De slecht-nieuws-berichten over ons pensioenstelsel sieren weer de voorpagina’s van de mainstreammedia. Vergeef mij mijn luchtige woordgebruik. Het is natuurlijk bepaald niet sierlijk maar bijzonder triest. In Nederland waar we pochten over het beste pensioenstelsel ter wereld wordt nu flink gemopperd over de neergang van een onhoudbaar stelsel. Een jarenlang overleg tussen werkgevers, vakbonden en regering heeft geleid tot een akkoord. Precies in het jaar waarin het akkoord moet worden uitgewerkt tot een houdbaar akkoord worden de economische vooruitzichten dramatisch slechter. Dekkingsgraden die noteren ver onder de vereiste 100 procent. Van de 4 grootste fondsen staat het ABP met 94,1 procent er het slechts voor. Dat betekent dus korten maar ‘gelukkig’ heeft minister Koolmees daar een stokje voor gestoken en uitstel verleend. Voornamelijk met de bedoeling om het onderhandelingsakkoord niet te ondermijnen.
Zat in kas
Toch ligt er een grote landmijn onder het akkoord. Vanaf 1 januari 2021 zijn namelijk de nieuwe strengere rekenregels van toepassing. Daar was veel discussie over toen de “Advies Commissie-Parameters” de nieuwe regelgeving bekend maakte. Er werd geroepen dat de rekenwaarden op basis waarvan pensioenfondsen toekomstig rendement berekenen te weinig rekening hielden met de enorme pensioenreserves van 1,5 biljoen euro. Naast het extreem lage rentepeil van dit ongekende krediettijdperk met negatieve rentetarieven mocht er best rekening gehouden worden met een record bedrag aan pensioenreserves. Pensioenfondsen zouden kunnen interen op hun vermogen. Er zit zat in kas. Omdat ik zelf een pensioen geniet zou ik al makkelijk dat standpunt willen aanhangen. Heb er zelfs 48 jaar lang, samen met mijn werkgever, premies voor ingelegd. Werkgevers betalen het grootste deel. Pensioenpremies zijn voor werknemers fiscaal aftrekbaar en voor werkgevers gaan de premies ten laste van de winst. Bij uitbetaling van de ingehouden premie, wat dus uitgesteld loon is, wordt pas de loonheffing ingehouden.
Pensioen is geen AOW
De discussie is nu dat de regering moet afblijven van ons pensioen, het uitgestelde loon. Dus niet onderwerpen aan nieuwe strengere regelgeving die een aantasting betekenen op de netto uitbetaling. Pensioen is namelijk heel persoonlijk. Het is voor de persoon gereserveerd die er later persoonlijk zijn inkomstenbelasting over betaald. Mijn ingelegde pensioenpremie was een stukje van mijn vroegere loon en dat komt mij dus nu persoonlijk toe. Echter is de opzet van ons pensioenstelsel dat het een collectief stelsel is en dat de fondsen zijn gebonden aan strikte regelgeving, opgelegd door de overheid. Naar mijn mening iets teveel geënt op de gedachte achter de AOW-uitkering. De AOW is namelijk een volksverzekering waarbij de ingelegde premies van de jongere generatie worden overgeheveld naar de oudere generatie die nu uitkeringsgerechtigd zijn.
Grote vergrijzing
Echter is er één groot probleem en dat is de grote vergrijzing onder de westerse bevolking. Om reden van het collectieve stelsel wil de regering voorkomen dat de pot nu grotendeels wordt leeg gegeten. Dat betekent dat de gepensioneerden van nu, die al vanaf 2009 voor het elfde jaar op rij niet geïndexeerd zijn, inleveren voor de jongeren van later. Hoezo? Er was toch heel veel in kas? En over 20 jaar, als mijn tijd is gekomen om te gaan(oei!), neemt de vergrijzing sterk af. De verjonging van onze samenleving blijft namelijk sterk achter. Een hoogst zorgelijk situatie omdat er minder premies worden ingelegd voor AOW en pensioen. De allergrootste uitdaging sinds eeuwen ligt pal voor ons. Is de oudere generatie van nu bereid om na 11 jaar pensioenmatiging ook nog eens in te leveren van hun gespaarde premies dat zich bevinden in collectieve pensioenpotten. Dat wordt een testcase waarvan ik de afloop al durf te voorspellen. De senioren van nu voelen zich dubbel genaaid. Niet alleen de aantasting van het pensioen maar ook de aantasting van de spaarpegels zijn voelbaar.
Interen
Senioren teren nu dubbel in. Pensioenen die al jarenlang stilstaan en achterblijven bij de loonontwikkeling en inflatie. En het spaargeld op de bank dat geen cent rente meer genereert. Waar je zelfs op achteruit boert na aftrek van bankkosten en inflatie. Wil je je verplichte reserve voor koelkast en wasmachine op peil houden dan moet je meer bijleggen dan ooit tevoren. Hoe vreemd is het dan dat de consumentenuitgaven onder de senioren dalen? Gelukkig waren er nog wat loonstijgingen waarmee de consumentenuitgaven nog enigszins parallel liepen met de economische groei. Echter is die voor het derde jaar op rij aan het dalen. Dat klink niet goed. Als economische groei daalt en daarna de beurzen gaan dalen dan grijpen centrale banken in. In deze tijd van record schuldenberg kennen centrale banken nog maar één methode. Dat is stimuleren door kwantitatieve geldverruiming en renteverlaging.
Fatsoensnormen op monetair gebied
ABN Amro denkt dat de ECB in maart of april met een verdere renteverlaging komt en een uitbreiding van de opkoop van staatsobligaties. Gezien de wereldwijde groeivertraging die mogelijk versterkt wordt door een hardnekkig virus mogen we uitgaan van dramatische reacties op de financiële markten als beleggers gaan inzien dat centrale banken hun kruit hebben verschoten. De ECB heeft helemaal geen ruimte meer. Althans afgewogen naar de fatsoensnormen die we op monetair gebied gewend waren. Een reële rentevergoeding voor ingeleend en uitgeleend geld. Was toch altijd het verdienmodel voor de bank en voor de financier. In de wetenschap dat pensioenfondsen verplicht belegd zijn in staatsleningen, die in Europa al voor ruim meer dan de helft een negatieve rente kennen, kan ik al voorspellen dat we andere tijden tegemoet gaan.
In de modder
Misschien moet ik zeggen bittere tijden. Maar ik houd niet van bitter, ik ben een zoetekauw. Ik blijf altijd een optimist naast mijn pessimistische denkbeelden. Ik denk heel simpel. Gewoon dat ik daar niet alleen in sta. We staan er met ons allen in. Pas als we met ons allen met de laarzen in de modder staan komt vanzelf de kracht van de eendracht weer boven drijven. Wel jammer dat we die eendracht zijn kwijt geraakt in tijden dat het zo goed ging. Dat we saamhorigheid loslieten en kozen voor individualisme en mondiaal gingen denken. Dat kleinschaligheid plaats maakte voor globalisering. Dat een klein polderlandje meedoet in het grootschalig denken van de EU. Soms is een virus nodig om de samenleving weer resistent te maken.