleen de pensioenregels, maar heeft er ook een groot belang bij. Als de pensioenkosten worden gedrukt is dat gunstig voor de overheidsfinancië Het ABP, het pensioenfonds voor de ambtenaren, is immers het grootste pensioenfonds en voor de overheid een kostenpost. Het is ons niet duidelijk of de overheid bij pensioenbeslissingen de belangen laat prevaleren van de gemiddelde burger of vooral naar de eigen positie kijkt als werkgever. Steeds vaker denken we dat het vooral om dit laatste belang gaat. In dat geval is er sprake van “belangenverstrengeling”.
- Werkgevers hebben er belang bij de pensioenkosten te drukken om zo de loonkosten laag te houden. Dat belang delen ze dus met de overheid, die we helaas in veel verschillende functies tegenkomen: belanghebbende (werkgever), belangenbehartiger van burgers, vriend van grote ondernemingen, toezichthouder en aanzwengelaar van de economie.
Het gaat helemaal niet zo slecht
- Er is geen argument om op pensioenvoorzieningen te beknotten. Het gaat goed met de economie en daarvan profiteren bedrijven bovenmatig. Hun winsten zijn gestegen, toch bezuinigen ze op loonkosten, de belastingtarieven voor bedrijven zijn de afgelopen jaren substantieel gedaald. Er is dus voldoende geld om te investeren in toekomstige generaties bv door het pensioensysteem op peil te houden.
- Op dit moment profiteren bedrijven naar verhouding (veel) méér van de economische opleving dan burgers.
- De Nederlandse overheid heeft een systeem bedacht, waarbij de soliditeit van pensioenfondsen wordt berekend aan de hand van de marktrente. Die marktrente wordt in hoge mate beïnvloed door beleid van de Europese Centrale Bank. Die ECB doet aan monetaire financiering (drukken van geld): koopt maandelijks heel veel staatsschulden en bedrijfsschulden op. Als geld goedkoop beschikbaar is (wat het geval is door het beleid van de ECB) dan daalt de rente. Die staat bijna op 0%. Pensioenfondsen moeten hun dekkingsgraad berekenen met die hele lage rente en dan kom je dus uit op een zwakke positie. Maar dat is een rekenmodel: het heeft weinig met de werkelijke positie van pensioenfondsen te maken. In werkelijkheid hebben de pensioenfondsen in de afgelopen jaren goede rendementen gemaakt. Zelfs De Nederlandsche Bank beoordeelt dit ECB-beleid negatief en toch houdt de Nederlandse overheid die koppeling in stand.
- Het kabinet zou dit probleem simpel kunnen oplossen door voor de komende jaren een vast rentetarief te hanteren voor het berekenen van de degelijkheid van pensioenfondsen. Rente een half procentje omhoog betekent een aanzienlijke (theoretische) verbetering van de pensioenfondsen, zonder grote negatieve gevolgen voor wie dan ook.
- Verandert de overheid de pensioenregels niet, dan zullen de pensioenen de komende jaren mogelijk verlaagd moeten worden, terwijl de pensioenreserve de afgelopen jaren alleen maar is gestegen, zelfs in de crisisperiode.
Oneigenlijke motieven
- We denken dat het handhaven van die koppeling het kabinet goed uitkomt, omdat het een (gekunsteld) negatief beeld van de pensioenfondsen oplevert, waaraan de politiek het argument ontleent om het pensioenstelsel te hervormen.
- Hoe die hervorming voor huidige en toekomstige deelnemers zal uitpakken is onbekend. Het gaat om het schuiven van geld, alleen is onduidelijk wie de winnaars en wie de verliezers zullen zijn.
- Steeds meer deskundigen en ook de FNV, twijfelen aan de noodzaak van hervormingen. Er zijn simpele ingrepen mogelijk, waardoor het huidige stelsel betaalbaar blijft voor zowel jong als oud.
- Steeds meer experts van naam zetten vraagtekens bij het beleid dat de overheid voert rond de pensioenen. Maar het is opvallend dat de bestuurders van de grote pensioenfondsen in die discussie volledig afwezig zijn. Ze steunen deze argumenten niet, maar spannen zich evenmin om ze te weerspreken.
Pensioenbestuurders zijn niet onafhankelijk
- Het heeft te maken met de positie van die pensioenbestuurders: ze komen vaak uit het commerciële deel van de pensioenwereld en kijken vanuit zakelijk perspectief naar de pensioendiscussie, niet zozeer dus vanuit het belang van burgers. Vaak komen ze uit een ambtelijke of politieke omgeving, hebben daar hun carrière gemaakt of willen daar nog carrière maken. De pensioendiscussie wordt dus gedomineerd door een machtig netwerk van zichtbare en onzichtbare belangen, die nauw met elkaar verstrengeld zijn. Onafhankelijke deskundigheid kom je in deze pensioendiscussie niet tegen en ze worden evenmin gezocht en aangemoedigd om een onafhankelijk oordeel te geven. Pensioenbestuurders die zich tegen het overheidsbeleid keren kunnen het in de commerciële, politieke en ambtelijke wereld wel vergeten. M.a.w.: teveel belangen zijn verstrengeld.
- Daarnaast heeft De Nederlandsche Bank (u weet wel: toezichthouder namens de overheid) de pensioenbestuurders in een ijzeren greep. Je kunt namelijk alleen pensioenbestuurder zijn als je door DNB getoetst en goedgekeurd bent. Word je “afgetoetst” en krijg je geen brevet van goed gedrag dan kun je een carrière in de financiële wereld wel vergeten. Pensioenbestuurders zijn dus monddood gemaakt en hun persoonlijke belangen zijn kennelijk te groot om daartegen fel van leer te trekken. Het overheidsbeleid bekritiseren, confrontaties aangaan met de visie van De Nederlandsche Bank betekent het eind van je carrière.
Media en framing
- In de discussie spelen de media een bijzondere rol. Ze zijn gevoelig voor het negatieve frame dat door de politiek met succes rond de pensioenen is neergezet en volgen in hun berichtgeving deze hoofdlijnen. Bovendien verkoopt het frame “oud eet het pensioen op van jong” lekker naar je jongere lezers, terwijl op basis van argumenten gemakkelijk is uit te leggen dat het niet zo is. Kritische geluiden die afwijken van dit mediaframe halen maar mondjesmaat de publiciteit.
De berichtgeving rond pensioenen is dus in mijn visie eenzijdig. Ik heb in deze opsomming, die verre van volledig is, geprobeerd daar argumenten tegenover te stellen, maar sta open voor kritische beschouwingen als ik hierboven iets beweer, waarvan anderen vinden dat ik het niet waar kan maken. Achtergrondinformatie m.b.t. dit dossier, bezien vanuit het belang van de premiebetalende burger is ook te vinden op de website: www.loonvoorlater.nl